Page 49 of 214
StartenBij het openen van een portier worden het
instrumentenpaneel en het touchscreen van
de Model X ingeschakeld. In het
instrumentenpaneel worden de status van de
portieren en het energieniveau weergegeven.
De bediening is nu volledig beschikbaar.
Rijden:
Page 50 of 214
SchakelenAls de Model X in stand P (Parkeren) staat,
moet u eerst het rempedaal intrappen om een
andere versnelling in te schakelen.
Duw de hendel omhoog of omlaag om een versnelling te kiezen.
Als u tijdens het rijden probeert een
versnelling in te schakelen die niet geschikt is
vanwege de snelheid waarmee u op dat
moment rijdt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt de
desbetre
Page 51 of 214
Als de Model X in de Sleepmodus
staat, gaat het controlelampje op het
instrumentenpaneel branden en
verschijnt er een bericht om aan te
geven dat de Model X vrij kan rollen.
Opmerking: In de Sleepmodus kan de Model X
niet in een versnelling gezet worden. Zet de
selectiehendel in stand P (Parkeren) of tik
nogmaals op Tow mode om de Sleepmodus
uit te schakelen. De Sleepmodus wordt ook
geannuleerd als u de parkeerrem via het
touchscreen aantrekt (Controls > E-Brake &
Power
O
Page 52 of 214
InstrumentenpaneelHet instrumentenpaneel verandert afhankelijk van de status van de Model X:
Page 53 of 214
Contro
lelampj eOmschrijvingMistlichten v
Page 54 of 214

Contro
lelampj eOmschrijvingEen portier of de achterklep/voorklep is open. Zie Portieren op pagina 4, Bagageruimte
achter op pagina 13, of Bagageruimte voor op pagina 15.Een van de passagiers heeft zijn gordel niet om. Opmerking: Afhankelijk van de
productiedatum zijn zitplaatsen achterin mogelijk niet uitgerust met een waarschuwing
voor de veiligheidsgordel. Zie Veiligheidsgordels op pagina 23.De airbag van de voorpassagier is uitgeschakeld. Zie Airbags op pagina 36.Elektronische stabiliteitsregelsystemen minimaliseren niet langer het doorslippen
(Traction Control is bijv. uitgeschakeld op een Single Motor-model, of Slip Start is
ingeschakeld op een Dual Motor-model). Zie Traction Control op pagina 65.De Model X is in de Sleepmodus en kan vrij rollen. De auto wordt niet automatisch in
stand P (Parkeren) gezet als u de auto verlaat. Zie Aanwijzingen voor sleepdiensten op
pagina 196.Trailer Mode (indien aanwezig) is actief. Zie Aanhanger trekken op pagina 75.Knippert groen als de linkerrichtingaanwijzer is ingeschakeld. Beide lampjes knipperen
groen als de alarmknipperlichten zijn ingeschakeld.Knippert groen als de rechterrichtingaanwijzer is ingeschakeld. Beide lampjes knipperen groen als de alarmknipperlichten zijn ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Driving53
Page 55 of 214
Instrumentenpaneel - RijdenWanneer de Model X rijdt (of klaar is om weg te rijden), geeft het instrumentenpaneel uw huidige
rijstatus weer, samen met een real-time visualisatie van de weg zoals gedetecteerd door de
Autopilot-componenten van de Model X (zie Over bestuurdersassistentie op pagina 81).
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de voertuigopties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het
touchscreen enigszins afwijken.
1. Controlelampjes bovenaan geven de status weer (zie Instrumentenpaneel op pagina 51).
2. Wanneer u actief naar een bestemming navigeert, worden hier navigatie-instructies weergegeven. Gebruik de linkerknoppen op het stuur om te wijzigen wat u links op het
instrumentenpaneel ziet wanneer er geen navigatie-instructies worden weergegeven (zie
Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 43).
3.
Tra
Page 56 of 214

7. Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt uaanvullende informatie opvragen door het pictogram (uitroepteken) op de statusbalk aan de
bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
8. Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te wijzigen wat er rechts op het instrumentenpaneel wordt weergegeven op het moment dat geen telefoongesprek actief is
(zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 44).
9. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). In plaats van de rijafstand kan hier ook de resterende hoeveelheid energie van de batterij worden weergegeven. Tik daartoe op
Controls > Settings > Language & Units > Energy & Charging (zie Instellingen op pagina 117).
Opmerking: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te vinden wanneer u de Model S moet opladen.
Opmerking: Bij koud weer is bepaalde energie in de batterij mogelijk niet beschikbaar tijdens
de rit omdat de batterij te koud is. Wanneer dit gebeurt, is een deel van de batterijmeter
blauw en verschijnt er een sneeuwvlokje naast de rijafstand. Als de Model X is aangesloten,
kunt u uw batterij opwarmen via de netvoeding door Climate control in te schakelen met de
mobiele app. Wanneer de batterij opgewarmd is, worden het blauwe deel van de meter en het
sneeuwvlokje niet meer weergegeven.
10. De maximumsnelheid (indien beschikbaar) die momenteel wordt gedetecteerd door Snelheidslimietherkenning (zie Snelheidslimietherkenning op pagina 106).
11. De auto voor u (indien van toepassing).
12. Let goed op belangrijke mededelingen over het rijden die in het midden onder op het instrumentenpaneel worden weergegeven.
13. Uw Model X.
14. Wanneer Autosteer actief is, wordt de rijstrook blauw gemarkeerd (zie Autosteer op pagina
89).
15. Huidige versnelling: Park, Reverse, Neutral of Drive.
Instrumentenpaneel
Driving55