Page 65 of 85

Radio65RadioGebruik........................................ 65
Zender zoeken ............................. 65
Favorietenlijst ............................... 66
Radio Data System (RDS) ...........67
Digital Audio Broadcasting ..........68Gebruik
Activeren van de radiofunctie
Druk op RADIO.
Frequentiebereik selecteren Druk herhaaldelijk op RADIO op het
bedieningspaneel om tussen de
verschillende golfbanden te wisselen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk op t of v om de vorige of
volgende zender te beluisteren.
Handmatig zender zoeken Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los wanneer de gewenste
frequentie bijna bereikt is.
Handmatig afstemmen
Druk op MENU om het golfbereik‐
menu te openen en selecteer vervol‐
gens Handmatig afstemmen .
Afhankelijk van de gekozen golfband, wordt er een lijst met alle frequenties
getoond.
Kies de gewenste frequentie.
Zenderlijsten
Als de zenderlijst is bijgewerkt, draai dan aan MENU voor een lijst met alle
zenders die momenteel kunnen
worden ontvangen.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste zender.
Categorielijsten
Tal van radiozenders zenden een
PTY-code uit die het uitgezonden
programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders wijzigen
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden ook de
PTY-code.
Page 66 of 85

66RadioHet infotainmentsysteem slaat deze
zenders op in de desbetreffende
categorielijst, gesorteerd op program‐
matype.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB-
golfband.
FM-frequentiebereik 3 67.
DAB 3 68.
Druk op MENU om het betreffende
golfbereikmenu weer te geven en
selecteer Categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmacategorieën.
Selecteer de gewenste categorie. Er
verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijsten bijwerken Druk op MENU om het golfbereik‐
menu te openen en selecteer
Zenderlijst bijwerken .
De betreffende zenderlijst wordt
bijgewerkt.Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
Er zijn 24 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen met vier favorieten per
pagina.
Selecteer FAV om de favorietenlijst
weer te geven.
Een zender opslaan Selecteer de zenders die u wilt
opslaan.
Selecteer de betreffende favorieten-
schermtoets en houd deze ingedrukt
tot er een pieptoon klinkt en de
zendernaam op de betreffende favor‐
ietenschermtoets verschijnt.
De zender wordt als favoriet opgesla‐ gen.
Een zender oproepen Druk zo nodig herhaald op FAV om
naar de betreffende favorietenpagina
te bladeren.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet. De gewenste radio‐
zender wordt afgespeeld.
Let op
De huidige favoriet wordt gemar‐
keerd.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Aantal favorietenpagina's
instellen .
Selecteer de gewenste optie.
Page 67 of 85

Radio67Let op
Overschrijdt het aantal opgeslagen
favorieten het aantal favorieten dat
in het instellingenmenu is ingesteld, dan worden extra opgeslagen favor‐
ieten niet gewist, maar worden deze niet weergegeven. U kunt ze herac‐
tiveren door het aantal weer te
geven favorieten te verhogen.
Radio Data System (RDS) RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste
zender en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.● Het infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bv. informatie over het actuele
programma.
RDS-instellingen
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de RDS-instellingsopties te configure‐ren. Druk op MENU om het FM-golf‐
band weer te geven.
RDS
Zet RDS op AAN of UIT .
Let op
Als f RDS is ingesteld op UIT, zijn de
RDS-functies niet beschikbaar.
Verkeersinformatie
Verkeersinformatiezenders zijn RDS- zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als verkeersinformatie isingeschakeld, wordt de momenteel
actieve functie voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Activeer of deactiveer
Verkeersinformatie (TP) .
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de
actuele zender geen verkeersinfor‐
matiezender is, wordt [ ] weergege‐
ven en wordt er automatisch naar de
volgende verkeersinformatiezender
gezocht. Zodra er een verkeersinfor‐
matiezender wordt gevonden, licht [TP] op. Wordt er geen verkeersinfor‐
matiezender gevonden, dan blijft [ ]
op het scherm staan.
Als er een verkeersbericht op de
betreffende verkeersinformatiezen‐
der wordt uitgezonden, verschijnt er
een bericht.
Annuleer het alarm om de melding te
onderbreken en naar de laatst geac‐
tiveerde functie te gaan.
Regio
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Page 68 of 85

68RadioZet Regio op AAN of UIT .
Als de regio-instelling ingeschakeld
is, worden er zo nodig andere
frequenties met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder
rekening te houden met regionale
programma's.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
Voordelen van DAB ● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v.
met de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheidaan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te voorkomen.
Als het DAB-signaal te zwak is
om door de radio te worden
opgevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem kan worden vermeden
door in het DAB-optiemenu DAB-
naar-DAB-verbinding en/of DAB
naar FM koppelen te activeren
(zie onderstaand).
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit deontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in
die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Als DAB-ontvangst is ingescha‐ keld, blijft de FM-tuner van het
infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt dan
continu naar FM-zenders met de
beste ontvangst. Als TP 3 67
geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als DAB-ontvangst niet door FM- verkeersberichten moet worden
onderbroken.
DAB-instellingen
Activeer de radiofunctie en kies
vervolgens de DAB-golfband om de
DAB-instellingsopties te configure‐
ren. Druk op MENU om de DAB-golf‐
band weer te geven.
DAB-meldingen
Naast hun muziekprogramma's
zenden veel DAB-zenders ook
diverse categorieën berichten uit. Als
u sommige of alle categorieën
Page 69 of 85

