4–57
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Indicatie/Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indicatie Pagina
(Groen) * Veiligheidsgordelindicatielampje (Achterzitting) 2-29
* Indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag *1 2-74
(Groen) * KEY-indicatielampje 4-6
(Groen) * i-stop indicatielampje 4-25
Beveiligingssysteemindicatielampje *1 3-64
(Wit/Oranje)
* Rijsnelheidsalarmindicatie (Zonder multi-
informatiedisplay)
4-38
(Met multi-
informatiedisplay)
4-48
* Moersleutelindicatie/indicatielampje *1 4-61
* Voorgloeilampje *1 4-61
* Dieseldeeltjes ¿ lterindicatie/indicatielampje *1 4-265
(Blauw) * Indicatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-61
Schakelstandindicatie 4-68
Verlichting-aan indicatie/indicatielampje 4-78
5–18 0
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*Bepaalde modellen.
Achterste kledinghaken
WAARSCHUWING
Hang nooit zware of scherpe
voorwerpen aan de steungrepen en
kledinghaken:
Het hangen van zware of puntige
voorwerpen zoals een kleerhanger aan
de steungrepen of kledinghaken is
gevaarlijk, aangezien deze in het geval
van activering van een gordijn-airbag
van hun plaats kunnen vliegen en een
inzittende kunnen raken, wat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Hang kleding steeds zonder kleerhangers
op aan de kledinghaken en steungrepen.
Kledinghaak
Uitneembare asbak *
De uitneembare asbak kan vastgezet en
gebruikt worden in een van beide voorste
bekerhouders.
WAARSCHUWING
Gebruik de uitneembare asbak
uitsluitend in zijn vaste positie en zorg
ervoor dat deze volledig is ingestoken:
Gebruik van een asbak die uit zijn
vaste positie verwijderd is of niet
volledig is ingestoken is gevaarlijk.
Sigaretten kunnen gaan rollen of uit
de asbak in het interieur vallen en
brand veroorzaken. Bovendien zullen
sigarettenpeuken niet vanzelf volledig
doven, ook niet als het deksel van de
asbak gesloten is.
OPGELET
De asbakken niet als prullenbak
gebruiken. Dit kan brandgevaar
opleveren.
6–66
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
15 ENG.MAIN 40 A Motorbesturingssysteem
16 ABS/DSC M 50 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
17 FAN DE 40 A Koelventilator
*
18 WIPER 20 A Voorruitenwisser en ruitensproeier
19 HEATER 40 A Airconditioning
20 ADD FAN GE 30 A Koelventilator
*
21 ENGINE.IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
22 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
23 AUDIO2 7,5 A Audio-installatie
24 METER2 7,5 A Instrumentengroep
*
25 ENGINE3 15 A Motorbesturingssysteem
26 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
27 ENGINE1 15 A Motorbesturingssysteem
28 AT 15 A Transmissiebesturingssysteem
* , Contactschakelaar
29 H/CLEAN 20 A Koplampsproeier *
30 A/C 7,5 A Airconditioning *
31 AT PUMP 15 A Transmissiebesturingssysteem *
32 HORN 15 A Claxon
33 R.WIPER 15 A Achterruitenwisser
34 H/L HI 20 A Koplampen (grootlicht)
35 ST.HEATER 15 A Verwarmd stuurwiel
*
36 FOG 15 A Mistlichten *
37
7,5 A Motorbesturingssysteem
38 H/L LOW L 15 A Koplamp (dimlicht) (Links)
39 ENGINE4 15 A —
40 — — —
41 METER1 10 A Instrumentengroep
42 SRS1 7,5 A Airbag
43 BOSE 25 A Model uitgerust met Bose
® geluidsinstallatie *
44 AUDIO1 15 A Audio-installatie
45 ABS/DSC S 30 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
46 FUEL PUMP 15 A Brandstofsysteem
*
47 FUEL WARM 25 A Brandstofverwarmer *
48 TAIL 15 A Achterlichten, kentekenplaatlampen
49 SCR2
FUEL PUMP2 25 A —
50 HAZARD 25 A Waarschuwingsknipperlichten, richtingaanwijzers,
achterlichten, positielampen
51 H/L LOW R 15 A Koplamp (dimlicht) (Rechts)