Beperkte snelheid
Autosteer is bedoeld voor gebruik op
autosnelwegen die uitsluitend toegankelijk zijn
via opritten en alleen verlaten kunnen worden
via afritten. Bij het gebruik van Autosteer op straten in woongebieden, op een weg zondermiddenmarkering, of op een weg zonder
beperkte toegang, wordt de rijsnelheid door
Autosteer begrensd. De maximumsnelheid
wordt berekend op basis van de
gedetecteerde snelheidslimiet plus 10 km/h.
Als de snelheidslimiet niet kan worden
gedetecteerd, wordt de snelheid begrensd tot 70 km/h. Wanneer Autosteer is geactiveerd in
deze situaties, reduceert het uw rijsnelheid en uw ingestelde snelheid tot binnen deze
grenswaarden. U kunt handmatig accelereren
om de begrensde snelheid te overschrijden,
maar wanneer u de voet van het gaspedaal neemt, remt Autosteer de Model S af tot debegrensde snelheid. Zodra u de weg verlaat of
Autosteer uitschakelt met het stuur, kunt u
desgewenst de ingestelde snelheid weer
verhogen.
Stuur vasthouden Autosteer maakt gebruik van informatie vanaf
de camera, de sensoren en GPS om te bepalen hoe het u het beste kan assisteren bij het
besturen van de Model S. Als Autosteer actief
is, moet u het stuur blijven vasthouden. Wanneer het systeem gedurende eenbepaalde tijd niet uw handen aan het stuur
detecteert, gaat een wit licht rondom het
instrumentenpaneel knipperen en wordt het
volgende bericht weergegeven op het
instrumentenpaneel:
Autosteer detecteert uw handen door een lichte weerstand te herkennen terwijl het
stuurwiel draait of wanneer u zeer licht aan het stuurwiel draait (bijvoorbeeld met
onvoldoende kracht om de controle over te
nemen). Nadat uw handen zijn gedetecteerd, verdwijnt het bericht en werkt Autosteer weer
normaal.
Opmerking: Autosteer geeft mogelijk ook een
geluidssignaal weer wanneer het bericht voor
het eerst wordt weergegeven.
Autosteer vereist dat u op uw omgeving blijft
letten en altijd klaar bent om de besturing over te nemen. Als Autosteer uw handen niet
aan het stuur detecteert, klinken er tevens
geluidsignalen, met steeds kortere
tussenpozen.
Als u de verzoeken om uw handen aan het
stuur te houden herhaaldelijk negeert, geeft
Autosteer het volgende bericht weer en wordt
het voor het resterende deel van de rit uitgeschakeld. Als u het handmatig sturen niet
hervat, laat Autosteer een continu
geluidssignaal horen, schakelt het de
alarmknipperlichten in en brengt het de auto
volledig tot stilstand.
De rest van de rit moet u zelf sturen.
Autosteer is weer beschikbaar nadat u de auto in de stand P (Park) hebt gezet.
Autosteer wordt afgebroken In situaties waarin Autosteer niet in staat is de
Model S te helpen sturen, wordt Autosteer
afgebroken, klinkt er een geluidssignaal en
wordt het volgende bericht weergegeven op
het instrumentenpaneel:
Autosteer uitschakelen
Autosteer wordt geannuleerd wanneer:
Als de Model S is uitgerust met
Bestuurdersassistentie-componenten (zie
Over bestuurdersassistentie op pagina 70) en
u het optionele Autopilot Tech-pakket hebt aangeschaft, gebruikt Autopark informatie van
de ultrasone sensoren en het GPS-systeem
voor het volgende:
In situaties waarin Autopark niet werkt
vanwege onvoldoende sensorgegevens, wordt
op het instrumentenpaneel een waarschuwing weergegeven die aangeeft dat u de Model S
zelf moet parkeren.
Opmerking: Als u het rempedaal intrapt
wanneer Autopark de Model S actief parkeert,
zal de parkeerprocedure worden onderbroken
totdat u op de knop Resume op het touchscreen drukt.
Opmerking: Autopark detecteert mogelijke
haakse parkeerplekken die ten minste 2,9 meter breed zijn met een geparkeerd voertuig
aan weerszijden. Autopark detecteert
parkeerplekken voor
fileparkeren die ten
minste zes meter lang zijn maar korter dan 15
meter. Autopark werkt niet met schuine
parkeerplekken.
Attentie: U mag er niet op vertrouwen dat
Autopark een parkeerplek vindt die legaal, geschikt en veilig is. Autoparkdetecteert mogelijk niet altijd objecten
die op de parkeerplek staan. Kijk altijd
goed of een parkeerplaats geschikt en veilig is.Attentie: Wanneer Autopark de Model S
actief bestuurt, draait het stuur
overeenkomstig de aanwijzingen van
Autopark. Hinder de bewegingen van het
stuur niet. Als u dat doet, wordt Autopark
geannuleerd.Attentie: Gedurende de parkeerprocedure
moet u voortdurend uw omgeving in de gaten houden. Wees paraat om te
remmen om auto
Gebruik van Summon
Opmerking: Summon is een BETA-functie. Summon is uitsluitend bedoeld voor gebruik op eigen
terrein, waar de omgeving vertrouwd en voorspelbaar is. Wanneer u Summon gebruikt, moet u
voortdurend op de auto letten. De bestuurder is verantwoordelijk voor een veilig en verantwoord gebruik van deze functie, in overeenstemming met het beoogde gebruiksdoel.
