3844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
● Houd de selectiehendel in stand N, trap het rempedaal in of act iveer de
parkeerrem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-syste em (het
controlelampje van het Stop & Start-systeem brandt).
● Laat niemand de auto verlaten als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (zolang het controlelampje van het Stop & Start-s ysteem
brandt).
Anders kan door de automatische motorstartfunctie een ongeval o ntstaan.
● Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & St art-sys-
teem als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevind t. Anders
kan de motor worden gestart door de automatische motorstartfunc tie,
waardoor er uitlaatgassen in de auto terecht kunnen komen die z eer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■ Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelij k niet
goed. Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
● Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuur der en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bes tuurder is
vastgemaakt.
● Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is va stgemaakt,
gaat het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuur-
der en voorpassagier niet branden.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep weergegeven op het multi-informatiedisp lay of
gaat de interieurverlichting branden wanneer de schakelaar van de inte-
rieurverlichting in de stand DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt de waars chuwing
open portier/achterklep niet weergegeven op het multi-informati edisplay of
gaat de interieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.
■ Wanneer de motor is afgeslagen
Als het systeem in werking is, kan de motor opnieuw worden gest art door
het koppelingspedaal onmiddellijk in te trappen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 384 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
4624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetra pt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwij kma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS- , TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit beho uden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te
passen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkrac ht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met d e
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij helling op we grij-
den
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbete ren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omsta ndigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver -
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 462 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
5976-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
6
Voorzieningen in het interieur
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Gebruik deze als voeding voor ele ktronische accessoires die minder
dan 12 V/10 A verbruiken (stroomverbruik van 120 W).
Zorg er bij het gebruik van elektronische accessoires voor dat het
stroomverbruik van alle aangesloten accessoireaansluitingen lag er is
dan 120 W.
Trek de knop omhoog en til het
deksel omhoog om het conso-
levak te openen.
Open de klep.
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt wanneer het contact in stand
ACC of AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
De accessoireaansluiting kan worden gebruikt wanneer het contact in stand
ACC of AAN staat.
● Auto's met Stop & Start-systeem: Wanneer de motor wordt herstar t nadat
deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, is de acce ssoireaan-
sluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar. Dit duidt echter ni et op een storing.
Accessoireaansluiting
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 597 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
6878-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Maak de kabel of de ketting goed vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Stap in de weg te
slepen auto en start de motor.
Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het contact eenmaal UIT en start
vervolgens de motor alvorens de auto te slepen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Stap in de weg te
slepen auto en start de motor.
Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het contact eenmaal UIT en start
vervolgens de motor alvorens de auto te slepen.
Zet de selectiehendel i n stand N en deactiveer de parkeerrem.
Auto's met Multidrive CVT: Als d e selectiehendel niet in een andere
stand kan worden gezet. ( →Blz. 248)
■Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem- en stuurbekrachtiging niet. Hierdoor
zullen het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal.
■ Wielmoersleutel
Auto's zonder wielmoersleutel: u kunt een wielmoersleutel aansc haffen bij
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met wielmoersleutel: De wielmoersleutel bevindt zich in de bagage-
ruimte. ( →Blz. 713, 731)
5
6
7
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 687 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
6888-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Bij het slepen van de auto
2WD-uitvoeringen
AWD-uitvoeringen
■ Voorkomen van ernstige schade aan het Stop & Start-systeem bij het
slepen (auto's met S top & Start-systeem)
Sleep deze auto nooit met vier wielen op de grond. Gebruik een autoambu-
lance of sleep de auto met de voor- of achterwielen in een lepe l.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd
met de voorwielen of met alle vier de wie-
len van de grond. Als de voorwielen tij-
dens het slepen de grond raken, kunnen
de aandrijflijn en de bijbehorende onder-
delen beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd
met alle vier de wielen van de grond. Als
de wielen tijdens het slepen de grond
raken, kunnen de aandrijflijn en de bijbe-
horende onderdelen beschadigd raken
en kan de auto losraken van de truck.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 688 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
6908-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
lepelwagen
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto n iet met
de achterwielen omhoog terwijl het contact UIT staat of de sleu tel is ver-
wijderd.
