Kenmerken van uw auto
272
4
7.
• Hiermee schakelt u het monitorscherm
in of uit.
8. RESETTEN
• Geforceerd uitschakelen van het systeem en het opnieuw inschakelen
van het systeem.
9.
• Geeft de tijd/datum/dag weer. 10.
• Radiomodus
- Kort indrukken: TA aan/uit
- Lang indrukken: geeft elke uitzendingdie kan worden ontvangen,
gedurende 5 seconden weer.
• Mediamodi (CD/USB/iPod ®
/Mijn
muziek): geeft elk muziekstuk(bestand) gedurende 10 seconden
weer.
11.
Schakelt over naar het
instellingenscherm.
12. Knop TUNE
• Radiomodus: draai aan deze knop om de uitzendfrequenties te wijzigen.
• Mediamodi (CD/USB/iPod ®
/Mijn
muziek): draai aan deze knop om
muziekstukken/zenders/bestanden te
zoeken. 13.
• Modus MP3 CD/USB: map
doorzoeken.
14. LED GEPLAATSTE CD
• LED die aangeeft of er een CD is geplaatst
FOLDER
SETUP
TA/SCAN
CLOCK
■ Type B-1
4 277
Kenmerken van uw auto
RADIOMODUS
Basisfunctiescherm1. Functieweergave
Geeft de huidige functie weer die wordt
gebruikt
2. Frequentie
Geeft de huidige frequentie weer
3. Preset
Geeft het huidige voorkeuzenummer
weer [1] ~ [6]
4. Voorkeuzeweergave
Geeft de opgeslagen voorkeuzen weer
5. Automatisch opslaan
Slaat frequenties met de beste ontvangst automatisch op onder de
voorkeuzetoetsen
6. RDS-menu
Geeft het RDS-menu weer
7. RDS-informatie
Geeft informatie over de RDS-
uitzendingen weerOverschakelen naar de radiomodus
Als u op de toets drukt, gaat u
naar een andere modus in de volgordeFM1
➟
FM2 ➟FMA ➟AM ➟AMA.
Als u op de toets of
drukt, gaat u naar een andere modus in
de volgorde FM1 ➟FM2 ➟FMA and AM ➟
AMA.
Als [Pop-up Mode] wordt ingeschakeld in
[Display] (weergave) en u
drukt vervolgens op de toets
wordt het functiescherm voor Radio Pop-
up weergegeven.
Draai aan de knop TUNE om de
focus te verplaatsen. Druk op de knopom een optie te selecteren.
RADIO
SETUP
AMFM
RADIO
4 295
Kenmerken van uw auto
✽AANWIJZING - DE iPod®
GEBRUIKEN
•iPod ®
is een geregistreerd
handelsmerk van Apple Inc.
• Om de iPod ®
te kunnen gebruiken
terwijl u de toetsen bedient, moet u
een speciale iPod ®
-kabel gebruiken
(de kabel die bij de iPod ®
/iPhone is
geleverd).
• Als de iPod ®
op de auto wordt
aangesloten terwijl het apparaat
muziek afspeelt, kan er direct na het
aansluiten gedurende ongeveer 1-2
seconden een hoge toon klinken. Sluit
de iPod ®
indien mogelijk op de auto
aan zonder dat er op het apparaat
muziek wordt afgespeeld
• Als de iPod ®
met de iPod ®
-kabel is
aangesloten met het contact in de
stand ACC AAN, wordt de iPod ®
via
het audiosysteem van de auto
opgeladen.
• Wanneer u de iPod ®
aansluit met de
iPod ®
-kabel, moet u ervoor zorgen
dat u de kabel goed aansluit om
communicatiestoringen te
voorkomen. (Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer de EQ-functies van een
extern apparaat, zoals een iPod ®
, en
het audiosysteem beide actief zijn,
kunnen de EQ-effecten elkaar
overlappen en leiden tot een mindere
geluidskwaliteit en vervorming.
Schakel de EQ-functie indien
mogelijk in het externe apparaat uit
als u het apparaat op het
audiosysteem aansluit.
• Er kan sprake zijn van ruis wanneer er een iPod ®
of AUX-apparaat wordt
aangesloten. Wanneer dergelijke
apparaten niet worden gebruikt,
koppelt u het apparaat los en bergt u
het op.
• Wanneer de iPod ®
of het AUX-
apparaat is aangesloten op de
aansluiting voor de voeding, kan er
ruis optreden als er muziek van het
externe apparaat wordt afgespeeld.
Koppel in dergelijke gevallen voor
gebruik van het apparaat de voeding
los.
