2244-2. Rijprocedures
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelamp je READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje RE ADY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan ko men.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 166
■ Aanwijzing voor de instapfunctie
→Blz. 167
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (→ Blz. 99)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e.
● Controleer of de selectiehendel goed in stand P staat. Mogelijk kan het
hybridesysteem niet worden gestart als de selectiehendel niet g oed in stand
P staat.
Op het multi-informatiedisplay wordt “Shift to P position to st art.” (zet de
selectiehendel in stand P om te starten) weergegeven.
■ Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitges chakeld.
■ Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
“Push POWER Switch while Turning The
Steering Wheel in Either Direction.” (druk
de startknop in en draai het stuurwiel in
een willekeurige richting) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts beweegt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 224 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Voorwaarden voor werking van de functies
●Werking Lane Departure Alert
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wo rdt vol-
daan.
• De LDA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• Het systeem herkent witte (gele) lijnen.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt gereden op een rechte weg of in een flauwe bocht met een
straal van meer dan ongeveer 150 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( →Blz. 299)
● Stuurregelingsfunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan alle werkingsvoorwaa rden voor
de Lane Departure Alert-functie wordt voldaan, maar ook aan all e onder-
staande voorwaarden.
• De instelling voor “ Steering Assist” (stuurassistentie) op he t scherm
van het multi-informatiedisplay is aan. ( →Blz. 129)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gede- celereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die gesch ikt is voor
het veranderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuurwiel wordt niet weergegeve n.
( → Blz. 297)
● Waarschuwing voor slingeren
Deze functie werkt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wo rdt vol-
daan.
• De instelling voor “ Alert” (waarschuwing) op het scherm van
het multi-informatiedisplay is aan. ( →Blz. 129)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( →Blz. 299)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 296 Friday, September 9, 2016 12:21 PM