
Symbool Wat betekent dat?
STORING BUITENVERLICHTING
Het symbool gaat branden om een storing in een van de volgende verlichting aan te geven: dagverlichting (DRL's) / parkeerlichten
/ richtingaanwijzers aanhanger (indien aanwezig) / verlichting aanhanger (indien aanwezig); stadslichten / richtingaanwijzers /
mistlamp / achteruitrijlicht / remlichten / kentekenplaatverlichting.
De storing kan veroorzaakt zijn door een doorgebrande lamp, zekering, of een onderbroken elektrische verbinding.
Vervang de lamp of de betrokken zekering. Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING KEYLESS START-SYSTEEM
Het symbool gaat branden in geval van een storing van het Keyless Start-systeem.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Het symbool gaat branden in geval van een storing van de afsluiter van de brandstoftoevoer.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING LANE DEPARTURE WARNING-SYSTEEM (LDW)
Het symbool gaat branden als er zich een storing van het Lane Departure Warning-systeem voordoet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
SLIJTAGE OP REMBLOKKEN
Gaat branden wanneer de remblokken hun slijtagegrens hebben bereikt.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Gebruik altijd originele of gelijkwaardige onderdelen omdat het Integrated Brake System (IBS) storingen kan
detecteren.
STORING AUTOMATISCHE INSCHAKELING GROOTLICHT (Automatic High Beam)
(indien aanwezig)
Het symbool gaat branden om een storing van de automatische inschakeling van het grootlicht aan te geven.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de storing op te lossen.
INWERKINGTREDING BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM
Het symbool gaat branden in geval van de activering van de afsluiter van de brandstoftoevoer.
Zie, om het brandstofafsluitsysteem weer in te schakelen, de beschrijving in het deel "Brandstofafsluitsysteem" in het hoofdstuk
"Noodgevallen". Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de brandstoftoevoer nog niet hersteld kan worden.
STORING PARKEERSENSOREN
Gaat branden wanneer het systeem is uitgevallen of niet beschikbaar is.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om de installatie te laten controleren.
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

activeert vaak, het wordt aanbevolen om
de onderhoudswerkzaamheden te
verrichten.
39)
ESC-SYSTEEM (Electronic Stability
Control)
Het ESC-systeem verbetert de
richtingscontrole en stabiliteit van de
auto onder diverse rijomstandigheden.
Het ESC-systeem corrigeert het
onderstuur en overstuur van de auto door
de remkracht naar de juiste wielen te
sturen. Ook het door de motor geleverde
koppel kan verlaagd worden om de
controle over het voertuig te behouden.
Het ESC-systeem maakt gebruikt van de
in de auto gemonteerde sensoren om de
baan te bepalen die de bestuurder wil
volgen en vergelijkt deze met de
werkelijke baan van de auto. Wanneer de
werkelijke baan afwijkt van de gewenste
baan, grijpt het ESC-systeem in om het
overstuur of onderstuur van het voertuig
te corrigeren.
Overstuur: treedt op wanneer de auto
meer draait dan overeenkomstig de hoek
van het stuurwiel zou moeten.
Onderstuur: treedt op wanneer het
voertuig minder draait dan
overeenkomstig de hoek van het
stuurwiel zou moeten.Inwerkingtreding van het systeem
De ingreep van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
lampje ESC op het instrumentenpaneel,
om de bestuurder te waarschuwen dat de
stabiliteit en de grip van het voertuig
kritiek zijn.
40) 41) 42) 43) 44)
TC-SYSTEEM (Traction Control)
Het systeem grijpt automatisch in als één
of beide aandrijfwielen slippen, grip
verliezen op natte wegen (aquaplaning)
en bij het optrekken op glad, besneeuwd
of met ijzel bedekt wegdek. Afhankelijk
van de slipomstandigheden kunnen twee
verschillende regelsystemen worden
geactiveerd:
als beide aangedreven wielen
doorslippen, grijpt het ASR-systeem in
door het door de motor doorgegeven
vermogen te reduceren;
als slechts één aangedreven wiel slipt,
wordt de BLD-functie (Brake Limited
Differential) geactiveerd, waardoor het
wiel dat slipt automatisch afgeremd
wordt (de werking van een
zelfblokkerend differentieel wordt
gesimuleerd). Hierdoor wordt het
motorkoppel dat overgebracht wordt op
het wiel dat niet slipt verhoogt.Inwerkingtreding van het systeem
De ingreep van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
lampje ESC op het instrumentenpaneel,
om de bestuurder te waarschuwen dat de
stabiliteit en de grip van het voertuig
kritiek zijn.
45) 46) 47) 48) 49)
PBA-SYSTEEM (Panic Brake Assist)
Het PBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van het voertuig tijdens
noodremmen te verbeteren.
Het systeem detecteert het
noodremmen door de snelheid en de
kracht waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt te controleren en past
vervolgens de optimale remdruk toe. Dit
kan de remweg verkorten en dus vormt
het PBA-systeem een aanvulling op het
ABS.
Er wordt maximale assistentie van het
PBA-systeem verkregen als het
rempedaal zeer snel wordt ingetrapt.
Tevens moet het rempedaal continu, dus
niet intermitterend, ingetrapt worden
tijdens het remmen, om zo veel mogelijk
uit het systeem te halen. Verminder niet
de druk op het rempedaal zolang geremd
moet worden.
Het PBA-systeem wordt uitgeschakeld
wanneer het rempedaal wordt losgelaten.
50) 51) 52)
73

