Overzicht Climate controlDe bediening van climate control wordt permanent weergegeven aan de onderzijde van het
touchscreen. Standaard staat climate control altijd op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort
onder alle normale omstandigheden. Als u de temperatuur aanpast, past het systeem automatisch
de temperatuur, de airconditioning, de luchtverdeling en -circulatie en de aanjagersnelheid aan om
de ingestelde temperatuur te bereiken en aan te houden. Tik op Auto om deze instellingen te
overrulen (zie Climate control instellen op pagina 112).
De aanjager, de verwarming en de airconditioning worden alle door de batterij gevoed. Dat betekent dat langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1. De voorstoelen zijn uitgerust met thermostatisch geregelde stoelverwarming met 3 standen (1
= laagste stand, 3 = hoogste stand).
Als de verwarming is ingeschakeld, branden de controlelampjes rood en wordt de stand van
de verwarming aangegeven.
Opmerking: Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket, kunt u ook de stoelverwarming van de achterstoelen, de verwarmde ruitenwissers en het verwarmde stuur
bedienen door te tikken op Controls > Cold Weather (zie Bediening op pagina 103). Als de
auto uitgerust is met de optionele executive zitplaatsen op de achterbank, kunt u de
verwarming van de zitting en de rugleuning van elke passagiersstoel op de tweede rij
afzonderlijk regelen.
2. Tik op de pijl omhoog of pijl omlaag om de temperatuur in het interieur in te stellen. Tik op SYNC TEMP in de pop-up die verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u detemperatuur voor bestuurder en passagier tegelijkertijd instellen.
3. Automatische/handmatige climate control (zie Climate control instellen op pagina 112).
4. De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik eenmaal om in te schakelen, een tweede keer om de verwarming en ventilator op de maximale stand te laten
werken en een derde keer om de luchtverdeling, verwarming en ventilator terug te zetten op
de vorige instellingen.
5. Zet de climate control aan/uit.
6. De achterruitverwarming werkt gedurende 15 minuten en wordt dan automatisch uitgeschakeld. Ook de buitenspiegels zijn verwarmd.
Opmerking: Afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop van de auto,
is de auto al dan niet uitgerust met verwarmde buitenspiegels.
Attentie: Om verbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten personen met
aandoeningen aan het zenuwstelsel en mensen met beperkt vermogen om pijn te voelen vanwege diabetes, leeftijd, neurologische problemen enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik
van de climate control en de stoelverwarming.
Climate control
Touchscreen gebruiken111
Climate control instellen
Het systeem zorgt volledig automatisch voor een optimaal comfort onder alle normale
omstandigheden. U hoeft alleen de gewenste temperatuur in te stellen, en het systeem past
automatisch de airconditioning, de luchtcirculatie, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid aan
om uw geselecteerde temperatuur te bereiken en aan te houden.
Tik op AUTO om de automatische instelling uit te schakelen en de individuele instellingen aan te
passen. Tik vervolgens op de instelling die u wilt veranderen. Wanneer u een instelling wijzigt,
verandert het pictogram AUTO van blauw in grijs en wordt RESET AUTO weergegeven. Tik op RESET AUTO om alle instellingen op het scherm weer te veranderen in hun standaardwaarden. U
kunt ook tikken op AUTO in combinatie met een individuele instelling om deze weer te veranderen
in zijn standaardwaarde.
1. Tik op RESET AUTO om alle instellingen weer te veranderen in hun standaardwaarden.
2. Tik op A/C ON of A/C OFF om de airconditioning aan of uit te zetten. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af, maar bespaart u energie.
Omdat de Model S veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het
zijn dat u de compressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid of om het geluid te
beperken.
Climate control
112Model S Owner
Ventilatie
De buitenlucht wordt aangezogen in de
Model S via een rooster onder de voorruit.
Houd dit rooster vrij van bladeren, sneeuw e.d.
Richt de ventilatieroosters omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts om de luchtstroom in
de Model S te regelen.
Opmerking: De buitenste ventilatieroosters
kunnen ook op de zijruiten gericht worden om
deze te ontwasemen.
Interieurfilter
De Model S heeft een interieurfilter dat stof,
roet, pollen en andere deeltjes opvangt. Tesla
vervangt dit
filter tijdens de geplande
onderhoudsbeurten elke 12 maanden, of elke
20.000 km.
Cabin Overheat Protection De climate control kan de temperatuur in het
interieur verlagen bij extreem hoge
omgevingstemperaturen gedurende twaalf uur
nadat u uit de Model S stapt. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de
airconditioning ingeschakeld als de
temperatuur in het interieur hoger is dan 40
Aaanhaalmoment, technische gegevens 178
aanhanger trekken 175
aanjagersnelheid, interieur 112
aantal zitplaatsen 174
ABS (antiblokkeersysteem) 58
Acceleratie (Dual Motor) 103accessoiresaansluiting op stopcontact 122
monteren 172achterklepopenen 10
opening afstellen 10
achterstoelen neerklappen en opklappen 18
Achteruit 44
achteruitrijcamera 69
actieradiusrijtips om actieradius te vergroten 67
weergegeven op instrumentenpaneel 46
actieradiusgarantie 68
adaptieve koplampen 55
afdekplaat, verwijderen 168
afmetingen 176
afmetingen overhang 176
airbag, passagier voorin, uitschakelen 34
airbags 32
airconditioning 111
alarm 133
alarmknipperlichten 55
always connected, instellen 67
anti-takelbeveiliging 133
antiblokkeersysteem (ABS) 58
apparatenaansluiting 122
audiobestanden afspelen van 121
Bluetooth, audiobestanden afspelen 121audiobestanden afspelen 118
toetsen op het stuur 38
volumeregeling 118
Auto Lane Change 81
automatisch remmen bij noodstop 93
automatisch vering verhogen 116
Autopark 84
Autopilot 70
Autosteer 78
B bagageruimte voor 12
bagageruimte, achterkinderslot 7
portiergrepen binnenzijde uitschakelen 7
bagageruimte, voor 12
bandenbalanceren 153
bandenspanningsensor vervangen 157banden (continued)bandenvulmiddel 158
controle en onderhoud 153
kettingen 156
markeringen op banden 182
rotatie 153
spanning, controleren 152
specificatie 181
vervangen 154
vierseizoenen 155
winter 155
zomer 155
bandenreparatie 158
bandenreparatiesetjebusje met vulmiddel vervangen 161
oppompen met lucht 160
oppompen met vulmiddel 159
bandenspanning, controleren 152
batterij (12V)technische gegevens 180
volledig ontladen 141Batterij (hoogspanning)koelvloeistof 168
onderhoud van 141
technische gegevens 180
temperatuurbeperkingen 141
batterij (sleutel), vervangen 5
bekerhouders 16
belading 174
bereikregeneratief remmen 59bestuurderprofielen 36
stoel verstellen 17bestuurdersassistentieAuto Lane Change 81
automatisch remmen bij noodstop 93
Autopark 84
Autosteer 78
binnen wegmarkeringen blijven 90
collision avoidance assist 93
dode hoek detectie 90
forward collision warning 93
inhaalacceleratie 72
instellingen van 107
overzicht 70
side collision avoidance 90
Tra