350
4-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
86_EE (OM18071E)
OPMERKING
■
Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, zenders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebrui k van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanne er de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 343)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 350 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
355
4-3. Onderhoud, ze
lf uit te voeren
4
Onderhoud en verzorging
86_EE (OM18071E)
■Vervangen van velgen
De velgen van uw Toyota zijn uitgerust met bandenspanningssenso ren en -zen-
ders voor het bandenspanningswa arschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig
stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen
van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst.
(
→Blz. 343)
WAARSCHUWING
■ Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Taps gedeelte
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 355 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
356
4-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
86_EE (OM18071E)
OPMERKING
■
Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 356 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
5
401
5-2. Stappen die
genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18071E)
*: Waarschuwingszoemer bestuurders- en voorpassagiersgordel:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de b estuurder
en de voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De z oemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid ho ren.
■Detectiesensor voorpassagier en waarschuwingssysteem en waar-
schuwingszoemer veiligheidsgordel voorpassagier
● Als er bagage wordt geplaatst op de voorpassagiersstoel kan de detec-
tiesensor het controlelampje laten knipperen en de waarschuwing szoe-
mer laten klinken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt .
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau. Het
lampje gaat niet uit als op de resetknop van het bandenspanning swaarschu-
wingssysteem wordt gedrukt.
■ Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden
door een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden do or
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 401 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
402
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
86_EE (OM18071E)
■Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
● Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zend ers
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● Als de bandenspanning 380 kPa (3,87 kg/cm
2 of bar, 55 psi) of meer
bedraagt.
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, d ie dezelfde
radiografische signalen uitzendt.
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie.
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen e n in de wiel-
kasten.
● Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd. Ook het ge bruik van
sommige typen banden in combinatie met Toyota-velgen kan ervoor zor-
gen dat het systeem niet goed werkt.
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt.
● Als er zich in de bagageruimte een groot metalen object bevindt dat de
ontvangst van signalen kan verstoren.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende ong eveer 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat bran-
den nadat het ongeveer 1 minuut heeft geknipperd wanneer het co ntact
AAN wordt gezet, laat het systeem dan nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 402 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
432
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
86_EE (OM18071E)
■Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
■Aanwijzing voor het controler en van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de ban denrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdat um is ver-
streken. Anders worden reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet
goed uitgevoerd.
■ Bandenreparatieset
● De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig word en
gebruikt om een enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenrepara-
tievloeistof is gebruikt en moet worden vervangen, koop dan een nieuwe
fles bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De compr essor
kan opnieuw worden gebruikt.
● De bandenreparatievloeistof kan worden gebruikt als de buitente mpera-
tuur -40°C of hoger is.-
● De reparatieset is speciaal ontworpen voor de standaard op uw a uto
gemonteerde banden. Gebruik de set niet voor banden met een afw ij-
kende maat of voor andere doeleinden.
● De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste ho udbaar-
heidsdatum staat vermeld op de fles. Vervang de fles bandenreparatie-
vloeistof vóór de uiterste houdbaarheidsdatum door een nieuwe f les.
Neem voor vervanging contact op met een erkende Toyota-dealer o f her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde e n uitge-
ruste deskundige.
● Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vle kken
veroorzaken.
● Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of
de carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddelli jk af
met een vochtige doek.
● Tijdens de werking van de reparatieset wordt veel lawaai geprod uceerd.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
● Niet gebruiken om de bandenspanning te controleren of op de voo rge-
schreven waarde te brengen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 432 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
5
437
5-2. Stappen die
genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18071E)
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebrui k van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanne er de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 343)
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 437 Friday, August 26, 2016 9:44 AM
5
443
5-2. Stappen die
genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18071E) Laat de auto zakken.
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in de
afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
120 Nm (12,2 kgm, 89 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap
op.
STAP3
STAP4
■
Het compacte reservewiel (aut o's met compact reservewiel)
● Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aan-
duiding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk in noodgevall en.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(
→Blz. 483)
■
Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gs-
sensor en -zender, waardoor niet wordt gewaarschuwd voor een te lage
bandenspanning hiervan. Verder zal, als u het compacte reservewiel
monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspan -
ning is gaan bran den, dit lampje blijven branden.
STAP5
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 443 Friday, August 26, 2016 9:44 AM