• Afhankelijk van de eigenschappen van uw iPod ®
/iPhone, kan er audio
worden overgeslagen of onjuist
worden afgespeeld.
(Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer uw iPhone zowel via de
Bluetooth ®
Wireless Technology als
via USB is verbonden, is het mogelijk
dat de muziek niet goed wordt
afgespeeld. Selecteer op uw iPhone de
Dock-stekker of de Bluetooth®
Wireless Technology om de audio-
uitgang (bron) te wijzigen.
•De iPod ®
-modus kan niet worden
gebruikt wanneer de iPod ®
niet kan
worden herkend omdat er versies
worden afgespeeld die de
communicatieprotocollen niet
ondersteunen, gevallen van
afwijkingen en defecten van de iPod ®
.
•De iPod ®
Nano van de 5e generatie
wordt mogelijk niet herkend als de
batterij bijna leeg is. Laad de iPod ®
voor gebruik op.
• De volgorde van zoek- en afspeelopdrachten op de iPod ®
kunnen verschillen van de volgorde
op het audiosysteem.
• Als de iPod ®
niet goed functioneert
door een fout in de iPod ®
, reset u de
iPod ®
en probeert u het opnieuw.
(Raadpleeg de handleiding van de
iPod ®
voor meer informatie)
(Vervolg)
Kenmerken van uw auto
328
4
Lijst met spraakcommando's
• Algemene commando's: dit zijn commando's die in alle situaties kunnen worden gebruikt.
(Sommige commando's worden onder bepaalde omstandigheden echter niet ondersteund.)
CommandoFunctie
More Help (Meer hulp)Levert hulp bij de commando's die overal in
het systeem kunnen worden gebruikt.
Help (Hulp)Levert hulp bij de commando's die in de
actuele modus gebruikt kunnen worden.
Call
Belt de in het telefoonboek opgeslagen
Bijv. Bellen "John"
Phone (Telefoon)
Levert hulp bij commando's met betrekking tot
de telefoon. Zeg na dit commando
"oproepgeschiedenis", "telefoonboek" of "kies
nummer" om de bijbehorende functies uit te
voeren.
Call History (Oproep
overzicht)Geeft het scherm met de oproepgeschiedenis
weer
Phone book
(Telefoonboek)Geeft het telefoonboekscherm weer. Zeg na
dit commando de naam van het contact in het
telefoonboek om automatisch een nummer te bellen.
Dial Number (Kies nummer)
Geeft het scherm voor het kiezen van een
nummer weer. Na dit commando kunt u het
nummer noemen dat u wilt bellen.
Redial (Opnieuw kiezen)Het als laatste gebelde nummer wordt gebeld.
CommandoFunctie
Radio
• Wanneer u naar de radio aan het luisteren
bent, wordt het volgende radioscherm
weergegeven. (FM1 ➟FM2 ➟FMA ➟ AM ➟
AMA)
• Wanneer u naar een andere modus aan het
luisteren bent, wordt het scherm van de als
laatste beluisterde radiomodus
weergegeven.
FM
• Wanneer u reeds naar FM-radio aan het luisteren bent, blijft deze stand gehandhaafd
• Wanneer u naar een andere modus aan het luisteren bent, wordt het scherm van de
als laatste beluisterde FM-radiomodus
weergegeven.
FM1(FM een)Geeft het FM1-scherm weer.
FM2(FM twee)Geeft het FM2-scherm weer.
FMA Geeft het FMA-scherm weer.
AMGeeft het AM-scherm weer.
AMAGeeft het AMA-scherm weer.
FM Preset 1~6 (FM-positie 1~6)Speelt de als laatste afgespeelde zender van
FM-positie 1~6 af.
AM Preset 1~6 (AM-positie 1~6)Speelt de onder AM-positie 1~6 opgeslagen
zender af.
Kenmerken van uw auto
330
4
• FM/AM-radiocommando's: commando's die kunnen worden gebruikt tijdens het luisteren naar FM- en AM-radio.
CommandoFunctie
Preset 1~6
(Positie 1~6 )Speelt de onder positie 1~6 opgeslagen
zender af.
Auto Store (Automatisch
opslaan)Selecteert automatisch radiofrequenties met
goede ontvangst en slaat deze op onderpositie 1~6.
Preset Save 1~6 (Positie opslaan
1~6)Slaat de actuele radiofrequentie op onder positie 1~6.
Seek up (Zoek omhoog)Speelt de volgende ontvangen radiozender af.
Seek down (Zoek omlaag)Speelt de vorige ontvangen radiozender af.
