11 8
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
VeIlIgHeIdSgORdelS CABINe
Mocht u achteraf een voorbank in
de auto monteren, dan dient deze
voorzien te zijn van goedgekeurde
veiligheidsgordels.
Vastmaken
Trek de gordel met een gelijkmatige
beweging voor u langs en verzeker u ervan
dat deze niet gedraaid is.
Steek de gesp in de gordelsluiting.
Trek kort en snel aan de gordel om de
automatische blokkering van de gesp te
controleren.
losmaken
Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
De veiligheidsgordel rolt automatisch
op maar het wordt aanbevolen de
veiligheidsgordel vast te houden terwijl deze
zich oprolt.Uit veiligheidsoverwegingen mag deze
handeling niet tijdens het rijden worden
uitgevoerd.
Verklikkerlampje
niet-vastgemaakte
veiligheidsgordels
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt, kan bij
auto's met het Stop & Start-systeem de
START-stand van de motor niet worden
geactiveerd. De motor kan dan uitsluitend
met de contactsleutel worden gestart. Als de bestuurder en/of de voorpassagier
zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt,
gaat bij het starten van de motor dit
verklikkerlampje branden in combinatie met
een alsmaar sterker wordend geluidssignaal.
Deze waarschuwing werkt zowel bij
uitvoeringen met individuele passagiersstoel
als bij uitvoeringen met tweezits
passagiersbank vóór.
De bestuurdersstoel is voorzien
van een veiligheidsgordel met een
pyrotechnische gordelspanner en een
gordelkrachtbegrenzer.
Bij de uitvoeringen met een frontairbag aan
passagierszijde is de veiligheidsgordel van
de zitplaats van de passagier ook voorzien
van een pyrotechnische gordelspanner en
een gordelkrachtbegrenzer.
De voorbank is voorzien van twee
veiligheidsgordels.
Hoogteverstelling
Knijp de knop van de geleider in, schuif deze
omhoog of omlaag tot de gewenste stand is
bereikt en laat de knop los om de geleider in
deze stand te blokkeren (veiligheidsgordel aan
de zijde van de bestuurdersstoel en de zijde van
de zitplaats van de buitenste voorpassagier).
De veiligheidsgordel van de middelste zitplaats
is niet in hoogte verstelbaar.
Veiligheidsgordels
11 9
Veiligheidsgordels
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
VeIlIgHeIdSgORdelS ACHTeRZITPlAATSeN
De stoelen/banken achterin zijn voorzien
van driepunts veiligheidsgordels met
oprolautomaat.
De middelste zitplaats is voorzien van een
gordelgeleider en een oprolautomaat die zijn
bevestigd aan de rugleuning.
Bij alle buitenste zitplaatsen kan de gesp
van de veiligheidsgordel als deze niet wordt
gebruikt aan een steun worden bevestigd.
gebruiksvoorschrift
De bestuurder dient er vóór het wegrijden
zeker van te zijn dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordels op de juiste manier
hebben vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan uw lichaamsbouw.
Gebruik geen accessoires om de
veiligheidsgordels minder strak te laten
aansluiten (zoals wasknijpers, klemmen,
veiligheidsspelden, ...).
U kunt de gordel losmaken door de rode
knop op de gesphouder in te drukken.
Geleid de gordel tijdens het oprollen.
Controleer zowel voor als na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
Controleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de achterbank
of de gordel goed is opgerold en de
gordelsluiting zich op de juiste plaats
bevindt.
Als de gordelspanners
zijn geactiveerd, gaat het
verklikkerlampje airbag ook
branden. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een aanrijding
Uitsluitend bij de zitplaatsen voorin kunnen
de gordelspanners, afhankelijk van de aard
en de kracht van de aanrijding, onafhankelijk
van de airbags afgaan. De gordelspanners
trekken de veiligheidsgordels direct stevig
tegen het lichaam van de inzittenden. Het
afgaan van de gordels gaat gepaard met
een lichte onschadelijke rookvorming en
een geluid als gevolg van de pyrotechnische
lading in het systeem.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt.
De pyrotechnische gordelspanners werken
alleen als het contact aan staat en de
veiligheidsgordel is vastgemaakt.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van de
auto.
5
VEILIGHEID
122
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
AlgeMeNe INFORMATIe OVeR AIRBAg S
De airbags zijn speciaal ontworpen
voor een betere veiligheid van de
inzittenden bij een ernstige aanrijding:
ze vormen een aanvulling op de
werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
een plotselinge vertraging van de auto:
-
bij een zware aanrijding worden de
airbags onmiddellijk opgeblazen om
de inzittenden van de auto optimaal te
beschermen. Direct na de aanrijding
lopen de airbags snel leeg om het zicht
niet te beperken en ervoor te zorgen
dat de inzittenden de auto ongehinderd
kunnen verlaten,
-
bij een lichte aanrijding, bij een aanrijding
van achteren en in bepaalde gevallen als de
auto over de kop slaat, worden de airbags
niet opgeblazen; in deze gevallen biedt de
veiligheidsgordel voldoende bescherming.d e airbags werken alleen als het contact
aan is.
Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard
met een lichte rookontwikkeling en een knal;
dit wordt veroorzaakt door de activering van
de pyrotechnische lading van het systeem.Airbags voor
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de voorpassagiers in
het dashboard aangebracht. Ze worden bij een
aanrijding beide geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Het bij het afgaan van de airbags
ontsnappende gas is onschadelijk, maar
kan irriterend zijn voor mensen die hiervoor
gevoelig zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen. Storing
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, laat het systeem dan
controleren door het CITROËN-
netwerk.
Airbags
123
Airbags
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
In de stand "OFF" werkt de airbag vóór aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
selecteer dan "ON" om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
voorpassagiers te garanderen.Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel of de
passagiersbank vóór plaatst. Anders kan
een kind bij het opblazen van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken.
Als de airbag vóór aan passagierszijde van
uw auto niet kan worden uitgeschakeld:
plaats beslist geen kinderzitje met de rug in
de rijrichting voorin. Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld,
gaat elke keer dat de motor
wordt gestart dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
melding op het display.
StoringNeem als dit verklikkerlampje
gaat branden contact op met
het CITROËN-netwerk om het
systeem te laten controleren.
Zie de rubriek "Technologie aan boord -
Configuratie van de auto".
Deze functie kan met de toets MO
de
worden geconfigureerd; selecteer "OFF" in
het menu "Airbag passagierszijde".
5
VEILIGHEID
124
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
gebruiksvoorschrift
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale ef\
fectiviteit van de airbags (volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats waar de
airbags naar buiten komen. Deze kunnen
als de airbags worden geactiveerd ernstige
verwondingen veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp
van uw auto, vooral niet in de directe
omgeving van de airbags.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen alleen door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet
op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen die het opblazen van de zij-
airbags niet hinderen. Neem contact op met
het CITROËN-netwerk voor meer informatie
over het gamma van voor uw auto geschikte
stoelhoezen.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen, dit zou bij het opblazen van de zij-
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Airbags
125
kinderen aan boord
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
AlgeMeNe INFORMATIe MeT Be TR ekk IN g TOT k IN de RZITJ e S
Hoewel CITROËN bij het ontwerp van uw
auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
-
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
-
de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van
uw auto,
-
kinderen tot 9
kg moeten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
-
een kind mag nooit op de schoot van
een passagier worden vervoerd.
Bevestiging van een kinderzitje voorin
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt
geplaatst, moet de airbag vóór
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de rijrichting"
W
anneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel vóór wordt
geplaatst, mag de airbag vóór
aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
CITROËN
beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
-
met de rug in de rijrichting tot 3 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting vanaf 3 jaar.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag vóór
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
CITROËN-gamma.
Als de airbag vóór aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
5
VEILIGHEID
126
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
UITSCHAkeleN VAN de AIRBAg VOOR
AAN P ASSA g I e RSZIJ de
De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Bevestigen van een
kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met
de rug in de rijrichting" achterin
plaatst de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat het kinderzitje de
voorstoel niet raakt.
"
g ezicht in de rijrichting" Schuif als u een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting"
achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning
van de voorstoel rechtop, zodat de benen
van het kind de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
is aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun of
deze steun stabiel op de vloer staat. Verzet
indien nodig de voorstoel van de auto. Zie de rubriek "Veiligheid - Airbags".
Plaats nooit een kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op een zitplaats die door
een ingeschakelde airbag voor wordt beveiligd.
Het kind kan in dat geval bij het opblazen van
de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Op de aan beide zijden van de zonneklep
aan passagierszijde aangebrachte
waarschuwingssticker is dezelfde
waarschuwing vermeld. Conform de
regelgeving vindt u in de volgende
overzichten deze waarschuwing in alle
vereiste talen. Het uitschakelen van de airbag voor aan
passagierszijde (volgens uitvoering) moet
worden geconfigureerd met de toets MO
de .
Airbag passagierszijde OFF
Kinderen aan boord
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това може да причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ.
DABrug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT
KVÆSTET eller DRÆBT.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der
Fahrtrichtung, das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ.
ENNEVER use a rearward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
ESNO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la m\
archa en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GRAVES o incluso la MUERTE del niño.
ETÄrge MITTE KUNAGI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõrvalistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD.
Turvapadja avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FIÄLÄ KOSKAAN aseta lapsen turvaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVATYYNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAKAVAN LOUKKAANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face v\
ers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLAB\
LE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GRAVEMENT.
127
kinderen aan boord
Jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2016
5
VEILIGHEID