Radio69activeert, wordt de momenteel
ontvangen DAB-service bij een
bericht uit deze categorieën onder‐
broken.
Selecteer DAB-berichten om de DAB-
categorielijst weer te geven.
Kies de gewenste categorieën. De geselecteerde categorieën zijn
gemarkeerd met 9.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen
ontvangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
DAB naar DAB koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐ kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Zet DAB-naar-DAB-verbinding op
AAN of UIT .
DAB naar FM koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Zet DAB-naar-FM-verbinding op
AAN of UIT .
L- Band
Is L Band geactiveerd, dan ontvangt
het infotainmentsysteem een extra
frequentiebereik (1452 - 1492 MHz).
Zet L-band op AAN of UIT .
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie zoals berichten, financiële informatie, sport, nieuws, enz.
ontvangen.
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie uit de lijst om gedetailleerde informatie weer te
geven.
Page 70 of 85

70Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................70
Audio afspelen ............................. 72Algemene informatie
De USB-aansluiting voor externe
apparaten bevindt zich op de midden‐ console.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
U kunt op de AUX-ingang extra appa‐ raten aansluiten.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere
bedieningsfuncties werken via het
randapparaat zelf.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op randapparatuur
weergeven.Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Gebruik de volgende kabel om het
randapparaat op de AUX-ingang van
het infotainmentsysteem aan te slui‐
ten:
3-polig voor audiobron.
Ontkoppel het AUX-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het AUX-apparaat te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3- speler, USB-opslagstation of smart‐
phone aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van het
infotainmentsysteem.
Page 71 of 85

Externe apparaten71Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op USB-opslagap‐ paratuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u
aanvullende instellingen aanpassen
voor apparaten die via het MTP zijn
aangesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .
Als u wilt dat het apparaat alleen via de USB-poort wordt opgeladen, moet u Alleen opladen activeren. Als u naar
de USB-audiobron omschakelt terwijl
deze instelling is geactiveerd, wordt u
gewaarschuwd met een oplaadbe‐
richt.
Als u muziekbestanden wilt afspelen
die op het apparaat zijn opgeslagen,
moet u Alleen mappen met muziek
scannen of Alle mappen scannen
activeren.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen PBAP,HFP, A2DP en AVRCP ondersteu‐
nen, werken draadloos op het info‐
tainmentsysteem.
Het Infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op Bluetooth-
apparatuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 76.
Bluetooth-apparatenlijst
Activeer de Bluetooth-audiobron,
druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Bluetooth-apparaten beheren
om naar de Bluetooth-apparatenlijst
te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-apparatenlijst
3 76.
Bestandsindelingen
Er worden alleen apparaten onder‐
steund die zijn geformatteerd in de
FAT16/32 bestandssystemen.
Page 72 of 85

72Externe apparatenLet op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De volgende MP3- en WMA-bestan‐
den kunnen worden afgespeeld:
● Transmissiesnelheid: 8 kbps ~ 320 kbps
● Samplingfrequentie: 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16 kHz
(voor mpeg-2)
MP3-bestanden die gebruik maken
van VBR, kunnen worden afge‐
speeld.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie (versie 1.0, 1.1,
2.2, 2.3 en 2.4) kan het infotainment‐
systeem informatie weergeven, bijv.
over de titel van de track en de artiest.Audio afspelen
Weergave starten
Aansluiten van het apparaat 3 70.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Voorbeeld: USB-bron.
Let op
De onderstaande bedieningsfunc‐
ties zijn niet beschikbaar voor AUX-
apparaten.
Functietoetsen
Naar het vorige of volgende bestand
gaan
Druk op t of v om het vorige of
volgende nummer af te spelen.
Als, zodra het nummer wordt afge‐
speeld, binnen 5 seconden op t
wordt gedrukt, gaat het systeem naar het begin van het huidige nummer.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt om snel
voor- of achteruit te spoelen.
Afspeelvolgorde Druk in het desbetreffende audiobron
op MENU en blader door de lijst naar
Willekeurige volgorde .
Stel Willekeurige volgorde in op
AAN om de nummers op het apparaat
in willekeurige volgorde af te spelen.
Stel Willekeurige volgorde in op UIT
om de nummers in de normale volg‐
orde af te spelen.
Bladeren naar een nummer Afhankelijk van het apparaat kunt u
naar nummers bladeren in de cate‐
gorieën en subcategorieën van een
mappenstructuur.
Let op
Om deze functie te kunnen gebrui‐
ken, moet de indexering voltooid
zijn.