Next Preset
(Volgende positie)Selecteert het positienummer dat na de
laatste geselecteerde positie komt.
(Voorbeeld: wanneer u naar positie nr. 3
luistert, wordt positie nr. 4 geselecteerd.)
Previous Preset (Vorige positie)
Selecteert het positienummer dat voor de
laatste geselecteerde positie komt.
(Voorbeeld: wanneer u naar positie nr. 3
luistert, wordt positie nr. 2 geselecteerd.)
ScanScant de ontvangen frequenties vanaf de
actuele radiozender en speelt iedere
frequentie 10 seconden af.
CommandoFunctie
Preset Scan
(Positie scannen)Gaat naar de volgende positie vanaf de actuele positie en speelt iedere positie 10
seconden af.
AF on (AF aan)Schakelt de functie alternatieve frequentie in
AF off (AF uit)Schakelt de functie alternatieve frequentie uit
Region (Regio)Schakelt de regiofunctie in
Kenmerken van uw auto
346
4
BIJLAGE
Naam Beschrijving
12hr 12 uur
24hr24 uur
AST(A.Store) AUTOMATISCH OPSLAAN AMA AM-RADIO
(AUTOMATISCH OPSLAAN)
FMA FM-RADIO
(AUTOMATISCH OPSLAAN)
AUXExterne audiomodus
BASS BASS
TREBLE TREBLE
BT Bluetooth
PRESET VOORKEUZETOETS
RDS Search Zoeken met Radio Data System
TA Verkeersinformatie
Radio Radio
FM/AM/USB FM/AM/USB
MaxMaximum
MinMinimum
LowLaag
MidMidden
On Aan
Off Uit
PowerBass PowerBass
Setting Instelling
OKOK
MENU MENU
PowerTreble PowerTreble
Naam Beschrijving
SDVC Speed Dependent
Volume Control
Setup Instellen
CURRENT HUIDIG
Current/Total Huidig/totaal
DEVICE NAME APPARAATNAAM
NAME NAAM
NAME HERE NAAM HIER
NUMBER NUMMER
PHONE NAME NAAM TELEFOON
Received Date Ontvangstdatum
Received Ontvangen bericht
Message
Received Time Ontvangsttijd
TIME TIJD
AST AUTOMATISCH OPSLAAN
AMAM-RADIO
CDCOMPACT DISC
FM FM-RADIO
(AUTOMATISCH OPSLAAN)
L=RLINKS=RECHTS
Middle Midden
My Music Mijn muziek
Track Muziekstuk
USB USB
Phone Telefoon
Engineering Mode Tec hniekmodus
SEEK ZOEKEN
IconIcoon
Onderhoud
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-3
Onderhoudswerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-5• Verantwoordelijkheid van de eigenaar . . . . . . . . . . . . 7-5
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
onderhoud uitgevoerd door eigenaar . . . . . . . . . . . . 7-5
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de motorruimte (dieselmotor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-7
Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8• Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8
Uitleg bij onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . 7-11
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-15 • Motoroliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-15
• Motorolie verversen en filter vervangen . . . . . . . . . . 7-16
Koelvloeistof verbrandingsmotor . . . . . . . . . . . . . 7-17 • Koelvloeistofpeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-17
• Koelvloeistof verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-19
Rem-/koppelingsvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-20 • Remvloeistofniveau controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-20 Stuurbekrachtigingsvloeistof. . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
• Controleren van vloeistofniveau stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
• Controle van de slangen van de stuurbekrachtiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-21
Ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-22 • Ruitensproeiervloeistofniveau controleren . . . . . . . . 7-22
Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-23 • Parkeerrem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-23
Brandstoffilter (diesel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-24 • Water uit het brandstoffilter aftappen . . . . . . . . . . . 7-24
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-25 • Filter vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-25
Interieurfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-27 • Filter controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-27
• Filter vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-27
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29 • Bladen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29
• Bladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-29
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-32 • Voor een optimale werking van de accu . . . . . . . . . . 7-32
• Accucapaciteitsticker. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-33
• Accu opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-34
• Te resetten onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-35
7
735
Onderhoud
Te resetten onderdelen
Te resetten onderdelen nadat de accu is
ontladen of na het weer aansluiten van
de accukabels.
• Automatische ruitbediening (zie hoofdstuk 4)
• Schuif-/kanteldak (zie hoofdstuk 4)
• Boordcomputer (zie hoofdstuk 4)
• Verwarmings- en ventilatiesysteem (zie hoofdstuk 4)
• Klok (zie hoofdstuk 4)
• Audio (zie hoofdstuk 4)