Page 171 of 564

3-65
Handige voorzieningen in uw auto
3
- Storing in Autonomous
Emergency Braking (AEB) (indien
van toepassing)
- Storing in Smart Cruise Control (indien van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS, indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.Waarschuwingslampje lage bandenspanning
(indien vantoepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden :
Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
Als de spanning van een of meer banden aanzienlijk te laag is.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Dit waarschuwingslampje blijft
branden nadat het ongeveer 60
seconden heeft geknipperd, of het
gaat herhaaldelijk knipperen met
intervallen van ongeveer 3
seconden:
In het geval van een storing in het TPMS.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Page 172 of 564

3-66
Handige voorzieningen in uw auto
Controlelampjeelektronische
stabiliteitsregeling (ESC)
Dit controlelampje gaat branden :
Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
In het geval van een storing in het ESC-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Dit controlelampje knippert :
Terwijl de ESC in werking is.
Zie voor meer informatie
"Elektronische stabiliteitsregeling(ESC)" in hoofdstuk 5.
Controlelampje
elektronische
stabiliteitsregeling UIT(ESC OFF)
Dit controlelampje gaat branden :
Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
Als u de ESC uitschakelt door op de toets ESC OFF te drukken.
Zie voor meer informatie
"Elektronische stabiliteitsregeling(ESC)" in hoofdstuk 5.
Veilig stoppen
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade aan de banden
veroorzaakt door externefactoren.
Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en brenguw auto langzaam op een
veilige plaats tot stilstand.
WAARSCHUWING
Page 181 of 564

3-75
Handige voorzieningen in uw auto
3
Lage spanning (indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de
bandenspanning te laag is.
Aangegeven wordt in welke band de
spanning te laag is.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Turn on "FUSE SWITCH"(schakel de FUSE SWITCH in)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de
zekeringschakelaar op de
zekeringkast onder het stuurwiel inde stand OFF staat.
Zet de zekeringschakelaar in stand ON.
Zie voor meer informatie
"Zekeringen" in hoofdstuk 7.
Low Washer Fluid (Laag sproeivloeistof niveau)
(indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het
ruitensproeiervloeistofreservoir bijna
leeg is.
Laat het ruitensproeier
-
vloeistofreservoir bijvullen.
Low Fuel (brandstofniv. laag)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de brandstoftank
bijna leeg is.
Als deze melding weergegeven
wordt, gaat waarschuwingslampje
laag brandstofniveau in het
instrumentenpaneel branden.
Geadviseerd wordt het dichtstbijzijnde tankstation te
bezoeken en zo snel mogelijk te
tanken.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
OLFH044149L
■ Type B
■
Type A
OAE046114L/OAE046115L
Page 192 of 564

3-86
Handige voorzieningen in uw auto
Onderhoud is vereist
Als u het voorgeschreven
onderhoudsinterval overschrijdt,
wordt elke keer dat u het contact
AAN zet, de melding "Service
required" (onderhoud is vereist)
weergegeven.
Resetten van het ingestelde
onderhoudsinterval in kilometers ofdagen houd de toets OK langer dan
1 seconde ingedrukt.
Onderhoud over UIT
Als het onderhoudsinterval niet is
ingesteld, wordt de melding "Service
in OFF" (onderhoud over UIT)
weergegeven op het LCD-display.Informatie
Onder de volgende omstandigheden
wordt het aantal km of dagen
mogelijk niet correct weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de
zekeringschakelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest. Waarschuwingsmelding
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau
(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB) (indien vantoepassing)
- Storing in Smart Cruise Control (indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering
i
OTL045297LOTL045299L
Page 197 of 564

3-91
Handige voorzieningen in uw auto
3
ModiSymboolToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer.
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn (TBT)(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentie
In deze modus wordt de status van het Smart Cruise Control-systeem (SCC) en Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Smart Cruise Control-systeem (SCC)" en "Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
In deze modus wordt informatie weergegeven met betrekking tot het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS).
Raadpleeg voor meer informatie "Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
WaarschuwingDeze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot het Blind Spot
Detection-systeem, enz. weer.
LCD-modus (instrumentenpaneel type B)
De gegeven informatie varieert afhankelijk van de functies die in uw auto beschikbaar zijn.
Page 199 of 564
3-93
Handige voorzieningen in uw auto
3
Turn By Turn-modus (TBT)
In deze modus wordt de status van
het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentiemodus
SCC/LKAS
In deze modus wordt de status van
het Smart Cruise Control-systeem
(SCC) en Lane Keeping Assist-
systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Smart Cruise Control-
systeem (SCC)" en "Lane KeepingAssist-systeem (LKAS)" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Bandenspanning
In deze modus wordt informatie
weergegeven met betrekking tot hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrole
-
systeem (TPMS)" in hoofdstuk 6
voor meer informatie.
OAE046133OAEE046137
OAE066030L
Page 200 of 564

3-94
Handige voorzieningen in uw auto
Waarschuwingsmodus
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB)
- Storing in Smart Cruise Control
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing) Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Rijbegeleiding
2. Portier
3. Verlichting
4. Geluid
5. Gebruiksgemak
6. Onderhoudsinterval
7. Overige Functies
8. Reset
De gegeven informatie varieert
afhankelijk van de functies die in uwauto beschikbaar zijn.
1. Rijbegeleiding
Lane Keeping Assist System
- Lane Departure/Standard
LKA/Active LKA
Instellen van de gevoeligheid van
het Lane Keeping Assist-systeem.
Zie "Lane Keeping Assist-
systeem" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
Respons Smart Cruise Control
- Langzaam/normaal/snel Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control.
Zie "Smart Cruise Control" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Page 425 of 564

Wat te doen in een noodgeval
Alarmknipperlichten...............................................6-2
Wat te doen in een noodgeval
tijdens het rijden ...................................................6-2Als de motor afslaat tijdens het rijden .......................6-2
Als de motor afslaat op een kruising of splitsing ....6-2
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt ...........6-3
Als de motor niet gestart kan worden ...............6-4 Als de motor niet of langzaam ronddraait .................6-4
Als de motor normaal ronddraait
maar niet aanslaat ............................................................6-4
Starten met een hulpaccu ....................................6-4
Als de motor oververhit raakt .............................6-8
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) .....6-10 Controleer bandenspanning .........................................6-10
Bandenspanningscontrolesysteem .............................6-11
Waarschuwingslampje lage bandenspanning...........6-12
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en bandenspanning ........................6-12
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem) ...........................6-13 Een wiel verwisselen met TPMS .................................6-14 Als uw auto een lekke band heeft ....................6-16
Krik en gereedschap ......................................................6-16
Verwisselen van wielen..................................................6-17
Kriklabel .............................................................................6-22
EU conformiteitsverklaring voor krik ........................6-23
Met Tire Mobility Kit (TMK) .........................................6-24
Slepen ....................................................................6-34 Bergingsbedrijf ................................................................6-34
Afneembaar sleepoog ....................................................6-35
Slepen in een noodgeval ...............................................6-36
6