Page 109 of 169

Radio109CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3 102.
RDS in-/uitschakelen
Zet RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Om de TA-functie permanent in of uit
te schakelen:
Zet Verkeersmelding (TA) op Aan of
Uit .
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn ingeschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op
verschillende frequenties program‐ ma's uit die regionaal van elkaar
verschillen.
Zet Regionaal (REG) op Aan of Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve frequenties (AF) met dezelfde regio‐
nale programma's geselecteerd.
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale
programma's.
RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen tonen.Voorkomen dat aanvullende informa‐
tie wordt weergegeven:
Zet Geen rollende displaytekst op
Aan .
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele
programma en over de actuele
muziektrack.
Om de informatie te tonen of te
verbergen:
Zet Radio-tekst: op Aan of Uit.
Radioverkeerinformatieservice
(TP = Traffic Programme)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die
verkeerinformatie uitzenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op TP.
Page 111 of 169

Radio111● Zolang een bepaalde DAB-ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Er is fading (zwakker worden van
het geluid) dat typerend is voor
AM - of FM-ontvangst. Het DAB-
signaal wordt op een constant
volume weergegeven.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden
opgevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
voortdurend naar de best
ontvangbare FM-zenders. Als TP 3 108 geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.DAB configureren
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de
volgende opties beschikbaar:
● Automatische groeplinks : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op
dezelfde service van een ander
DAB-ensemble (frequentie
indien beschikbaar) als het DAB- signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Page 112 of 169
112Radio●Automatische links DAB-FM : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over naar
een overeenkomstige FM-
zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als
het DAB-signaal te zwak is om
door de radio te worden opge‐
vangen.
● Dynamische geluidsaanpas. : als
deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat houdt in dat het volume van hard geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het
Infotainment zo worden afgesteld dat zacht geluid goed hoorbaar is
zonder dat hard geluid te hard
klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het Infotainment‐
systeem dienen te worden
ontvangen.
Page 113 of 169

Cd-speler113Cd-spelerAlgemene aanwijzingen.............113
Gebruik ...................................... 114Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2
Romeo, Joliet
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.
Page 118 of 169
118USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............118
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die op de USB-poort zijn
aangesloten, worden bediend via de bedieningselementen en menu's van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelenDruk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 114.
Op de volgende pagina's worden
alleen de afwijkende/aanvullende bedieningsaspecten beschreven.
Bedieningen en schermweergaven
worden alleen voor USB-opslagappa‐ raten beschreven. Andere apparaten
werken in het algemeen hetzelfde.
Page 120 of 169

120TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 88, 113, 117, 118
Antidiefstalfunctie ........................89
Autostore-lijsten .......................... 104
B
BACK-toets ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
C Cd afspelen starten ....................114
CD-speler activeren.................................. 114
belangrijke informatie ..............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
D DAB ............................................ 110
DAB configureren .......................110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103
De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E Enhanced Other Networks .........108
EON ............................................ 108F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G Gebruik ................. 96, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .....................100
H Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 102
maximaal opstartvolume .........102
tooninstellingen .......................100
volume voor verkeersberichten 102
volume: instellingen ................102
Infotainmentsysteem gebruiken ...96
M
Menubediening ............................. 97
Multifunctionele toets ....................97
Mute.............................................. 96
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen ...90
Page 124 of 169

124InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............124
Antidiefstalfunctie ......................125
Overzicht bedieningselementen 126
Gebruik ...................................... 129
Basisbediening .......................... 130
Geluidsinstellingen ....................133
Volume-instellingen ...................134Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
Met de ingebouwde audiospeler kunt u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonportal
waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel en veilig in de auto kunt
gebruiken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐ teem worden bediend met behulp van de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 125 of 169
Inleiding125Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.