Page 680 of 735

Onderhoud
50
7
✽AANWIJZING
Mogelijk wijkt het daadwerkelijke
label met de naam van de
zekeringen en relais af .
Vervangen zekering zijpaneel
1. Zet het contact in stand LOCK en alle andere schakelaars uit.
2. Open het deksel van de zekeringkast.
OPMERKING
• Wanneer u een doorgebrande zekering of relais door een nieuwexemplaar vervangt, zorg er danvoor dat de nieuwe zekering of
het nieuwe relais goed in de houder past Wanneer de zekering
of het relais niet goed vastzit,kunnen de bedrading en de
elektrische systemen van de autobeschadigd raken en mogelijk
brand veroorzaken.
• Verwijder geen zekeringen, relais of aansluitingen die zijn
vastgezet met bouten of moeren.De zekeringen, relais of
aansluitingen zijn mogelijk niet goed vastgezet, wat brand kan
veroorzaken. Als zekeringen,relais of aansluitingen die zijnvastgezet met bouten of moeren
zijn doorgebrand, adviseren we ucontact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.
• Plaats uitsluitend zekeringen of relais in de aansluitingen van de
zekering/relais. Anders kunnen er problemen met de aansluiting of
storingen aan het systeemontstaan.
ODM072017
OPMERKING
Verwijder een zekering niet met een
schroevendraaier of een andermetalen voorwerp omdat hierdoorkortsluiting kan ontstaan, waardoor
schade aan het elektrisch systeem kan worden veroorzaakt.
Page 682 of 735

Onderhoud
52
7
Vervangen zekering motorruimte
1. Zet het contact in stand LOCK (of
OFF) en alle andere schakelaars uit.
2. Verwijder het deksel van de zekeringkast door de lippen in te
drukken en het deksel omhoog te
trekken. 3. Controleer de verwijderde zekering;
vervangen indien deze is doorgebrand.
Gebruik de zekeringtrekker in de
zekeringkast in de motorruimte om de
zekering te verwijderen of te plaatsen.
4. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer
of de zekering goed vastzit.
Bij loszitten adviseren we u contact op
te nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
Multizekering
Vervang de doorgebrande multizekering
als volgt:
1. Neem de minpool los van de accu.
2. Verwijder de bouten die inbovenstaande afbeelding worden
weergegeven.
3. Vervang de zekering door een nieuwe met dezelfde stroomsterkte.
4. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde van verwijderen.
✽AANWIJZING
Als de multizekering is doorgebrand,
adviseren we u contact op te nemen met
een officiële HYUNDAI-dealer.
ODM072027
ODM072028
Alleen dieselmotorOPMERKING
Plaats het deksel op de juiste manier nadat de zekeringkast in de
motorruimte gecontroleerd is.Wanneer dit niet het geval is, kunnen elektrische storingen ten
gevolge van binnendringend vochtoptreden.ODM072047
Page 687 of 735

757
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
P/WDW LH25AModule elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging bestuurder/passagier,
module bestuurders-/passagiersportier, schakelaar ruitbediening links achter,
module elektrisch bedienbare ruit met klembeveiliging links achter
FUEL LID15ASchakelaar tankdopklep
SMART KEY 33SMART KEY7.5ASmart Key-module
STOP LPSTOP LAMP15AElektronische module remsignaal
P/SEAT PASS20ASchakelaar handmatige verstelling passagiersstoel
AMP30AAMP
MODULE 44 MODULE10AAudiosysteem, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, E-CALL Module, AVM (Around
View Monitor), BCM, voeding versterker, schakelaar elektrisch verstelbare
buitenspiegel, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 1), ISG LDC AUDIO/AMP
DR LOCK20ARelais vergrendelen/ontgrendelen portier, relais achterklep,
relaiskast interieur (deadlock-relais)
P/SEAT DRV30AIMS-module bestuurder, schakelaar handmatige verstelling bestuurdersstoel,
schakelaar lendesteun bestuurdersstoel
Page 696 of 735

Onderhoud
66
7
GLOEILAMPEN
Gebruik alleen lampen met de
voorgeschreven wattage.
✽AANWIJZING
Na zware regenval of het wassen van de
auto kan het lijken alsof er vocht in de
koplampen en achterlichten zit. Dit
wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden en
duidt niet op een probleem met uw auto.
Als er sprake is van waterlekkage in het
elektrische gedeelte van de lamp,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING -
Vervangen van gloeilampen
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem stevig
vast en controleer of het contact in
stand LOCK staat om te voorkomen
dat de auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u een
schok krijgt.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een met
dezelfde wattage. Anders kan dezekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële HYUNDAIErkend Reparateur wanneer u niet over het juiste gereedschap, dejuiste lampen en/of ervaring
beschikt. In veel gevallen kan het zelf vervangen van lampen
problemen opleveren vanwege het feit dat om bij de lamp te kunnen
komen, eerst andere onderdelenverwijderd dienen te worden. Dat is
in het bijzonder het geval als u dekoplampunit moet verwijderen om
bij de gloeilamp(en) te kunnen komen. Het verwijderen en plaatsen van de koplampunit kan leiden tot
beschadigingen aan de auto.
Page 721 of 735

791
Onderhoud
• Laat de motor in een afgesloten ruimte(bijvoorbeeld een garage) niet langer
draaien dan nodig is om de auto naar
binnen of naar buiten te rijden.
• Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het interieur
gevoerd wordt als de auto in een open
ruimte stilstaat terwijl de motor wat
langer moet blijven draaien.
• Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in eenstilstaande auto zitten.
• Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel startpogingen
ondernomen worden, kan hetemissieregelsysteem beschadigd
raken.Voorzorgsmaatregelen katalysator
(indien van toepassing)Uw auto is uitgerust met een katalysator
ten behoeve van de emissieregeling.
Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht wordengenomen:
• Gebruik bij een benzinemotor uitsluitend LOODVRIJE BENZINE.
• Gebruik de auto niet als de motor duidelijk storingen vertoont, zoals
overslaan of vermogensverlies.
• Doe geen dingen die slecht zijn voor de motor. Voorbeelden hiervan zijn: de
auto in de versnelling laten uitrollenterwijl het contact in stand LOCK staat
en een helling af rijden met het contactin stand LOCK.
• Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog
stationair toerental draaien.
• Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het
emissieregelsysteem. We adviseren uhet systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
• Vermijd rijden met een extreem laag brandstofniveau. Wanneer de
brandstof opraakt, kan de motor
overslaan, waardoor de katalysator
beschadigd raakt.
WAARSCHUWING - Brand
• Een heet uitlaatsysteem kan brandbare materialen in brand
doen vliegen.
Vermijd contact tussen de auto en brandbare materialen zoals
gras, planten, papier, bladeren,
enz. door niet in de nabijheid
daarvan te parkeren of te rijden,of de motor stationair te latendraaien.
• Het uitlaatsysteem en de katalysator zijn zeer heetwanneer de motor draait en direct
nadat de motor is uitgezet. Blijf
op veilige afstand van het
uitlaatsysteem en de katalysator,
anders kunt u brandwondenoplopen.
Verwijder het hitteschild van het
uitlaatsysteem niet, maak de
onderkant van de auto niet dicht
en breng geen coating aan om
corrosie tegen te gaan. Onderbepaalde omstandigheden kan er
brandgevaar ontstaan.