Met Summon kunt u de Model S laten in- en uitparkeren van buiten het voertuig met behulp van
de mobiele app. Summon maakt gebruik van de informatie van de ultrasone sensoren om de Model S vooruit of achteruit in een parkeerplek te manoeuvreren. Wanneer het parkeren isvoltooid, schakelt Summon de Model S in de stand P (Parkeren). Het parkeren is voltooid wanneer:
Als de Model S is uitgerust met componenten
voor bestuurdersassistentie (zie Over
bestuurdersassistentie op pagina 70),
controleert de naar voren gerichte camera de
markeringen van de rijstrook waarin u zich
bevindt. De ultrasone sensoren controleren
omliggende gebieden en de dode hoek op de
aanwezigheid van een voertuig of andere
objecten.
Wanneer een object, bijvoorbeeld een voertuig, in de dode hoek wordt gedetecteerd
of op korte afstand opzij van de Model S
(zoals een voertuig, vangrail etc.), verschijnen
er gekleurde lijnen die vanuit de afbeelding van de Model S naar buiten bewegen op het
instrumentenpaneel. De locatie van de lijnen komt overeen met de locatie van het
gedetecteerde object. De kleur van de lijnen
(wit, geel, oranje of rood) geeft de nabijheid van het object tot de Model S aan, waarbij withet verst weg is en rood zeer dichtbij is enonmiddellijke actie vereist. Deze gekleurdelijnen worden alleen getoond wanneer er
tussen ca. 16 km/h en 140 km/h wordt
gereden. Wanneer Autosteer actief is, worden deze gekleurde lijnen ook getoond bij lage
snelheden, zelfs wanneer de Model S wordt
gestopt (bij voorbeeld bij een kruising of in
druk verkeer).De Rijstrookassistent waarschuwt ook tegen
ongewenst verlaten van de rijstrook door een
lichte trilling van het stuur wanneer een
voorwiel over een rijstrookmarkering gaat en de bijbehorende richtingaanwijzer uit is. Deze
waarschuwing is alleen actief wanneer harder dan ongeveer 70 km/h wordt gereden. Tik op
Controls > Settings > Driver Assistance > Lane
Departure Warning om deze waarschuwing in
of uit te schakelen. De gekozen instelling wordt bewaard tot u deze handmatig wijzigt.
Deze wordt ook in uw
bestuurdersprofielopgeslagen.
Naast de hierboven beschreven
waarschuwingen kan de Rijstrookassistent
ingrijpen op de besturing als de Model S de wegbelijning van een naastgelegen rijstrookoverschrijdt (of nadert) waarin een object,
bijvoorbeeld een auto, is gedetecteerd. In
dergelijke situaties stuurt de Model S automatisch naar een veiligere positie op zijn
rijstrook. Deze stuurbeweging wordt alleen
uitgevoerd wanneer de Model S tussen 70 km/h en 140 km/h rijdt op hoofdwegen metduidelijk zichtbare wegmarkeringen. Wanneer
de Rijstrookassistent ingrijpt in de besturing,
laat het instrumentenpaneel kort een
waarschuwingsbericht zin.
Attentie: Het ingrijpen op de besturing is
minimaal en niet bedoeld om de Model S uit zijn rijstrook te sturen. Vertrouw er
niet op dat het ingrijpen op de besturing
een zijdelingse botsing kan voorkomen.Attentie: Functies van de
Rijstrookassistent zijn bedoeld als
hulpmiddel en niet ter vervanging van uw eigen waarnemingen. Vertrouw nooit
alleen op de Rijstrookassistent om u te
informeren dat u per ongeluk uw rijstrook
verlaat of dat zich een object of auto in
uw dode hoek bevindt, of dicht bij de zijkant van uw auto. Meerdere externe
factoren kunnen de werking van de
Rijstrookassistent hinderen. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder
om alert te blijven, op de rijstrook te letten en zich altijd bewust te zijn van
andere weggebruikers. Als u dit niet doet, kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk letselleiden.Attentie: De Rijstrookassistent is
ontworpen om de wegmarkeringen te
detecteren en detecteert mogelijk niet de
rand van de weg, met name wanneer
langs de weg geen stoeprand loopt. Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder alert te rijden en binnen de
grenzen van de rijstrook te blijven.
Rijstrookassistent
90Model S Owner
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om onmiddellijk corrigerend in te grijpen.Attentie: Het kan gebeuren dat Forward
Collision Warning een waarschuwing
geeft in situaties waarbij er geen kans is
op een aanrijding. Blijf alert en let altijd
op de weg voor de Model S, zodat u kunt
inschatten of u moet ingrijpen of niet.Attentie: Forward Collision Warning werkt
niet als de Model S langzamer rijdt dan
7 km/h.Attentie: Forward Collision Warning geeft
geen waarschuwing als de bestuurder het
rempedaal al intrapt.
