
1392. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Druk op op het navigatie-/
multimediasysteem.
Selecteer “Reisinformatie”.
■ReisinformatieschermDe gemiddelde rijsnelheid
sinds het starten van de
motor.
Actieradius ( →Blz. 141)
Het brandstofverbruik gedu-
rende de laatste 15 minuten
De verstreken tijd sinds het
starten van de motor.
Resetten van de verbruiks-
gegevens
Auto's zonder Smart entry -systeem en startknop:
Het gemiddelde brandstofverbruik van de afgelopen 15 minuten
wordt door het gebruik van kleuren verdeeld in vorige gemiddeld en
en gemiddelden sinds de laatste keer dat het contact AAN is gezet.
Het weergegeven gemiddelde brand stofverbruik is een globale
waarde.
Auto's met Smart entry-s ysteem en startknop:
Het gemiddelde brandstofverbruik over de laatste 15 minuten wordt
door het gebruik van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en
gemiddelden sinds de laatste keer dat het contact AAN is gezet.
Het weergegeven gemiddelde brand stofverbruik is een globale
waarde.
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen lic ht
afwijken van de werkelijke situaties.
Reisinformatie
1
2
1
2
3
4
5
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 139 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

1402. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Druk op op het navigatie-/
multimediasysteem.
Selecteer “Historische gegevens”.
■Scherm “Historische gegevens”Het beste gemeten brand-
stofverbruik
Het vorige gemeten brand-
stofverbruik
Gemiddeld brandstofverbruik
Het gemiddelde brandstof-
verbruik bijwerken
De historische gegevens
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde brandstofverbruik is door mi d-
del van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en het gemiddeld e
brandstofverbruik sinds de gegeve ns de laatste keer zijn bijge-
werkt. Het weergegeven gemiddel de brandstofverbruik is een glo-
bale waarde.
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen lic ht
afwijken van de werkelijke situaties.
Historische gegevens
1
2
1
2
3
4
5
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 140 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden auto matisch uit-
geschakeld.
● Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
● De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■ Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden ve rkeersbor-
den mogelijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weerg egeven,
enz. Dit duidt echter niet op een storing.
● De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootge-
steld aan hevige schokken.
● Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de b uurt van de
camerasensor.
● Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenva l, mist,
sneeuw of zandstormen
● Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camerasensor binnen.
● Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in ge val van een
elektronisch verkeersbord, het contrast is slecht.
● Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achte r boom-
bladeren, een paal, o.i.d.
● Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de cameras ensor.
● De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjui st beoordeeld.
● Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijst rook waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na ee n vertakking
van de snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat ri jstroken
samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
● Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan d e andere
kant rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor para llelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de c amera-
sensor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelh eid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camerasensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
● De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weer gegeven
verschilt mogelijk met de informatie die wordt weergegeven op h et naviga-
tiesysteem (indien aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 334 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

4785-1. Basishandelingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Soorten audiosystemen∗
Auto's met multimediasysteem of navigatiesysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie indien uw auto is uitgerust met een multim edia-
systeem of navigatiesysteem.
Auto's zonder multimediasys teem of navigatiesysteem
CD-speler met AM/FM-radio
● Ty p e A
∗: Indien aanwezig
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 478 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

4805-1. Basishandelingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Stuurwieltoetsen audiosysteem∗
Vo l u m e t o e ts• Indrukken: verhogen/verla- gen van het volume
• Ingedrukt houden: blijft het volume verhogen/verlagen
Radio geselecteerd: • Indrukken: selecteren van een radiozender
• Ingedrukt houden: omhoog/ omlaag zoeken
CD, MP3/WMA-disc, Bluetooth
®, iPod of USB-modus:
• Indrukken: selecteren van een muziekstuk/bestand
• Ingedrukt houden: selecteren van een map of album (MP3/ WMA-disc, Bluetooth
® of USB)
Toets MODE • Inschakelen, select eren van de audiobron
• Houd deze toets ingedrukt om het geluid van de actuele weer- gave te dempen of de actuele weergave te onderbreken. Druk de
toets nogmaals in en houd hem ingedrukt om het dempen of
onderbreken ongedaan te maken.
∗: Indien aanwezig
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden
bediend met behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afha nkelijk van het type audio- of
navigatiesysteem. Raadpleeg de handleiding van het audio- of
navigatiesysteem voor meer informatie.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
1
2
WAARSCHUWING
■ Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzich-
tigheid in acht.
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 480 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

7438-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebru ikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
*
: Indien aanwezig • Dynamic Radar Cruise Control
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 743 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

7769-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
■Wijzigen met behulp van het multi-informatiedisplay
Auto's met monochroomdisplay
Druk, wanneer de auto stilstaat, op de toets DISP om het instel -
scherm weer te geven en houd vervolgens de toets DISP inge-
drukt om het instelscherm weer te geven.
Druk op de toets DISP, selecteer het onderwerp en houd vervol-
gens de toets DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP, selecteer de gewenste instelling en houd
vervolgens de toets DISP ingedrukt.
Druk op de toets DISP, selecteer EXIT (afsluiten) en houd de to ets
DISP ingedrukt om het instelscherm te verlaten.
Uw auto is voorzien van verschi llende elektronische functies die
naargelang uw persoonlijke voorkeur kunnen worden ingesteld.
De instellingen van deze functi es kunnen worden gewijzigd via
het multi-informatiedisplay, via het scherm van het navigatie-/
multimediasysteem of bij een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 776 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

7779-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
9
Voertuigspecificaties
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Auto's met kleurendisplay
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Meter Settings” (instellingen instrumentenpa -
neel) en druk vervolgens op .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer het ite m en druk vervolgens op .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op
.
Druk op om naar het vorige scherm te gaan of om het instel-
scherm te verlaten.
■Wijzigen met behulp van het scherm van het navigatie- of
multimediasysteem (auto's met navigatie- of multimediasys-
teem) Druk op .
Kies “Vehicle” (voertuig) op het scherm “Setup” (instellen).
Kies het gewenste onderwerp.
Er kunnen verschillende instelli ngen worden gewijzigd. Raadplee g
het overzicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor
meer informatie.
1
2
3
4
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 777 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM