156TelefoonKies het gewenste apparaat. Er
verschijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet het eerst worden losgekoppeld (zie
bovenstaand).
Selecteer Wissen om het apparaat te
verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de appa‐
ratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐
oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het perso‐ neel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
Telefoon157gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enkele minu‐
ten duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk datde functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat
beschreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het
infotainmentsysteem moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 154.
● De Bluetooth-functie van de mobiele telefoon moet geacti‐veerd zijn (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 154.
Handsfreemodus activeren
Druk op PHONE op het bedienings‐
paneel van het Infotainmentsysteem.
Het hoofdmenu van de telefoon
verschijnt.Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 154.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren
Handmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het
volgende scherm verschijnt.
Telefoon159Het telefoonboek wissen
Als u alle vermeldingen in het tele‐
foonboek van het Infotainmentsys‐ teem wilt wissen, drukt u op PHONE.
Selecteer Telefoonboek en dan Alles
wissen .
Bellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in
bijbehorende bellijsten.
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om Menu telefoon te openen. Selecteer
Gesprekslijsten .
Het volgende scherm verschijnt.Selecteer de gewenste gesprekslijst,
bijv. Gemiste oproepen . Er verschijnt
een menu met de betreffende
gesprekslijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het
systeem kiest het betreffende tele‐
foonnummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de multifunctio‐
nele knop om op het display Nee te
selecteren.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of cd-
modus, actief is, wordt het geluid van de betreffende audiomodus onder‐
drukt en blijft dit zo totdat het gesprek
wordt beëindigd.Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.
Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een
bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 134.
160TelefoonFuncties tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het display.
Selecteer Menu op het display om
naar het menu Verbonden te gaan.
Selecteer Ophangen op het display
om het gesprek te beëindigen.
Privémodus activeren
Selecteer Gesprek via handset in het
menu Verbonden om het gesprek
door te schakelen naar de mobiele
telefoon.
Selecteer Menu op het display en
daarna Gesprek doorschakelen om
het gesprek terug te schakelen naar het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
Stel Mic dempen in op Aan in het
menu Verbonden . De beller kan u niet
meer horen.
Stel Mic dempen weer op Uit in om de
microfoon weer in te schakelen.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijnaan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een
mobiele telefoon installeert en
bedient. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU- richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● De buitenantenne moet profes‐ sioneel worden geïnstalleerd om
het maximaal mogelijke bereik te krijgen.
● Maximaal zendvermogen: 10 watt
● De mobiele telefoon moet op een
geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het Instructieboekje,
hoofdstuk Airbagsysteem .Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de
mogelijkheden tot gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan,
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
groter is dan 2 watt bij GSM 900 en
niet groter is dan 1 watt bij de andere
types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐ o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
162TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 144, 147, 148, 153
AUX-ingang ............................. 147
Bluetooth-muziek ....................151
CD-speler ................................ 144
Infotainment-systeem ..............124
Telefoon .................................. 153
USB-poort ............................... 148
Algemene informatie................... 151
Antidiefstalfunctie ......................125
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 126
Automatische volumeregeling ....134
Autostore-lijsten .......................... 136
Zenders ophalen .....................136
Zenders opslaan .....................136
AUX-functie activeren .................147
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........147
Bediening ................................ 147
Inschakelen ............................. 147
Volume aanpassen .................147
B Basisbediening ........................... 130
Bediening ........................... 151, 156
AUX-ingang ............................. 147
Bluetooth-muziek ....................151
CD-speler ................................ 145Menu....................................... 130
Radio ....................................... 135
Telefoon .................................. 156
USB-poort ............................... 149
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............126
Stuurwiel ................................. 126
Telefoon .................................. 153
Bedieningspaneel Infotainment ..126
Bel Beltoon .................................... 156
Functies tijdens het gesprek ...156
Inkomend gesprek ..................156
Telefoongesprek initiëren ........156
Beltoon Beltoon selecteren ..................156
Beltoonvolume ........................ 134
Blokkeren van verkeersberichten 140
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................151
Bluetooth-verbinding ...............154
Telefoon .................................. 156
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........151
Bediening ................................ 151
Inschakelen ............................. 151
Voorwaarden ........................... 151
Bluetooth-verbinding ..................154
163CCategorielijst ............................... 137
Cd afspelen starten ....................145
Cd-menu ..................................... 145
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........144
Cd afspelen starten .................145
Cd plaatsen ............................. 145
Cd-menu ................................. 145
Een cd verwijderen .................145
Gebruik.................................... 145
Inschakelen ............................. 145
CD-speler activeren ....................145
D DAB ............................................ 142
Datuminstellingen .......................129
De radio inschakelen ..................135
Digital Audio Broadcasting .........142
Dynamisch audioaanpassing .....142
F
Favoriete lijsten .......................... 137
Zenders ophalen .....................136
Zenders opslaan .....................136
Favorietenlijst ............................. 136
Frequentiebereikmenu's .............137
Frequentiebereik selecteren .......135
Functie Opnieuw kiezen .............156G
Gebruik ............... 129, 135, 145, 147
AUX-ingang ............................. 147
Bluetooth-muziek ....................151
CD-speler ................................ 145
Menu ....................................... 130
Radio ....................................... 135
Telefoon .................................. 156
USB-poort ............................... 149
Geluidsinstellingen .....................133
Gesprekkenlijsten .......................156
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 156
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 129
M Maximaal opstartvolume............. 134
Menubediening ........................... 130
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................160
Multifunctionele toets ..................130
Mute............................................ 129
N Noodoproep ................................ 156O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 149
Overzicht bedieningselementen. 126
R Radio Afstemmen op zender .............135
Autostorelijsten........................ 136
Bereik selecteren ....................142
Categorielijst ........................... 137
Configureren van RDS ............140
DAB configureren ....................142
DAB-berichten ......................... 137
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 142
Dynamisch audioaanpassing ..142
Favoriete lijsten ...............136, 137
Frequentiebereik selecteren ...135
Frequentiebereikmenu's.......... 137
Gebruik.................................... 135
Inschakelen ............................. 135
Radio Data System (RDS) ......140
Radioverkeerinformatieservice 140 Regio-instelling........................ 140
Verkeersberichten ...................140
Zender zoeken ........................ 135
Zenderlijsten............................ 137
Zenderlijsten bijwerken ...........137
166FlexDockFlexDockAlgemene informatie..................166
Gebruik ...................................... 167Algemene informatie
FlexDock bestaat uit een ingebouwde basisplaat en verschillende typen
cradles die aan de basisplaat kunnen
worden bevestigd. Door het plaatsen
van een iPhone ®
of een andere
smartphone in de cradle kan de smartphone via het Infotainmentsys‐
teem, de knoppen op het stuurwiel of het aanraakscherm worden bediend.
Voor nadere informatie over het
gebruik van de cradle verwijzen wij u
naar de bij elke cradle meegeleverde
handleiding van de cradle.9 Waarschuwing
Met het FlexDock verbonden
toestellen moeten zodanig worden gebruikt dat de bestuurder niet
wordt afgeleid en dat de verkeers‐
veiligheid op geen enkel moment
in het geding komt.
Houd u te allen tijde aan de
geldende wet- en regelgeving van
het land waarin u zich op dat
moment bevindt. Deze wetgeving
kan verschillen van de informatie
in deze handleiding. Zet bij twijfel
uw auto aan de kant en bedien de apparatuur terwijl u stilstaat.
Let op
Gebruik via de USB-aansluiting niet
tegelijkertijd een andere audiobron
om superposities van beide audio‐
bronnen te voorkomen.
Voorzichtig
Laat de mobiele telefoon ter voor‐
koming van diefstal bij het verlaten van de auto niet in het FlexDockachter.
FlexDock167GebruikCradle op de basisplaat
bevestigen
1. Haal de kap van de basisplaat.
2. Druk de cradle in de basisplaat en
klap deze neer.
Smartphone met het
Infotainmentsysteem verbinden
Universele smartphone
Verbind de smartphone via de
aansluitkabel met de cradle.
iPhone
De iPhone wordt bij het plaatsen in de cradle automatisch verbonden.
Afhankelijk van de aanwezige soft‐
ware en hardware kan de functionali‐
teit van de iPhone beperkt zijn.
De smartphone bedienen
Bij het verbinden van de smartphone
via FlexDock heeft deze dezelfde
functionaliteit als wanneer deze via
de USB-aansluiting wordt aangeslo‐
ten. Zie de betreffende instructies in
deze handleiding voor gedetailleerde
informatie.
Voor het gebruik van de telefoonfunc‐ tie of de functie Streaming audio via
Bluetooth ®
moet er een Bluetooth-
verbinding tot stand worden gebracht. Zie de betreffende instructies in deze handleiding en de gebruiksaanwijzing
bij de smartphone voor gedetailleerde informatie.
Cradle van de basisplaat
verwijderen
1. Druk op de ontgrendelingsknop en verwijder de cradle.
2. Bevestig de cradle op de basis‐plaat.