Page 97 of 277

Instrumenten en bedieningsorganen95Brandt groenSysteem wordt ingeschakeld en is
gebruiksklaar.
Knippert geel Systeem herkent een onbedoelde
verandering van rijstrook.
Lane Departure Warning 3 181.
Ultrasoonparkeerhulp r brandt geel.
Storing in het systeem
of
Storing door vervuilde of met sneeuw of ijs bedekte sensoren
of
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Als de storingsbron
wordt verwijderd, dan werkt het
systeem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring
onmiddellijk door een werkplaats
laten verhelpen.
Ultrasoonparkeerhulp 3 164.Elektronische
stabiliteitsregeling UIT
t brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Elektronische stabiliteitsre‐ geling en Traction Control- systeem
b knippert of brandt geel.
Knippert Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automatisch iets worden afgeremd.
Brandt Er zit een storing in het systeem. Er
verschijnt een waarschuwingsbericht
of -code op het Driver Information
Center. Verder rijden is mogelijk. Het systeem is buiten werking. De rijsta‐
biliteit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Elektronische stabiliteitsregeling
3 155, Traction Control 3 154.
Traction Control-systeem UIT
k brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Voorverwarming ! brandt geel.
Het voorverwarmen van de dieselmo‐
tor is geactiveerd. Wordt alleen bij
lage buitentemperaturen ingescha‐
keld.
Roetfilter % brandt of knippert geel.
Het dieselpartikelfilter moet gerege‐
nereerd worden.
Blijven rijden totdat % dooft. Laat het
motortoerental zo mogelijk niet onder 2000 omw/min dalen.
Page 98 of 277

96Instrumenten en bedieningsorganenBrandtHet dieselpartikelfilter is vol. Start het
regeneratieproces zo spoedig moge‐
lijk.
Knippert Het maximale vulniveau van het filter
is bereikt. Start het regeneratieproces
onmiddellijk om schade aan de motor te voorkomen.
Roetfilter 3 142, Stop-startsysteem
3 138.
Bandenspanningscontrole‐ systeem
w brandt of knippert geel.
Brandt
Banden verliezen spanning. Meteen
stoppen en bandenspanning contro‐
leren.
Knippert
Storing in het systeem of montage
van een wiel zonder druksensor
(bijv. reservewiel). Na60 - 90 seconden brandt de controle‐
lamp continu. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
3 219.
Motoroliedruk
I brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking en dooft vlak na het starten van de motor.
Brandt bij een draaiende motorVoorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk
onderbroken. Dit kan aanleiding
geven tot motorschade en/of tot
het blokkeren van de aandrijfwie‐ len.
1. De koppeling intrappen.
2. Zet de keuzehendel op neutraal.
3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐ stroom verlaten zonder hierbij
andere weggebruikers te hinde‐
ren.
4. Schakel de ontsteking uit.9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder.
Tijdens een Autostop werkt de
rembekrachtigingseenheid nog altijd.
De sleutel niet uitnemen voordat
de auto helemaal stilstaat, omdat
het stuurslot anders plotseling kan worden geactiveerd.
Het oliepeil controleren alvorens dehulp van een werkplaats in te roepen
3 197.
Te laag brandstofpeil
Y brandt of knippert geel.
Brandt Peil in brandstoftank is te laag.
Page 99 of 277

Instrumenten en bedieningsorganen97KnippertBrandstofvoorraad opgebruikt.
Onmiddellijk bijtanken. Brandstoftank
nooit leegrijden.
Tanken 3 185.
Katalysator 3 143.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten 3 202.
Startbeveiliging
d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De
motor kan niet worden gestart.
Motorvermogen verminderd
# brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Autostop
Autostop actief
D brandt rood of wit.
De motor is een Autostop.
Stop-startsysteem 3 138.Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 115.
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt bij ingeschakeld grootlicht of
bij lichtsignaal 3 116.
Grootlichtassistentie
f brandt groen.
De grootlichtassistentie is geacti‐
veerd 3 118.
Mistlamp
> brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 120.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld 3 120.Cruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen De cruise control is actief.
Cruise control 3 157.
Voorligger gedetecteerd
A brandt groen.
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 161.
Snelheidsbegrenzer
L brandt op het Driver Information
Center wanneer de snelheidsbegren‐
zer actief is. Ingestelde snelheid
wordt aangegeven naast symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 159.
Page 100 of 277

98Instrumenten en bedieningsorganenVerkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 177.
Portier open
h brandt.
Een portier of de achterklep staat open.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de uitrus‐
ting is het Driver Information Center
verkrijgbaar als Midlevel-display of
Uplevel-display.
De volgende menu's kunnen worden
geselecteerd op het Driver Informa‐
tion Center met de toetsen op de rich‐
tingaanwijzerhendel:
● boordinformatie en instellingen● reis-/brandstofinformatie
● verbruiksinformatie
Zo nodig verschijnen de volgende
meldingen:
● waarschuwingsmeldingen 3 104
● aanduiding versnelling 3 94
● aanduiding rijmodus 3 144,
3 149
● waarschuwing bandenspanning 3 219● aanduiding gordelverklikker
3 92
● aanduiding Autostop 3 138
● service-informatie 3 93
Midlevel-display
Hoofdmenu's zijn: ● rit-/brandstofinformatie, zie beschrijving hieronder
● boordinformatie, zie beschrijving hieronder
Sommige weergegeven functies
verschillen onderweg ten opzichte
van stilstand van de auto. Sommige
functies zijn alleen onderweg
beschikbaar.
Page 101 of 277

