5–60
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ LINK CHANGE ”.
6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is gemaakt,
wordt het “
” symbool nogmaals
getoond, tezamen met “ LINK
CHANGED ”. “ LINK CHANGED ”
wordt gedurende drie seconden
getoond, vervolgens keert de normale
display terug.
OPMERKING
Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
Als een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth
® type audioapparatuur wilt
gebruiken dat reeds eerder met de
Bluetooth
® eenheid is gepaard, dient
de verbinding gewijzigd te worden
naar deze apparatuur.
Als zich tijdens het verbinden
van apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie
seconden op de display en keert
de display terug naar “ LINK
CHANGE ”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie
van de apparatuur in de auto (niet
in de bagageruimte of in een
metalen doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
Het selecteren van apparatuur
is ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
V e r i ¿ ëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie “Wijzigen
van de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden.
5–61
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Wissen van een apparaat
(Bluetooth ® audio)
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
koppelingsverwijdermodus “ PAIR
DELETE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de
gekoppelde apparatuur wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gekoppelde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden.
Als enkel één stuks apparatuur is
gekoppeld, wordt enkel de naam van
deze apparatuur getoond. 5. Als een andere selectie dan
“ GO BACK ” is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“ SURE ? NO ” getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar “ SURE ?
YES ”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
-Rechtsom: “ SURE ? YES ” wordt op de
display getoond
-Linksom: “ SURE ? NO ” wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen apparatuur.
OPMERKING
Selecteer “ GO BACK ” en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de “ PAIR DELETE ” display.
8. Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt “ PAIR DELETED ” gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van
de gekoppelde apparatuur een fout
voordoet, knippert “ Err ” gedurende
drie seconden op de display en keert de
display terug naar “ LINK DELETE ”.
5–62
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Informatiedisplay van Bluetooth ®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
koppelingsapparatuurinformatie
“ DEVICE INFO ” in de “ BT SETUP ”
modus. (Zie voor bijzonderheden
“Instellen van Bluetooth
®
audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.
Beschikbare taal *
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
Als de taalinstelling wordt veranderd,
blijft de apparatuurregistratie
behouden.
Telefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd, moeten
opnieuw in het telefoonboek van de
nieuwe taal ingevoerd worden.
Voer deze stappen uit alvorens
u begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
a À eidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Taal”
5. Prompt: “Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.”