Automatisch remmen bij noodstop
De naar voren gerichte camera en de
radarsensor zijn in staat de afstand te bepalen
tot een object (voertuig,
motorfiets, fiets of
voetganger) dat zich v
Opmerking: Wanneer u kiest voor 21" velgen
kan het TPMS onterecht waarschuwingen in
verband met de bandenspanning genereren.
Breng de Model S naar een Tesla Service
Center voor verdere afstelling.
Opmerking: Stel de TPMS-sensoren niet
opnieuw in om de waarschuwingen over de
bandenspanning proberen te wissen.
De TPMS-sensoren opnieuw instellen: 1. Breng alle banden op hun aanbevolen spanning, zoals vermeld op de sticker met
de relevante informatie op de middenstijl
aan de zijde van de bestuurder.
2. Rijd tien minuten en tik dan op het touchscreen van de Model S op Controls >
Settings > Service & Reset > Tire Pressure
Monitor > Reset Sensors.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.Let op!: Het kiezen van de verkeerde
wielmaat kan leiden tot onterechte
waarschuwingen over de
bandenspanning op het
instrumentenpaneel. Als er een
waarschuwing over de bandenspanning verschijnt, stap dan
uit, sluit de klep van de bagageruimte achter en alle portieren, wacht tot het
touchscreen uit gaat, stap weer in en
selecteer de juiste wielmaat voordat u
op Reset tikt.
Een bandenspanningsensor vervangen
Neem contact op met een Tesla Service Center als het TPMS-controlelampjeregelmatig brandt om te laten controleren of
er een bandenspanningsensor vervangen
moet worden. Laat een
bandenspanningsensor uitsluitend door een Tesla-technicus vervangen; hij of zij kan een
korte set-upprocedure uitvoeren. Als een
ander bedrijf de band vervangt of repareert,
zal de bandenspanningsensor niet werken tot de set-upprocedure door Tesla is uitgevoerd.
TPMS-storing
De Model S is tevens voorzien van een
storingsindicator voor het TPMS-systeem dat
een melding weergeeft wanneer het systeem
niet naar behoren functioneert.
Het TPMS-controlelampje heeft
daarvoor een extra functie, naast het
melden van de bandenspanning. Als
er een storing in het systeem wordt
geconstateerd, knippert het TPMS-
controlelampje gedurende
Aaanhaalmoment, technische gegevens 178
aanhanger trekken 175
aanjagersnelheid, interieur 112
aantal zitplaatsen 174
ABS (antiblokkeersysteem) 58
Acceleratie (Dual Motor) 103accessoiresaansluiting op stopcontact 122
monteren 172achterklepopenen 10
opening afstellen 10
achterstoelen neerklappen en opklappen 18
Achteruit 44
achteruitrijcamera 69
actieradiusrijtips om actieradius te vergroten 67
weergegeven op instrumentenpaneel 46
actieradiusgarantie 68
adaptieve koplampen 55
afdekplaat, verwijderen 168
afmetingen 176
afmetingen overhang 176
airbag, passagier voorin, uitschakelen 34
airbags 32
airconditioning 111
alarm 133
alarmknipperlichten 55
always connected, instellen 67
anti-takelbeveiliging 133
antiblokkeersysteem (ABS) 58
apparatenaansluiting 122
audiobestanden afspelen van 121
Bluetooth, audiobestanden afspelen 121audiobestanden afspelen 118
toetsen op het stuur 38
volumeregeling 118
Auto Lane Change 81
automatisch remmen bij noodstop 93
automatisch vering verhogen 116
Autopark 84
Autopilot 70
Autosteer 78
B bagageruimte voor 12
bagageruimte, achterkinderslot 7
portiergrepen binnenzijde uitschakelen 7
bagageruimte, voor 12
bandenbalanceren 153
bandenspanningsensor vervangen 157banden (continued)bandenvulmiddel 158
controle en onderhoud 153
kettingen 156
markeringen op banden 182
rotatie 153
spanning, controleren 152
specificatie 181
vervangen 154
vierseizoenen 155
winter 155
zomer 155
bandenreparatie 158
bandenreparatiesetjebusje met vulmiddel vervangen 161
oppompen met lucht 160
oppompen met vulmiddel 159
bandenspanning, controleren 152
batterij (12V)technische gegevens 180
volledig ontladen 141Batterij (hoogspanning)koelvloeistof 168
onderhoud van 141
technische gegevens 180
temperatuurbeperkingen 141
batterij (sleutel), vervangen 5
bekerhouders 16
belading 174
bereikregeneratief remmen 59bestuurderprofielen 36
stoel verstellen 17bestuurdersassistentieAuto Lane Change 81
automatisch remmen bij noodstop 93
Autopark 84
Autosteer 78
binnen wegmarkeringen blijven 90
collision avoidance assist 93
dode hoek detectie 90
forward collision warning 93
inhaalacceleratie 72
instellingen van 107
overzicht 70
side collision avoidance 90
Tra