Het stuurslot is niet sterk genoeg om de voorwielen in de recht uitstand te
houden.
● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet met de
achterwielen omhoog als het contact UIT staat. Het stuurslot is niet sterk
genoeg om de voorwielen in de rechtuitstand te houden.
● Let erop dat de andere zijde van de auto dan de zijde die op de lepel staat
voldoende grondspeling heeft. Als er onvoldoende speling aanwez ig is,
kan de auto tijdens het slepen beschadigd raken.
■ Voorkomen van beschadigingen aan de auto bij het slepen met een
takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen, noch vooruit, noch achte ruit.
■ Voorkomen van beschadigingen aan de auto tijdens slepen in een
noodgeval
Maak de kabel of de ketting niet vast aan onderdelen van de wielop-
hanging.
■ Bij het slepen van een auto met Stop & Start-systeem (indien aanwe-
zig)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de auto moet
worden gesleept waarbij alle wielen de grond raken, voer dan de volgende
procedure uit alvorens te slepen om het systeem te beschermen.
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor. Zet, als de motor
niet start, het contact AAN.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de auto mo et wor-
den gesleept waarbij alle wielen de grond raken, voer dan de volgende pro-
cedure uit alvorens te slepen om het systeem te beschermen.
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor. Zet, als de motor
niet start, het contact AAN.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 690 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
6978-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
*6
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Stop &
Start-systeem
(Het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld:
→Blz. 375)
→ Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2
(Knippert)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) par-
keerrem Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of
gedeactiveerd
→ Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeacti-
veerd is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem
gedeactiveerd is, werkt het systeem normaal.
*1, 3, 4Waarschuwingslampje ope n portier/achterklep
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet
geheel gesloten is
→ Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten
zijn.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof onge-
veer 7,5 l of minder is
→ Vul de brandstoftank.
*5
Controlelampje (waarschuw ingszoemer) bestuurders-
en voorpassagiersgordel
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de
veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden.
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet
ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier wor-
den vastgemaakt, waarna het waarschuwingslampje
(de waarschuwingszoemer) uitgaat.
*5
(In het centrale
paneel)
Controlelampje (waarschuwingszoemer) achterpassa-
giersgordel
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel
om te doen
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 697 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
7078-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Als er een melding over de bediening van de selectiehendel word t weerge-
geven
Om te voorkomen dat de selectiehendel in de verkeerde stand wordt gezet
of dat de auto onverwachts in beweging komt, kan op het multi-i nformatie-
display een melding worden weergegeven die u verzoekt om de sel ectie-
hendel in een andere stand te zetten. Volg in dat geval de instructie van de
melding en zet de selectiehendel in de aangegeven stand.
● Als er een melding of afbeelding met betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het multi-informatiedisplay wor dt weerge-
geven of dat door het waarschuwingslampje wordt aangegeven en l os het
probleem op, bijvoorbeeld door het geopende portier te sluiten of de vloei-
stof bij te vullen.
■ Als “See Owner’s Manual” (Raadpl eeg handleiding) wordt weergegeven
● Als “Braking Power Low Stop in a Safe Place See Owner’s Manual” (Rem-
vermogen laag. Breng auto op veilige plaats tot stilstand. Raad pleeg hand-
leiding) wordt weergegeven, duidt dit mogelijk op een storing. Breng de auto
onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijden met de aut o kan
gevaarlijk zijn.
● Auto's met kleurendisplay:
Als “Entry & Start System Malfunction See Owner's Manual” (stor ing Smart
entry-systeem met startknop. Raadpleeg handleiding) wordt weerg egeven,
is er mogelijk een storing aanwezig. Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als “Charging System Malfunction” (storing laadsysteem) wordt w eer-
gegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Doorrijd en met de
auto kan gevaarlijk zijn.
■ Als “Engine Coolant Temperature high” (koelvloeistoftemperatuur te
hoog) wordt weergegeven
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Breng de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand. ( →Blz. 756)
■ Als “Engine Oil Pressure Low” (l age motoroliedruk) wordt weerge geven
Geeft aan dat de motoroliedruk te laag is. Breng de auto onmidd ellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 707 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM