5
449
5-2. Stappen die
genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18071E)
OPMERKING
■Rijd niet door als de auto een lekke band heeft.
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt do orgereden,
kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie nie t meer
mogelijk is.
■ Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (auto's met compact
reservewiel)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (auto's met
compact reservewiel)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Opbergen van de krik
Zorg er bij het opbergen van de krik in de krikhouder voor dat het deel waar
de krikslinger aan wordt bevestigd naar de binnenzijde van de b agageruimte
is gericht. Als u dit niet doet, kan de carrosserie beschadigd raken.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en uitge-
ruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders b escha-
digd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van de
band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 343)
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 449 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
488
6-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
86_EE (OM18071E)
Afstandsbe-
diening
(
→Blz. 52)
Werking ontgrendelen
achterklep
Ingedrukt hou-
den (kort) Ingedrukt hou-
den (lang)
Eén keer kort indrukken
Twee keer kort indrukken
Noodstopsig-
naal
(
→Blz. 246) Bedrijfssignaal
(Alarmknipperlichten)
Aan Uit
Automati-
sche verlich-
ting
(→Blz. 231) Gevoeligheid lichtsensor ±0% -40% - +40%
Verlichting
(
→Blz. 231) Tijd dat het dimlicht blijft
ingeschakeld terwijl de
auto geparkeerd staat
30 seconden60 seconden
90 seconden
120 seconden
Achterruitver-
warming
(
→Blz. 282) Verstreken tijd voordat
de achterruitverwarming
wordt uitgeschakeld
(auto's met automatische
airconditioning)
15 minuten Doorgaan
Verlichting
(
→Blz. 286) Vertraging interieurver-
lichting
15 seconden7,5 seconden
30 seconden
Werking als de portieren
worden ontgrendeld Aan Uit
Werking als het contact
UIT wordt gezet Aan
Uit
Interieurverlichting wan-
neer u de auto nadert
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) Aan
Uit
Interieurverlichting AanUit
OnderwerpFunctieStandaard-
instellingPersoonlijkevoorkeurs- instelling
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 488 Friday, August 26, 2016 9:44 AM