39
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Instrumentenpaneel type 2
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
® te
laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen van
AdBlue
®.
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
vloeistof is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
® te
laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd vloeistof wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de benodigde hoeveelheid vloeistof te
laten bijvullen.
Als u zelf vloeistof bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter
AdBlue
® worden gevuld.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Storing in verband met een te laag AdBlue®
-niveau
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen van
AdBlue
®
01
Instrumentenpaneel
43
DS4_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Handmatige CHECK via het centrale display van het instrumentenpaneel type 2
Met deze functie kunt u de staat van de auto controleren (status van in te stellen functies - geactiveerd/gedeactiveerd) en een logboek van storingen
opvragen.
F
D
ruk bij een draaiende motor kort op de
knop ".../000" van het instrumentenpaneel
om de test te starten. De volgende gegevens verschijnen achter
elkaar op het display in het midden van het
instrumentenpaneel:
-
motorolieniveaumeter,
-
onderhoudsindicator,
-
a
ctuele controlelampjes en
waarschuwingen, voor zover aanwezig,
-
a
ctieradius met de resterende hoeveelheid
additief AdBlue en met betrekking tot het
SCR-systeem van de uitvoeringen met
BlueHDi dieselmotor,
-
s
tatus van in te stellen functies.Deze informatie verschijnt ook elke
keer wanneer u het contact aanzet
(automatische test).
01
Instrumentenpaneel
253
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke
stoffen uit, waardoor hij niet meer aan
de Euro 6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact
op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats:
na 1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten
van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog
kunt rijden voordat de auto stilvalt.
AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir. Het reservoir heeft een inhoud
van 17
liter, goed voor een actieradius
van ongeveer 20.000 km. Wanneer u met
de resterende hoeveelheid AdBlue
® nog
maximaal ongeveer 2400 km kunt rijden tot
het reservoir leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van de AdBlue
®
bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000 km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld.
07
Praktische informatie
254
Bijvullen van AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik
van kinderen, in de originele flacon of
jerrycan.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun de AdBlue
® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO 22241 voldoet.
De verpakking in flacons of jerrycans met
een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van 1,89
liter
(1/2
gallon) en jerrycans met een inhoud van 5 of
10
liter zijn verkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u onder
alle weersomstandigheden kunt blijven
rijden.
07
Praktische informatie
255
DS4_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Bewaar de flacons of jerrycans
AdBlue® niet in uw auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid. Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Procedure
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten.
F
Til de vloerplaat van de bagageruimte op om
toegang te krijgen tot het AdBlue®-reservoir. Z
et de vloerplaat vast door het koord aan de haak
van de steun van de hoedenplank te bevestigen.
F Maak de zwarte plastic dop los met behulp van de borglip.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
T
rek de dop om hem te ver wijderen
voorzichtig omhoog, zonder hem los te
laten.
Voer de lege AdBlue
®-flacons
of
-jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
07
Praktische informatie
256
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal
leeg is - dit wordt aangegeven door
de waarschuwingsmeldingen en u
kunt in dat geval de motor niet meer
opnieuw starten - moet u het reservoir
vullen met minimaal 3,8 liter additief
(twee
flacons van 1,89 liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F B reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
07
Praktische informatie
406
Index
DS4_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
A
Aanhanger............................................. 185, 238
Aanhangergewichten ............................ 3
03, 305
Aansluiten MirrorLink
............................ 35
4, 356
Aansluiting 12V
.............................. 1
12, 121, 12 2
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
4
Accessoires ........................................... 148, 191
Accessoirestand
........................................... 19
1
Accu
.............................................. 250, 292-295
Accu laden
.................................................... 294
Achterbank
...................................................... 98
Achterportieren
............................................. 181
Achterruitverwarming
...........................1 0 0 , 111
Achteruitrijcamera
......................................... 223
Achteruitrijlicht
.............................................. 285
Actieradius AdBlue
................................... 3 7, 3 9
Actieradius AdBlue
® ........................................ 37
Ad
Blue® ..................................... 2 4, 37, 253, 254
Afmetingen .................................................... 3
07
Afstandsbediening
.................. 64, 65, 70 -73, 77
Afstandsbediening, batterij
.................. 6
9, 75 -77
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........69, 75, 76
Afstandsbediening synchroniseren
....69, 75, 76
Afzetten van de motor
................................... 18
6
Airbags
.................................................... 23, 161
Airbags vóór
...............................
...........162, 165
Airconditioning
...............................
.................10
Airconditioning, automatische
..............103, 10 6
Airconditioning (handbediend)
.............103, 104
Alarmknipperlichten
...................................... 149
Alarmsysteem
................................................. 83
Algemeen menu
...............................
.............380
Allesdragers
.................................................. 240
Allesdragers monteren
................................. 240
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
4
Antislipregeling
............................................. 155
Apple
®-speler ................................................ 345Armleuning achter
.........................................
12
1
Armleuning vóór
...............................
......
11 6 , 117
Audio-aansluitingen
......................
113, 387, 388
Audiokabel
....................................................
342
Automatische ruitenwissers
...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
....................................
149
Automatisch inschakelen verlichting
....
128, 132
Autoradio
.................................................
4 7, 3 7 7
AUX-aansluiting
....................................
342, 388
Aux-aansluitingen
...............................
..........
113
Aux-ingang
...............................
.............
342, 388
Bagageruimte
..................................................
81
Bagageruimte, indeling
.................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
...........................
64
Bagageruimte openen
..............................
70, 81
Bagageruimteverlichting
.......................
123, 14 4
Banden
....................................................
10, 308
Banden, noodreparatie
......................... 2
60, 267
Bandenreparatieset
......................................
260
Bandenspanning
.....................................
10, 308
Bandenspanning, detectie
............................ 20
4
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
...............................
260, 267
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 20
4
Bandreparatieset
..................................
260, 267
Bekerhouder
.................................................
115
Beladen
...................................................
10, 240
Benzinemotor
................................
230, 243, 303
Bestuurdersplaats (instellingen)
.....................
97
Binnenspiegel ............................................... 10 2
Black panel ...................................................... 46BlueHDi
.............................................
37, 43, 253
Bluetooth (handsfree set)
............ 3
64, 365, 390
Bluetooth (telefoon)
...............................
364, 365
Bluetooth-verbinding
.............................
364, 365
Bochtverlichting
............................ 13
4, 13 5, 28 0
Bochtverlichting, statisch
.............................. 13
6
Boordcomputer
...................................
56, 58-60
Brake Assist System (BAS) ..................
15 4, 155
Brandstof
.................................................
10, 230
Brandstofaddititiefniveau
..............................
249
Brandstofniveau
............................................
227
Brandstofniveaumeter
................................... 2
27
Brandstofsysteem ontluchten
.......................
298
Brandstoftank
........................................
227, 229
Brandstof tanken
...........................
227, 229, 230
Brandstoftank (inhoud)
.................................
227
Brandstoftankklep
.................................
227, 229
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
298
Brandstofverbruik
...........................................
10
Buitenspiegels ............................... 10 0, 101, 210
B
C
CarPlay verbinding ....................................... 359
CD ......................................................... 342, 385
CD MP3
........................................ 342, 385, 386
CD-/MP3 -speler
..........................342, 385, 386
Centrale vergrendeling
.................65, 71, 72, 78
CHECK
................
...................................... 15, 43
CITROËN Noodoproep gelocaliseerd ...150, 152
Claxon
........................................................... 149
Configuratie van de auto
.................... 16, 47, 53
Contact
.................................................. 188, 191
Contact aangezet
.......................................... 191
Controlelampjes
...............................
............... 17