5–22
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
Aansluiten met behulp van een
verbindingskabel
1. Open het consoledeksel.
2. Als de ingang voor extra apparatuur
of USB-poort voorzien is van een
afdekkapje, het afdekkapje verwijderen.
(Type A)
3. Sluit de stekker van het apparaat/
verbindingskabel aan op de ingang
voor extra apparatuur/USB poort. Steek
de apparatuurstekker/aansluitkabel
door de uitsparing in de console en sluit
aan.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer
niet verstrikt raakt tussen de
versnellingshendel (handgeschakelde
versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie):
Het verstrikt raken van het
aansluitsnoer tussen de
versnellingshendel (handgeschakelde
versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) is
gevaarlijk, aangezien dit de besturing
van de auto kan hinderen en een
ongeluk kan veroorzaken.
OPGELET
Plaats geen voorwerpen op de ingang
voor extra apparatuur/USB poort en
oefen er geen druk op uit wanneer de
stekker is ingestoken.
OPMERKING
Steek de stekker stevig in de ingang
voor extra apparatuur/USB poort.
De stekker bij het insteken of
verwijderen recht vóór de opening
van de ingang voor extra apparatuur/
USB poort houden.
De stekker insteken of verwijderen
door deze aan de onderkant vast te
houden.
5–30
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Houd de automatische
geheugenopslagtoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat u
een pieptoon hoort; het systeem zal dan
automatisch de 6 zenders van elke gekozen
golfband in dat gebied aftasten en tijdelijk
in het geheugen opslaan.
Nadat het aftasten voltooid is, wordt op de
zender afgestemd en wordt de frequentie
ervan aangegeven. Voor het oproepen van
zenders die met de automatische
geheugenopslag zijn opgeslagen, de
automatische geheugenopslagtoets
(
) indrukken en loslaten. Telkens
zal één zender uit het geheugen worden
gekozen en verschijnen de frequentie en
het zendernummer op de display.
OPMERKING
Als na het aftasten op geen enkele
zender kan worden afgestemd, wordt
“ A ” getoond.
Radio data systeem (RDS) *
OPMERKING
Het radio data systeem (RDS) werkt niet
als dit zich buiten het servicegebied van
het systeem bevindt. Alternatieve frequentie (AF)
AF functioneert voor de FM zenders. Druk
op de menutoets (
) en kies de AF
modus om deze in te schakelen en “ AF ”
zal op de display verschijnen. Als de
radio-ontvangst van de huidige zender
zwakker wordt, schakelt het systeem
automatisch over naar een andere zender.
Wanneer u verder naar een regionaal
programma wilt luisteren, op de menutoets
(
) drukken en kies de REG modus
om deze in te schakelen. “ REG ON ” wordt
op de display getoond. Druk voor het
annuleren op de audioregelknop en kies de
REG modus om deze uit te schakelen.
“ REG OFF ” wordt op de display getoond.
Verkeersinformatie (TA)
Als de verkeersinformatietoets (
) wordt
ingedrukt, zal de installatie naar de TA-
modus overschakelen en wordt “ TA ”
getoond.
Als in de TA-modus een TA-uitzending
wordt ontvangen, krijgt de TA-uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of BT
audio) worden gebruikt, en wordt “ Traf ¿ c
Info ” getoond.
Druk tijdens een TA-uitzending op de
verkeersinformatietoets (
) om de
uitzending te beëindigen en naar de
voorheen ingestelde modus terug te keren.
Programmatype informatie (PTY)
Bepaalde FM zenders zenden
programmatype codes uit. Met behulp van
deze code kunnen alternatieve zenders die
dezelfde programmatype codes uitzenden
snel opgespoord worden.
5–31
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Druk in de FM modus op de
programmatype informatietoets (
, ). De
programmatype code en “ PTY ” wordt
tijdens ontvangst getoond. Als er geen
programmatype code is, wordt “ None ”
getoond.
(Kiezen van een programmatype:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op een van de volgende toetsen:
Druk op de voorgeprogrammeerde
voorkeuzezendertoets ( 1 tot 6 ).
Druk op de programmatype
informatietoets (
, ).
(Opsporen van programmatype
informatie:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) totdat de
pieptoon klinkt.
De installatie begint met het opsporen
van uitzendingen en zal als er geen
worden gevonden “ Nothing ” tonen
en vervolgens terugkeren naar de
voorheen ingestelde golfband.
(Opslaan van programmatypen onder
de zendervoorkeuzetoetsen:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) en selecteer het
programmatype. 3. Houd terwijl het programmatype op
de display wordt aangegeven een
zendervoorkeuzetoets gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt.
Ingelaste uitzendingen
Als een ingelaste uitzending wordt
ontvangen, krijgt de ingelaste uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of
BT audio) worden gebruikt, en wordt
“ Alarm! ” getoond.
Wanneer de ingelaste uitzending eindigt,
zal het systeem naar de voorheen
ingestelde functie terugkeren.
