42
ion_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
A
ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan,
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren door de ruiten te openen.
Z
et de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
C
ondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje
water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
F
K
ies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig
gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruiten
beslaan.
F
Z
et de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in
goede staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
De ver warming en ventilatie worden
gevoed door de tractiebatterij; het
gebruik ervan zorgt voor een hoger
stroomverbruik van de auto en daarmee
voor een kleinere actieradius.
Schakel de ver warming of de
airconditioning uit als u dat noodzakelijk
lijkt.
Tijdens het normaal laden van de auto
kunnen de ventilatie, de ver warming en
de airconditioning worden geactiveerd
als het contact in de stand ACC staat.
Tijdens het snelladen van de auto
kunnen de ventilatie, de ver warming
en de airconditioning niet worden
geactiveerd.
Ergonomie en comfort
111
ControlesControleer, tenzij anders aangegeven, de onderdelen aan de hand van het onderhoudsschema van de fabrikant.
Laat anders de controles uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Laat het filter periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles
door, te laten controleren.
Remblokken
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT
specifieke producten aan.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles door
worden afgesteld.
Staat van remschijven /
remtrommels
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven en/of
remtrommels.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het filter twee keer zo vaak
vervangen worden
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
7
Praktische informatie
164
ion_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
12V- ac c u ............................................. 1 0 9 , 113
Banden
.................................................. 92, 14 4
Bandenreparatieset
.................................... 117
Aansluiting 12V
.......................................
3
8, 39
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 63
A
ccessoires ................................................... 58
Achtercompartiment
................................... 108
Achterklep sluiten
......................................... 29
Achterlichten
............................................... 131
Achterruitverwarming
...................................46
Achteruitrijlicht
............................................ 132
Actieradius
.............................................. 21, 24
Afmetingen
.................................................. 14
2
Afremmen op de motor
.................................66
Afstandsbediening
.................................. 2 7, 4 7
Airbags
.................................................... 70, 77
Airbags vóór
...............................
.............70, 73
Airconditioning
...............................
...42, 43, 45
Alarmknipperlichten
...................................... 59
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 63
A
ntispinregeling (ASR)
.................................65
Assistance-oproep
........................................ 61
Automatisch branden remlichten
..................59
Automatisch inschakelen verlichting
............55
Automatisch uitschakelen van de verlichting
................................................... 55CD-/MP3-speler
..................................149, 15 0
Claxon
...........................................................59
Controlepaneel
............................................. 99
C
ontroles
..............................................1 0 7, 111
Derde remlicht
............................................. 13
3
Detectie te lage bandenspanning
..... 1
7, 24, 92
Dimlicht
....................................................... 13
0
Dimmer dashboardverlichting
.................21, 2 2
Display
....................................................21, 2 2
Elektromotor
................................................140
Elektronische remdrukregelaar (REF)
.........63 Elektronische startblokkering
.................26, 27
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) ........................................................... 65
ESP/ASR
.......................................................65
Geluidssignaal voor voetgangers
.................60
Gewichten
...................................................141
Grootlicht
.....................................................129
Handrem
...............................................8 9 , 111
Handsfree set
..............................................152
Hoofdsteunen
..........................................32-34
Hoofdsteunen verstellen
...............................32
id
entificatiegegevens
..................................143
id
entificatie (stickers)
..................................14
3
in
klappen/uitklappen buitenspiegels
............36
ins
trumentenpaneel
......................................10i
nterieurfilter
................................................111
B
A
C
D
E
Bandenspanning ...........................92, 143, 14 4
Bandenspanningscontrole (met set) ...........117
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 92
B
ekerhouder
................................................. 38
Binnenspiegel
............................................... 37
B
lokkering ruitbediening passagierszijde
en achter
..................................................... 30
Bluetooth (handsfree set)
........................... 15
2
Buitenspiegels ............................................... 36
G
H
I
index