De afstand van het voorliggende voertuig
is evenredig aan de snelheid.
Het tijdsinterval ten opzichte van het
voorliggende voertuig blijft constant en
varieert van 1 seconde (voor de instelling
met 1 balk voor de korte afstand) tot
2 seconden (voor de instelling met
4 balken voor de maximale afstand).
De instelling van de afstand wordt op het
display weergegeven via een speciaal
pictogram.
Bij het eerste gebruik van het systeem is
de instelling van de afstand 4 (maximaal).
Zodra de afstand door de bestuurder
wordt gewijzigd, wordt de nieuwe
afstand ook na uitschakeling en
inschakeling van het systeem in het
geheugen opgeslagen.Afname van de afstand
Druk op de knop fig. 117 en laat hem los
om de instelling van de afstand te
verlagen. Telkens wanneer op de knop
wordt gedrukt, neemt de afstand met één
balk af (korter).
Als er geen voorliggers zijn, wordt de
ingestelde snelheid gehandhaafd. Als de
kortste afstand eenmaal is bereikt kan
door nog een druk op de knop de langste
afstand worden ingesteld.
Als een voertuig wordt gesignaleerd die
op dezelfde rijbaan rijdt met een lagere
snelheid, verandert het pictogram op het
display van grijs naar wit: het systeem
regelt automatisch de snelheid van het
voertuig om de instelling van de afstand
te behouden, onafhankelijk van de
ingestelde snelheid.Het voertuig handhaaft de ingestelde
afstand totdat:
het voorliggende voertuig versnelt
met een hogere snelheid dan is ingesteld;
het voorliggende voertuig de rijbaan
verlaat of uit het detectieveld van de
sensor van het Active Cruise
Control-systeem verdwijnt;
de instelling van de afstand wordt
gewijzigd;
Het systeem Active Cruise Control
wordt uitgeschakeld / in pauze gezet.
BELANGRIJK De maximaal door het
systeem toegepaste remwerking is
beperkt. De bestuurder kan in elk geval,
zo nodig, altijd handmatig remmen.
BELANGRIJK Als het systeem voorziet
dat het remniveau onvoldoende is om de
ingestelde afstand te handhaven, wordt
de nadering tot het voorgaande voertuig
aan de bestuurder gesignaleerd met de
weergave van de melding 'BRAKE!'
('Remmen!') of door een speciaal bericht
op het display, de nadering die
voorafgaat. Er klinkt bovendien een
geluidssignalering. In dit geval moet
onmiddellijk in de nodige mate geremd
worden om de veiligheidsafstand van het
voorliggende voertuig te handhaven.
11607146S0019EM
11707146S0015EM
127

Handgeschakelde versnellingsbak. .114
Herconfigureerbaar tft display.....44
Het voertuig opkrikken.........179
Hoofdairbag................107
Hoofdsteunen...............22
Hoogteregeling koplampen.......29
HSA-systeem (Hill Starting Assist)
(Ondersteuning bij wegrijden op
een helling)................74
i-Size kinderzitjes.............97
Identificatiegegevens..........184
Imperiaal/skidrager>...........40
Interieurverlichting............30
ISOFIX-kinderzitje (montage)......95
Kinderen veilig vervoeren........91
Kinderslot..................17
Kinderzitjes.................91
Klimaatregeling...............33
KNOPPEN
Samenvattende tabel knoppen op
de tunnelconsole...........206
Lakwerk (reiniging en onderhoud). .180
Lamp buitenverlichting vervangen . .145
Lampen
typen lampen.............143
Lampjes en berichten...........51
Lichtschakelaar..............26
Mistlampen (lamp vervangen).....146
Mistlampen voor..............27Modificaties/wijzigingen aan het
voertuig..................5
Motor....................185
niveau vloeistof
motorkoelsysteem..........173
Motorkap..................37
Motorolie
niveau controleren..........172
verbruik................173
Motorruimte...............170
Noodstart.................156
Onderhoudsprocedures........176
Parkeerlichten...............27
Parkeersensorensysteem.......131
Parkeren..................111
Passive Entry (systeem).........15
PBA-systeem (Panic Brake Assist) . . .73
Plafondverlichting voor..........30
Portieren..................15
Prestaties (topsnelheid)........196
RCP-systeem...............77
Regensensor................32
Remmen
remvloeistofniveau..........173
Richtingaanwijzers (lamp
vervangen)...............146
Richtlijnen voor de behandeling van
het voertuig aan het einde van
de levensduur.............201
Rijbaanwissel................29Rijhulpsystemen..............76
Rijmodi...................118
Ruitensproeiervloeistof voor
voorruit/koplampen.........173
Ruitenwisser . . ..............31
wisserbladen vervangen.......177
Ruitenwisser/-sproeier . .........31
"Intelligente" wis-/wasfunctie....32
SBA (Gordelwaarschuwing).......88
SBA (Gordelwaarschuwing)
Systeem.................88
SBL-functie.................29
Schemersensor...............26
Slepen van het voertuig.........159
Slepen van voertuig met pech.....158
Sleutels
elektronische sleutel . .........11
Sneeuwkettingen. ............179
Snelheidsbegrenzer...........120
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem) .........103
Stadslicht..................27
Start & Stop-Evo.............119
Starten met een sleutel met lege
batterij..................13
Starten met hulpaccu..........157
ALFABETISCH REGISTER