5–38
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Gebruik van de USB modus
Media/Scan-toets
Map omlaag toets Map omhoog toets
Weergave/pauzetoets
Willekeurige volgorde weergavetoets
Herhaalde weergavetoetsAudiodisplay
Teksttoets
Spoor terug/terugspoeltoets
Spoor vooruit/snelvooruitspoeltoets
Type Afspeelbare gegevens
USB modus MP3/WMA/AAC bestand
USB 3.0 apparatuur wordt door deze
installatie niet ondersteund. Het is
mogelijk dat andere apparatuur eveneens
niet wordt ondersteund, afhankelijk
van het model of de versie van het
besturingssysteem.
Weergave
1. Zet het contact op ACC of ON.
2. Druk op de aan/uit/volumeknop om de
audio-installatie in te schakelen.
3. Druk de mediatoets (
) in om over
te schakelen naar de USB modus en
start de weergave.
OPMERKING
Bij bepaalde apparatuur zoals
smartphones moet een instelling
gewijzigd worden om van bediening
met behulp van een USB verbinding
gebruik te kunnen maken.
Wanneer het USB apparaat niet is
aangesloten, schakelt de modus niet
over naar de USB modus.
Wanneer er geen afspeelbare
gegevens in het USB-apparaat
beschikbaar zijn, knippert “ NO
CONTENTS ”.
Weergave van het USB apparaat
gebeurt in de volgorde van de
mapnummers. Mappen die geen
MP3/WMA/AAC bestanden bevatten
worden overgeslagen.
In de USB modus het USB apparaat
niet verwijderen. De gegevens
kunnen dan beschadigd worden.
5–40
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Map herhalen
1. Druk op de herhaaltoets ( 1 ) tijdens
weergave en druk vervolgens binnen 3
seconden nogmaals op de toets om de
sporen in de huidige map bij herhaling
weer te geven. “ FOLDER RPT ” wordt
getoond (
wordt getoond naast RPT
aan de onderkant van het
displaygedeelte).
2. Druk nogmaals op de toets om de
herhaalde weergave uit te schakelen.
Willekeurige weergave
Sporen worden willekeurig geselecteerd
en weergegeven.
Map willekeurig
1. Druk op de willekeurige weergavetoets
( 2 ) tijdens weergave om de sporen in
de map in willekeurige volgorde weer
te geven. “ FOLDER RDM ” wordt
getoond (
wordt getoond naast RDM
aan de onderkant van het
displaygedeelte).
2. Druk voor het annuleren van de
weergave in willekeurige volgorde na 3
seconden nogmaals op de toets.
Alles willekeurig
1. Druk op de willekeurige weergavetoets
( 2 ) tijdens weergave en druk
vervolgens binnen 3 seconden
nogmaals op de toets om de sporen op
het USB apparaat in willekeurige
volgorde weer te geven. “ ALL RDM ”
wordt getoond (
wordt getoond naast
RDM aan de onderkant van het
displaygedeelte).
2. Druk nogmaals op de toets om de
weergave in willekeurige volgorde uit
te schakelen.
Overschakelen van de display
Telkens wanneer tijdens weergave op de
teksttoets ( 3 ) wordt gedrukt verandert de
informatie die op de audiodisplay wordt
getoond als volgt.
To e t s Informatie die op de
audiodisplay wordt
getoond
Bestandsnummer/
Verstreken tijd
Mapnummer/
Bestandsnummer
Bestandsnaam
Mapnaam
Albumnaam
Muziekstuknaam
Artiestnaam
OPMERKING
De informatie (artiestnaam,
muzieknaam) wordt enkel getoond
wanneer het USB apparaat informatie
bevat die op het scherm getoond kan
worden.
Bepaalde tekens kunnen op deze
installatie niet getoond worden.
Niet-toonbare tekens worden
aangegeven door een sterretje (
).
5–45
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
OPMERKING
Het aantal tekens dat getoond kan
worden is beperkt.
Foutaanduidingen
Als u een foutmelding op de display
ziet, onderneem dan de juiste actie
volgens de onderstaande methoden. Als
u de foutaanduiding niet kunt wissen, de
auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
brengen.
CHECK CD
Als “ CHECK CD ” wordt getoond,
betekent dit dat er een probleem is met de
CD. Controleer de CD op beschadiging,
vuil of vlekken en steek deze vervolgens
correct opnieuw naar binnen. Als het
bericht opnieuw verschijnt, een andere
goed bevonden CD insteken.
CHECK USB
Wanneer het bericht “ CHECK USB ”
wordt getoond, betekent dit dat er een fout
is in het USB-apparaat. Controleer dat de
gegevens die opgenomen zijn in het USB
apparaat MP3/WMA/AAC bestanden
bevatten en sluit het apparaat nogmaals
correct aan.
CHECK iPod
Als het bericht “ CHECK iPod ” wordt
getoond, betekent dit dat er een fout is in
de iPod. Controleer dat de gegevens die
opgenomen zijn in de iPod afspeelbare
bestanden bevatten en sluit correct aan.