Toetsen Interactie
Toets A (linkerzijde, achter het stuurwiel)
Bovenste toets❒Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend
nummer USB/iPod.
❒Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt
losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Middelste toetsBij elke keer indrukken kunnen de bronnen AM, FM, USB/iPod, AUX en SD doorlopen
worden (waar aanwezig). Alleen de beschikbare bronnen worden geselecteerd.
Onderste toets❒Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van volgend nummer
USB/iPod en SD (waar aanwezig).
❒Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt
losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod en SD (waar aanwezig).
Toets B (rechterzijde, achter het stuurwiel)
Bovenste toetsToename volume
❒Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen.
❒Toets langer indrukken: volume snel verhogen.
Middelste toets In-/uitschakelen van Mutefunctie
Onderste toetsAfname volume
❒Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen.
❒Toets langer indrukken: volume snel verlagen.
258
MULTIMEDIA
DAB-radio (waar
aanwezig)
Zodra de DAB-radiomodus is
geselecteerd, wordt op het display
informatie over het beluisterde station
getoond.
De toets "Bladeren" wordt gebruikt om
het volgende te tonen:
❒de lijst van alle DAB-stations;
❒de lijst van alle favorieten;
❒de lijst van de stations gefilterd op
"Ensembles" (broadcastgroep).
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
De toets "Update" vereist het updaten
van de lijst van DAB-radiostations:
het updaten kan een paar seconden tot
circa twee minuten duren.
Voorkeuze-instellingen
De voorkeuzes zijn bij alle systeemmodi
beschikbaar en worden geactiveerd
door een van de voorkeuzetoetsen op
het bovenste gedeelte van het display
aan te raken.
Het systeem kan in elke modus
maximaal 12 radiostations opslaan: 4
daarvan worden aan de bovenkant van
het display getoond.Druk op de toets "bladeren" op het
display om alle radiostations die in de
gekozen golfband zijn opgeslagen
te tonen.
Audio-instellingen
Het menu Geluidsinstellingen, dat
geopend kan worden door op de toets
"audio" aan de onderkant van het
display te drukken, kan gebruikt
worden om de volgende instellingen te
wijzigen:
❒"Balance/Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
❒"Equalizer" (waar aanwezig);
❒"Volume naar snelheid"
(automatische snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒"Surround Sound" (waar aanwezig);
❒"AUX Volume comp.";
❒"Loudness" (waar aanwezig);
❒"Auto-On radio" (hiermee kan de
radio automatisch ingeschakeld worden
wanneer de motor wordt gestart).
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bronselectie" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX, USB / iPod, SD (waar aanwezig)
ofBluetooth®.
Opmerking: Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met hetUconnect™systeem.
Nummer wijzigen
(vorige/volgende)
Druk kort op de toetsof draai de
toets/knop BROWSE ENTER rechtsom
om het volgende nummer af te spelen.
Druk kort op de toets
of draai de
toets/knop BROWSE ENTER linksom
om terug te keren na het begin van het
gekozen nummer of naar het begin
van het vorige nummer (als het huidige
nummer minder dan 8 seconden is
afgespeeld).
Snel vooruit-/
terugspoelen door
nummers
Houd de toetsingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te
spoelen.
Houd de toets
ingedrukt om het
gekozen nummer snel achteruit te
spoelen.
260
MULTIMEDIA
Nummer kiezen
(browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke
lijst om naar de gewenste letter in
de lijst te springen.
Druk op de toets "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de toets "X" om de functie te
annuleren.
OPMERKING De toets "Browse" kan
voor bepaaldeApple® apparaten uit-
geschakeld zijn.
OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op een AUX
apparaat toe.
OPMERKING Niet alleBluetooth®
apparaten bieden de mogelijkheid om
door de informatie op de nummers te
bladeren.
Weergave
nummerinformatie
Druk op de toets "Info" om de
informatie over het beluisterde nummer
weer te geven op het display.
Druk op toets "X" om het scherm af te
sluiten.
Willekeurige volgorde
Druk op de toets ">" en vervolgens op
de toets "Shuffle" om nummers op
de USB / iPod, SD (waar aanwezig) of
Bluetooth® in willekeurige volgorde af
te spelen.
Druk opnieuw op de toets "Shuffle" om
de functie uit te schakelen.
Herhalen
Druk op de toets ">" en vervolgens op
de toets "Herhaal" om het nummer
weer af te spelen.
Druk nogmaals op de toets "Herhaal"
om de functie uit te schakelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth®
audioapparaat koppelen
Ga als volgt te werk:
❒activeer deBluetooth® functie op
het apparaat;
❒Druk op de toets MEDIA op het
frontpaneel;
❒als de "Media" bron actief is, druk
dan op de toets "Bron";❒selecteer deBluetooth® Mediabron;
❒druk op de toets "Toestel toev.";
❒zoekUconnect™op hetBlue-
tooth® audioapparaat (tijdens de kop-
pelingsfase verschijnt op het scherm de
voortgang van het proces);
❒voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
❒als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
❒een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets
PHONE op het frontpaneel
en door "Settings" te selecteren of,
vanuit het menu "Settings", "Telefoon
/Bluetooth" te selecteren.
261
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB/iPod BRON
USB/iPod modus
Om de USB/iPod modus te activeren
moet het betreffende apparaat (USB of
iPod) in de USB-poort worden
gestoken, die zich op de tunnelconsole
bevindt (fig. 172).
Bij sommige versies is een tweede
USB-poort aanwezig, die zich in de
voorste armsteun bevindt.
SD-kaarthouder (waar
aanwezig)
Om de SD-modus in te schakelen, een
geschikte SD-kaart in de speciale
aansluiting in de auto plaatsen (zie fig.
173).
BELANGRIJK Gebruik uitsluitend
SD-kaarten voor een afzonderlijke
functie (bijv. SD-kaart alleen voor
navigatie en SD-kaart alleen voor MP3
gebruik). Vermijd het overzetten van
de inhoud van de ene SD-kaart op een
andere.
AUX-ONDERSTEUNING
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Stel het volume in met de (ON/OFF)
toets/knop
op het voorpaneel of met
de volume-instelkop op het
aangesloten apparaat.
BELANGRIJK
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door
het apparaat zelf; het is niet mogelijk
om nummer/map/playlist te veranderen
of start/einde/pauze te bedienen met
de bedieningstoetsen op het
frontpaneel of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
Telefoonmodus
inschakelen
Druk op de toets PHONE op het
frontpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Met de toetsen op het display kan men:
❒het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
❒de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon tonen en bellen;
❒de contacten uit de registers van
recente gesprekken tonen en bellen;
❒een maximum van 10 telefoons
koppelen om de toegang en de
verbinding eenvoudiger en sneller te
maken;
172F1B0210C
173F1B0211C
262
MULTIMEDIA