Instrumenten en bedieningsorganen99Uplevel-display
Hoofdmenu's zijn:● rit-/brandstofinformatie, weerge‐ geven door ;, zie beschrijving
hieronder
● boordinformatie, weergegeven door ?, zie beschrijving hier‐
onder
● eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐
onder
Sommige weergegeven functies
verschillen onderweg ten opzichte
van stilstand van de auto. Sommige
functies zijn alleen onderweg
beschikbaar.
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de hoofd‐
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een
submenu van het hoofdmenu te
selecteren of om een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op SET/CLR te drukken.
Boordinformatie 3 104.
Rit-/brandstofinformatie Mogelijke pagina's zijn: ● digitale rijsnelheid
● dagteller
● gemiddeld brandstofverbruik
● gemiddelde snelheid
● actueel brandstofverbruik
● actieradius brandstof
● actieradius brandstof LPG-versie
● timer
● buitentemperatuur
Selectie en aanduiding is verschillend tussen Midlevel-display en Uplevel-
display.
Digitale rijsnelheid
Digitale weergave van de huidige snelheid.
Page 102 of 277

100Instrumenten en bedieningsorganenDagteller
De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
De dagteller telt tot 9999 km en begint dan weer bij 0.
Draai het stelwiel om dagteller 1 of 2
te selecteren bij Uplevel-display.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.
Gemiddeld brandstofverbruik
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.Bij auto's met LPG-motoren: Het
gemiddelde verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus, LPG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐ heid. De meting kan op elk momentopnieuw worden gestart.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het
betreffende display actief is.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met LPG-motoren: Het
momentane verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus, LPG of benzine.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt op basis van het aanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er een bericht op
het display en controlelamp Y op de
brandstofmeter gaat branden.
Wanneer er onmiddellijk moet
worden bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Ook knippert
controlelamp Y op de brandstofmeter
3 96.
Actieradius brandstof, LPG-versie
Page 103 of 277

Instrumenten en bedieningsorganen101Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering voor elke
brandstoftank (LPG en benzine). Een
te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het betreffende gedeelte.
Timer
Volg voor de bediening de aanwijzin‐
gen op het display.
Buitentemperatuur
Weergave van huidige buitentempe‐
ratuur.
Voertuiginformatie
Mogelijke pagina's zijn: ● eenheid
● snelheidswaarschuwing
● aanduiding resterende levens‐ duur van de motorolie
● bandenspanning
● draagvermogen band
● buitentemperatuur
● afstand tot voorligger
● verkeersbordherkenning
● taalSelectie en aanduiding is verschillend tussen Midlevel-display en Uplevel-
display.
Eenheid
Druk op SET/CLR terwijl de pagina
wordt weergegeven. Selecteer
Engels (eenheid 1) of metriek
(eenheid 3) door aan het stelwiel te draaien. Druk op SET/CLR om de
maateenheid in te stellen.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR te drukken terwijl
de pagina wordt weergegeven. Draai
aan het stelwiel om de waarde te
selecteren. Druk op SET/CLR om de
snelheid in te stellen.
Bij het overschrijden van de geselec‐
teerde maximumsnelheid klinkt er
een geluidssignaal. Na het instellen
van de snelheid kan deze functie
worden uitgeschakeld door tijdens
het bekijken van deze pagina op
SET/CLR te drukken.
Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het percentage
staat voor de huidige resterende
levensduur van de olie en geeft aan
wanneer de motorolie en het filter
moeten worden ververst/vervangen
3 87.
Bandenspanning
Onderweg worden de bandenspan‐
ningswaarden van alle wielen op
deze pagina weergegeven 3 219.
Page 104 of 277

102Instrumenten en bedieningsorganenDraagvermogen band
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 219.
Buitentemperatuur
Weergave van huidige buitentempe‐
ratuur.
Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 163.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 177.
Taal
Selecteer de voorkeurstaal als de
weergegeven taal.
ECO-informatie Mogelijke pagina's zijn: ● zuinigheidstrend
● eco-index
● grootste verbruikersZuinigheidstrend
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en laten de gevolgen van de terreingesteld‐
heid of het rijgedrag op het brandstof‐ verbruik zien.
De grafiek kan worden teruggesteld
door op SET/CLR te drukken.
Eco-index
Het huidige brandstofverbruik wordt
weergegeven op een zuinigheids‐
schaal. Pas voor een zuinige rijstijl de
rijstijl zodanig aan dat de gevulde
segmenten binnen de Eco-zone blij‐
ven. Hoe meer segmenten er gevuld
zijn, hoe hoger het brandstofverbruik.
Tegelijkertijd wordt de gemiddelde
verbruikswaarde weergegeven.
Grootste verbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
aangegeven.
Onder bepaalde omstandigheden
activeert de motor de achterruitver‐
warming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder deze heeft geactiveerd.
Colour-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een Colour-Info-
Display met aanraakschermfunctio‐
naliteit.