"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect 7" HD Nav LIVE).
Onderaan:informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
Actief apparaat of audiobron;
/: vorig/volgend nummer
selecteren;
: het afgespeelde nummer
pauzeren;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Nummer kiezen (Browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af
van het apparaat dat aangesloten is. Bij
een USB/iPod-apparaat kunt u
bijvoorbeeld door de lijst beschikbare
artiesten, genres en albums bladeren
afhankelijk van de informatie die
aanwezig is op de nummers met
behulp van de toets/knop SCROLL
TUNE.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.OPMERKING De toets SCROLL TUNE
staat geen enkele handeling op een
AUX apparaat toe.
Track zoeken (Zoeken)
Met deze functie kan een dynamische
zoekopdracht in een lijst met tracks
worden uitgevoerd.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth® AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoek Uconnect op hetBluetooth®-
audioapparaat (tijdens de koppelings-
fase verschijnt op het scherm de
voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets "Telefoon" op het display en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth®" te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
OPMERKING De radio kan het nummer
dat wordt gespeeld veranderen door
het wijzigen van het naam-apparaat in
de Bluetooth-instellingen van de
telefoon (waar voorzien), als het
apparaat is aangesloten via USB na de
Bluetooth®-verbinding.
181
USB/iPod BRON
Om de USB/iPod modus te activeren
moet het betreffende apparaat (USB of
iPod) in de USB-poort worden
gestoken, die zich op de tunnelconsole
bevindt.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
De functie "Compensatie AUX volume"
kan alleen worden geselecteerd in de
radiomodus als de AUX-bron atief is.BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat aangesloten is op het
AUX-stopcontact worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het
is niet mogelijk om nummer/map/
playlist te veranderen of start/
einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop "Telefoon" op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies
wilt te raadplegen, gaat u naar de
website www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling
alleen uit bij stilstaand voertuig en onder
veilige omstandigheden; deze functie
is uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
182
MULTIMEDIA
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop “Telefoon” op het
display;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens het Uconnect apparaat op
de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund. Raadpleeg de
handleiding van de mobiele telefoon om
alle beschikbare functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selecteer "Telefoonboek";
selecteer "Recent";
selecteer "Kies";
selecteer "Opnieuw bellen".FAVORIETEN
U kunt tijdens een gesprek een
nummer of een contact (indien al
aanwezig in Contacten) toevoegen aan
de lijst met favorieten door boven aan
het display op een van de vijf grafische
knoppen "Leeg" te drukken. Favorieten
kunnen ook worden beheerd via de
Telefoonboekopties.
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, kan de knop
"Tekst" niet worden gekozen (is grijs).
Bij ontvangst van een SMS-bericht, ziet
u op het display een scherm waarop
de opties "Lees", "Toon", "Bellen"
of "Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de grafische knop "Tekst" voor
toegang tot de lijst van SMS-berichten
die door de mobiele telefoon zijn
ontvangen (de lijst toont een maximum
van 60 ontvangen berichten).
183
Om volledige toegang te krijgen tot de
servicefunctionaliteit, moeten
gebruikers het toestaan hun gegevens
onboard op de auto op te nemen.
Het volgende pictogram
is
de indicator van de geolocatie van de
gebruiker. Via de smartphone app
Uconnect™ LIVEkunnen gebruikers
kiezen de detectie van hun locatie
en het delen van hun gegevens met de
community uit te schakelen.
my:Car
Met my:Car kunt u de "gezondheid"
van uw voertuig bewaken.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car"
om van deze toepassing gebruik te
maken.
Op het display verschijnt een scherm
met de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk
op de knop "Actieve waarschuwingen"
om de informatie (indien aanwezig)
over de storingen van het voertuig te
tonen die het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.INSTELLINGEN
Druk op de toets Instellingen op het
display om het hoofdmenu Instellingen
weer te geven.
Opmerking
De weergegeven menu-items hangen
van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Taal;
Weergave;
Meeteenheid;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Lichten;
Portieren+Vergrendeling;
Opties uitschakeling motor;
Audio;
Telefoon/Bluetooth®;
Configuratie Radio;
Terug naar standaardinstellingen;
Persoonlijke gegevens wissen.
NAVIGATIE (alleen
Uconnect™ 7" HD Nav
LIVE)
Druk op de knop "Nav" om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als
er gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
Hoofdnavigatiemenu
Tik in de navigatieweergave op de
hoofdmenuknop om het menu te
openen.
Selecteer de knop "Zoeken" om te
zoeken naar een adres, een plaats
of een POI (Point Of Interest), en plan
vervolgens een route naar de locatie.
Selecteer de knop "Huidige route"
om de geplande route te verwijderen of
bewerken.
Selecteer de knop “Mijn plaatsen”
om een verzameling handige of
favoriete adressen te maken. De
volgende items zijn altijd beschikbaar in
"Mijn plaatsen": “Thuis” en “Recente
bestemmingen”.
Selecteer de knop “Parkeren” om te
zoeken naar parkeerplaatsen.
Selecteer de knop "Weer" of
"Waarschuwingen voor flitsers" om
informatie over het weer of
waarschuwingen voor de locatie van
flitsers te ontvangen.
186
MULTIMEDIA
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon berichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Selecteer de bron...
Display...Navigatie (alleen Uconnect™ 7" HD
Nav LIVE)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Inzoomen
Uitzoomen
2D-modus
3D-modus
Deze positie toevoegen
Navigeer naar huis
Navigeren via huis
Wis route
Navigeer naar een "adres"
Zoek "POI"
Navigeer naar het centrum van een
"stadsnaam"
...
188
MULTIMEDIA
ALFABETISCH
REGISTER
A
ccu
............................................. 131
– advies voor verlengen
levensduur ................................ 131
– de laadtoestand van de accu
inspecteren ............................... 131
– vervangen ................................. 131
Accu (opladen) ............................... 132
Achterbank (rugleuning
ontgrendelen) ............................... 17
Achterlichtunits (lamp vervangen) ... 104
Achterruitsproeier (sproeiers) .......... 134
Achterruitverwarming
(inschakeling) ............................... 27
Achterruitwisser/-sproeier .............. 24
Achteruitkijkspiegels ....................... 20
Afmetingen..................................... 146
Afsluiter van de brandstoftoevoer ... 117
Alarmknipperlichten........................ 98
Analoge drukmeter......................... 42
Automatische klimaatregeling ......... 28
Bagageruimte
............................... 37
– Bagageruimte uitbreiden ........... 38
– sluiten ....................................... 38
Banden
– bandenspanning ....................... 145
– standaard banden ..................... 145
– winterbanden ............................ 145
Banden - onderhoud ...................... 135Bedieningspaneel en
boordinstrumenten ....................... 40
Bougies (type) ................................ 143
Brandstofverbruik........................... 154
Buitenverlichting ............................. 21
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)
.................................. 136
CO2-emissie .................................. 155
Contactslot .................................... 12
Dagrijlichten (DRL)
........................ 21
De auto parkeren ........................... 88
De motor starten ............................ 87
De sleutels ..................................... 11
– Mechanische sleutel .................. 11
– Sleutel met
afstandsbediening ..................... 11
Derde remlicht (lamp vervangen) .... 105
Dimlicht (lamp vervangen) .............. 104
Dimlicht/stadslicht .......................... 21
Een "Isofix"-kinderzitje
monteren
..................................... 76
Een aanhanger trekken .................. 96
Elektrische ruitbediening ................ 30
Fiat CODE systeem
....................... 13
Fix&Go (kit)..................................... 112
Follow Me Home (systeem) ............ 21
Frontairbag bestuurderszijde .......... 80
Frontairbag passagierszijde ............ 80
Frontairbags ................................... 79
Gear Shift Indicator (systeem)
....... 42
Gebruik van de automatische
sequentiële versnellingsbak .......... 89
Gebruik van de
handgeschakelde
versnellingsbak ............................ 89
Gebruik van het Instructieboek ....... 6
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ..................... 122
Gewichten...................................... 147
Gordelspanners ............................. 70
– Krachtbegrenzers ...................... 70
Grootlicht ....................................... 21
Grootlicht (lamp vervangen) ............ 104
Grootlichtsignaal ............................ 21
Handbediende klimaatregeling
...... 26
– bedieningselementen ................ 26
Handrem ........................................ 88
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ................ 40
Het voertuig opkrikken ................... 135
Hoofdairbags (window bags) .......... 83
Hoofdsteunen ................................ 19
– Hoofdsteunen achter................. 19
Hoogteregeling koplampen ............ 22
Identificatiegegevens
– chassisnummer ......................... 142
– motorcode ................................ 142
– plaatje carrosserielak ................. 142