1132. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
*2Controlelampje LDA (groen) (indien aanwezig)Blz.
315
*1Controlelampje BSM (indien aanwezig)
Blz.
392
*4BSM-indicator in de buitenspiegels
(indien aanwezig)Blz.
392
Controlelampje RCTA (indien aanwezig)
Blz.
392
Controlelampje antidiefstalsysteem (in het
centrale paneel)Blz. 87,
97
*1, 3Controlelampje Auto P UIT Blz.
257
*1, 2Controlelampje Brake Hold-systeem
Blz.
262
*1, 5Controlelampje Traction ControlBlz.
463
*1Controlelampje VSC OFFBlz.
464
*1, 6Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Blz.
302
*1Controlelampje PASSENGER AIRBAG (in het
centrale paneel) (indien aanwezig)Blz. 57
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-
systeem (indien aanwezig) Blz.
375
ControlelampjesBlad-
zijde
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 113 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1162. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zij n. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet ga at branden
of niet uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota- dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Alleen auto's met kleurendisplay
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Auto's met handgeschakelde transmissie
*2Controlelampje Stop & Start-systeem (indien
aanwezig) Blz.
374
*2Verkeersbord snelheidslimiet (indien aanwe-
zig)Blz.
330
Controlelampje lage buitentemperatuur Blz.
120
ControlelampjesBlad-
zijde
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 116 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1212. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Weergave kilometerteller en dagteller
Geeft de volgende zaken weer.
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is.
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de telle r de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Informatie onderhoud vereist:
Geeft de afstand aan tot de motorolie moet worden ververst. Als “-” wordt
weergegeven vóór de afstand, betekent dat dat de olie al verver st had
moeten zijn. Laat de motorolie door een erkende Toyota-dealer o f herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige verversen. • Geeft de informatie over het benodigde onderhoud weer wanneer het
contact AAN staat.
• Methode voor resetten van de informatie over het benodigde ond erhoud
( →Blz. 621)
Werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig):
Geeft de totale tijd aan dat de motor is gestopt door de werkin g van het
Stop & Start-systeem tijdens de actuele uitschakeling van de motor.
Display regeling verlichting instrumentenpaneel (monochroomdisp lay):
Geeft het display voor de regeling van de instrumentenverlichti ng weer.
Weergave schakelstand en schakelbereik (kleurendisplay)
Geeft de geselecteerde schakelstand of het geselecteerde schake lbereik
weer. ( →Blz. 244)
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer.
6
7
8
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 121 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1302. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
●Afstand (actieradius/sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die no g kan
worden gereden met de resterende brandstof en de gereden afstan d sinds
het starten van de motor
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brands tof-
verbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gere-
den, afwijken van de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt d e weer-
gave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het display mogelijk niet bijgewe rkt.
●Werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig)*3
Geeft de totale tijd aan dat de motor is gestopt door de werkin g van het
Stop & Start-systeem tijdens de actuele uitschakeling van de motor.
● ECO-indicator
→Blz. 134
●Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
●Weergave Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoerin-
gen)
→Blz. 135
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 130 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1332. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
●Voertuiginstellingen
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
• Instellen RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 335)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) instellen.
• Instellen Stop & Start-systeem ( →Blz. 379)*1
Hiermee kunt u de prioriteit van het Stop & Start-systeem inste llen.
• Instellen bandenspanningswaarschuwingssysteem
( → Blz. 634)
Hiermee kan het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden
geïnitialiseerd.
● Instellingen instrumentenpaneel
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
• Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
• Eenheden
Hiermee kan de eenheid voor het brandstofverbruik worden gewijz igd.
• Instellen ECO-controlelampje*1
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen.
• Rij-informatie 1 t/m 3
Hiermee kunnen maximaal 2 items worden geselecteerd die worden
weergegeven op een rij-informatiescherm. Er kunnen maximaal 3 r ij-
informatieschermen worden ingesteld.
• Pop-updisplay
Hiermee kunnen de pop-updisplays*2 worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Standaardinstellingen
Geregistreerde of gewijzigde instellingen van het instrumentenp aneel
worden gewist of naar de beginwaarden teruggezet.
*1: Indien aanwezig
*2: Weergave van de werkingsduur van het Stop & Start-systeem (ind ien
aanwezig), weergave van de routebegeleiding van het aan het nav igatie-
systeem gekoppelde systeem (indien aanwezig) en weergave van bi n-
nenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aanwezig) .
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 133 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
1733-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Als op het multi-informatiedispl ay “Entry & start system malfun ction see
owner’s manual” (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wan neer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet is gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurder sportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurders portier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is
ingeschakeld, loopt de batterij veel min-
der snel leeg omdat de ontvangst van
radiogolven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Ga na of het controlelampje
van de elektronische sleutel 4 keer knip-
pert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 173 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
2023-5. Openen en sluiten van de ruiten
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■De elektrisch bedienbare ruit en kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
■ Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het contact UIT is
gezet
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen nog ongeveer 45 seconden na het in
stand ACC of UIT zetten van het contact worden bediend. Ze kunnen echter
niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is geop end.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen nog ongeveer 45 seconden na het in
stand ACC of UIT zetten van het contact worden bediend. Ze kunnen echter
niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is geop end.
■ Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de zijruit een object bekneld raakt tussen de zijruit
en het ruitframe, stopt de beweging van de zijruit en wordt hij weer iets
geopend.
■ Knelbeveiliging
Als tijdens het openen van de zijruit een object bekneld raakt tussen het por-
tier en de zijruit, stopt de beweging van de zijruit.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 202 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
207
4Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 208
Lading en bagage .............. 222
Rijden met een aanhangwagen ................ 223
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop) ................... 233
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) ................... 236
Multidrive CVT ................... 244
Handgeschakelde transmissie ...................... 250
Richtingaanwijzer- schakelaar ....................... 255
Parkeerrem ........................ 256
Brake Hold-systeem .......... 262
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 265
Automatic High Beam-systeem................. 271
Schakelaar mistlampen ..... 276
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 278
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 283
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 285 4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 290
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)............... 298
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 315
RSA (Road Sign Assist)..... 330
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik................ 336
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 351
Cruise control..................... 369
Stop & Start-systeem ......... 374
Rijmodus selecteren ......... 385
Snelheidsbegrenzer ........... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ......... 392
• BSM-functie ................... 398
•
RCTA............................. 403
Toyota Parking Assist-sensor ................... 408
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-
systeem) .......................... 420
Ondersteunende systemen ......................... 462
4-6. Rijtips Rijden in de winter ............. 470
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 207 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM