2–19
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*1 44 bepaling. Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda dealer in het geval u een
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor speci ¿ eke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instructies.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient gebruik te maken van de veiligheidsgordels,
zowel heup- als schoudergordel. Als de schoudergordel de nek of het gezicht kruist, het kind
verder naar het midden van de auto verplaatsen.
Een achterwaarts gericht kinderzitje mag NOOIT op de passagierszitting worden gebruikt
wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is.
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
Om de kans op letsel bij de activering van de passagiersairbag te verminderen, functioneert
de inzittende passagier detectiesensor als onderdeel van het aanvullend beveiligingssysteem.
Dit systeem deactiveert de voor- en zij-airbags van de passagierszitting en ook het systeem
van de voorspanner van de veiligheidsgordel van de passagierszitting wanneer het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag brandt.
Wanneer een peuter of klein kind op de passagierszitting plaatsneemt, schakelt het systeem
de voor- en zij-airbags en het systeem van de voorspanner van de veiligheidsgordel van de
passagierszitting uit, dus controleer dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de passagiersairbag brandt.
Zie voor bijzonderheden, “Inzittende passagier detectiesensor” (pagina 2-54 ).
2–20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Gebruik een kinderzitje van de juiste maat:
Voor een effectieve beveiliging bij botsingen en plotseling afremmen dienen kinderen
gebruik te maken van veiligheidsgordels of een kinderzitje afhankelijk van de leeftijd
en de grootte. Zo niet, dan bestaat de kans dat het kind bij een ongeluk ernstig of zelfs
dodelijk letsel oploopt.
Volg de instructies van de fabrikant en houd het kinderzitje steeds op zijn plaats
verankerd:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een
aanrijding zou het kinderzitje van zijn plaats kunnen schuiven en ernstig letsel,
mogelijk met dodelijke a À oop, aan het kind of andere inzittenden kunnen toebrengen.
Zorg ervoor dat het kinderzitje dat u gebruikt goed op zijn plaats bevestigd wordt
volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. Wanneer u het kinderzitje
niet gebruikt, dit uit de auto verwijderen of met een veiligheidsgordel bevestigen of dit
aan BEIDE Iso ¿ x-ankers en de bijbehorende spanriemverankering vastzetten.
Zet een kind steeds in een geschikt kinderzitje vast:
Het in uw armen vasthouden van een kind tijdens het rijden is buitengewoon gevaarlijk.
Ongeacht hoe sterk de persoon is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen of een
botsing het kind niet kunnen blijven vasthouden, waardoor het kind of de overige
inzittenden ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Zelfs bij een gematigde
botsing kan het kind blootgesteld worden aan de kracht van een airbag, waardoor het
kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen, of het kind zou tegen een volwassene
kunnen slaan en zowel zelf letsel kunnen oplopen als ook aan de volwassene letsel
kunnen toebrengen.
Controleer bij gebruik van een kinderzitje altijd dat het airbag-uitgeschakeld
OFF-indicatielampje van de passagiersairbag brandt (Met inzittende passagier
detectiesysteem):
Het vervoeren van een kind in een kinderzitje dat op de passagierszitting is geïnstalleerd
terwijl het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag niet
brandt is uiterst gevaarlijk. Bij een ongeluk bestaat de kans dat een airbag wordt
opgeblazen en ernstig letsel, mogelijk met dodelijk a À oop, aan het kind toebrengt dat
in het kinderzitje vervoerd wordt. Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-
indicatielampje van de passagiersairbag brandt.
Zie Inzittende passagier detectiesysteem op pagina 2-54 .
2–21
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
passagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Bij auto's die uitgerust zijn met een passagiersairbag is er een waarschuwingslabel
zoals hieronder aangegeven aangebracht. Dit waarschuwingslabel is aangebracht
overeenkomstig de bepalingen.
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig
of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto is uitgerust met een inzittende
passagier detectiesysteem, altijd controleren dat het airbag-uitgeschakeld OFF-
indicatielampje van de passagiersairbag brandt wanneer u een achterwaarts gericht
kinderzitje op de passagierszitting installeert.
2–22
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Alvorens u een kinderzitje op de passagierszitting gaat installeren, de passagierszitting
zo ver mogelijk naar achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk
letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
passagiersairbag brandt.
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
passagierszitting gevaarlijk (Met inzittende passagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor, als u de passagierszitting moet
gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje
op de passagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de
passagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag brandt niet
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
De zitting is afgewassen.
Er is vloeistof op de zitting gemorst.
De passagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagierszitting en de
bestuurdersstoel.
Er is een elektrisch apparaat op de passagierszitting geplaatst.
Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
passagierszitting geïnstalleerd.
2–27
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van babyzitje
Een babyzitje wordt uitsluitend in de
achterwaarts gerichte positie gebruikt.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een babyzitje
(pagina 2-31 ).
WAARSCHUWING
Installeer altijd een babyzitje op de
juiste zitplaats:
Het installeren van een babyzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een babyzitje
dat op de verkeerde zitting wordt
geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
WAARSCHUWING
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
passagierszitting die door een airbag
beveiligd wordt:
Uiterst gevaarlijk! Gebruik geen
achterwaarts gericht kinderzitje op een
zitting die aan de voorzijde door een
airbag beveiligd is!
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het zitje
bevindt zou dan ernstig gewond kunnen
raken of zelfs om het leven kunnen
komen. Als uw auto is uitgerust met een
inzittende passagier detectiesysteem,
altijd controleren dat het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt
als het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de
passagierszitting niet te vermijden is.
2–28
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van peuterzitje
Een peuterzitje wordt gebruikt in de
voorwaarts en achterwaarts gerichte
posities, afhankelijk van de leeftijd en
de grootte van het kind. Volg bij het
installeren de instructies van de fabrikant
in overeenstemming met de betreffende
leeftijd en grootte van het kind, alsmede
de richtingen voor het installeren van het
kinderzitje.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een peuterzitje
(pagina 2-31 ).
Achterwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Installeer een achterwaarts gericht
peuterzitje altijd op de juiste zitplaats:
Het installeren van een achterwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de tabel
“Geschiktheid van kinderzitjes voor
diverse zitposities” te raadplegen is
gevaarlijk. Een achterwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
WAARSCHUWING
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
passagierszitting die door een airbag
beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het zitje
bevindt zou dan ernstig gewond kunnen
raken of zelfs om het leven kunnen
komen. Als uw auto is uitgerust met een
inzittende passagier detectiesysteem,
altijd controleren dat het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt
als het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de
passagierszitting niet te vermijden is.
2–29
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Nooit een voorwaarts gericht
peuterzitje op de verkeerde zitplaats
installeren:
Het installeren van een voorwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel “Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zitposities” te raadplegen
is gevaarlijk. Een voorwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Controleer altijd dat het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de passagiersairbag brandt.
Alvorens u een kinderzitje op de
passagierszitting gaat installeren, de
passagierszitting zo ver mogelijk naar
achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de passagiersairbag brandt.
Installatiepositie van juniorenzitje
Een juniorenzitje wordt uitsluitend in de
voorwaarts gerichte positie gebruikt.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een juniorenzitje
(pagina 2-31 ).
2–30
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Installeer altijd een juniorenzitje altijd
op de juiste zitplaats:
Het installeren van een juniorenzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities”
te raadplegen is gevaarlijk. Een
juniorenzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Alvorens u een kinderzitje op de
passagierszitting gaat installeren, de
passagierszitting zo ver mogelijk naar
achteren plaatsen:
*1
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-
uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de passagiersairbag brandt.
*1 De achterste stand is voor het
installeren van bepaalde kinderzitjes
mogelijk niet geschikt.