Symbool Betekenis
STORING REMLICHTEN
(waar aanwezig)
Op het display verschijnt het symbool samen met een speciaal bericht wanneer er een storing in de
remlichten is.
De storing kan veroorzaakt zijn door een doorgebrande lamp, een doorgebrande zekering of een breuk in
de betreffende elektrische verbinding.
STORING FIAT CODE SYSTEEM
Met de sleutel in de stand MAR gaat op bepaalde versies het lampje of het symbool constant op het
display branden, en wordt een speciaal bericht op het display weergegeven, om een mogelijke storing van
het Fiat CODE-systeem aan te duiden.
Als het symbool bij draaiende motor op het display wordt weergegeven, betekent dit dat de auto niet
beschermd is door de startblokkering.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE ACTIERADIUS
Wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid, verschijnt dit symbool, maar het moet na enkele seconden
verdwijnen.
Het symbool gaat branden wanneer er nog ongeveer 5 liter brandstof in de tank is. De driehoek naast het
symbool geeft de zijde van de auto met de brandstofvulopening aan.
STORINGSINDICATOR MOTOROLIEDRUKSENSOR
Het symbool verschijnt wanneer er een storing in de motoroliedruksensor wordt gedetecteerd.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Abarth Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
OLIE VERVERSEN
Het symbool geeft aan dat de motorolie moet worden ververst. Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
KOPPELINGSPEDAAL INTRAPPEN OM TE STARTEN
Dit symbool gaat branden om aan te duiden dan het koppelingspedaal ingetrapt moet worden om te
kunnen starten.
58
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Symbool Betekenis
STORING BRANDSTOFNIVEAUSENSOR
Het symbool gaat branden als de brandstofniveausensor een storing heeft. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
Symbool Betekenis
HOOGTEREGELING KOPLAMPEN
Het symbool duidt samen met een getal de diepte van het dimlicht aan.
BELANGRIJK
33)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, hetlampje niet gaat branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Abarth Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
34)Een storing van het lampje
wordt aangegeven door weergave van het symboolop het display. In dat geval kan het lampjeeen
eventueel probleem met het airbagsysteem misschien niet aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Abarth
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
35)Als het lampje
tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt ook een bericht op het display), zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
36)Als het lampje
tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display), zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
37)Als het lampje knippert of het symbool continu wordt weergegeven, afhankelijk van de versies, is er een storing in het systeem. Neem in
dat geval contact op met het Abarth Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
38)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, het lampje
niet gaat branden, continu blijft branden of gaat knipperen
tijdens het rijden (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), zo snel mogelijk contact opnemen met het Abarth
Servicenetwerk. De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd.
Neem in elk geval de wettelijke voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.
59
BELANGRIJK
13)Neem in geval van een storing in de versnellingsbak zo snel mogelijk contact op met het Abarth Servicenetwerk.
60
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een
"inleerfase" nodig (met een duur die
afhangt van de rijstijl en de
wegomstandigheden: bij optimale
omstandigheden wordt gereden op een
rechte weg met 80 km/h gedurende
minstens 20 minuten) die begint
wanneer de resetprocedure wordt
uitgevoerd.
De resetprocedure moet worden
uitgevoerd:
elke keer dat de bandenspanning
wordt gewijzigd;
wanneer ook maar één wiel
verwisseld wordt;
wanneer de banden worden
gedraaid of omgewisseld;
wanneer het ruimtebesparende
reservewiel wordt gemonteerd.
Pomp, voordat de RESET-procedure
wordt uitgevoerd, de banden tot de
juiste bandenspanning op, vermeld in
de bandenspanningstabel (zie de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens").
Als de RESET niet wordt uitgevoerd in
alle bovenstaande gevallen, kan het
waarschuwingslampje
verkeerde
aanduidingen over een of meer banden
geven.Om de procedure RESET uit te voeren,
bij stilstaand voertuig en de
contactsleutel op MAR gedraaid, het
instellingenmenu openen (zie
beschrijving onder paragraaf
“Menuopties” in dit hoofdstuk).
Na afronding van de resetprocedure
verschijnt op het display het bericht
"Reset opgeslagen" wat aangeeft dat
het inleren is gestart.
WERKINGSCONDITIES
66),67),68),69),70),71)
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.
In enkele situaties, zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen), kan de signalering vertraagd
worden of kan het spanningsverlies van
meer dan één band slechts gedeeltelijk
gedetecteerd worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
voertuig asymmetrisch beladen aan één
kant, beschadigde of versleten band,
montage van het noodreservewiel,
gebruik van sneeuwkettingen, gebruik
van verschillende banden per as) kan
het systeem onjuiste indicaties geven of
tijdelijk uitgeschakeld zijn.Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld
is, knippert het waarschuwingslampje
ongeveer 75 seconden en blijft
daarna vast branden; tegelijkertijd
wordt op het display een
waarschuwingsbericht weergegeven.
Deze aanduiding wordt ook
weergegeven na het afzetten en
opnieuw starten van de motor, als de
correcte bedrijfsomstandigheden niet
hersteld worden.
In het geval van abnormale signalen,
wordt het aanbevolen om de
RESET-procedure uit te voeren. Als de
signalen opnieuw verschijnen wanneer
de RESET-procedure al is begonnen,
controleer dan of het type banden
dat wordt gebruikt hetzelfde is op alle
vier de wielen en of de banden niet
beschadigd zijn; als het
ruimtebesparende wiel wordt gebruikt,
plaats dan zo snel mogelijk een band
met normale afmetingen in plaats
van het ruimtebesparende wiel, indien
mogelijk verwijder de sneeuwkettingen,
zorg ervoor dat de lading correct
verspreid is en herhaal de RESET-
procedure, en rijd op een schoon en
verhard wegdek. Als het probleem
aanhoudt, contact opnemen met het
Abarth Servicenetwerk.
67
Het mechanisme van de oprolautomaat
werkt door vergrendeling van de
gordel wanneer er heftig geremd wordt
of door een sterke deceleratie wegens
een botsing. Zo kan de gordel vrij
schuiven en kan hij zich aanpassen aan
het lichaam van de inzittende. In het
geval van een ongeval, zal de gordel
geblokkeerd worden waardoor het
risico van impact binnenin het interieur
en het naar buiten geslingerd worden
van een persoon beperkt worden.
De oprolautomaat kan blokkeren als het
voertuig op een steile helling staat: dit
is normaal. Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als de gordel snel word
uitgetrokken of bij hard remmen,
botsingen en bij bochten die op hoge
snelheid worden genomen.
72) 73)
De achterbank is voorzien van
driepuntsveiligheidsgordels met
oprolautomaat.
Leg de achterste veiligheidsgordels om
zoals getoond in fig. 53.
BELANGRIJK Als de stoelen na het
neerklappen weer in de normale stand
worden geplaatst, controleer dan of
de veiligheidsgordels zodanig geplaatst
zijn dat ze klaar voor gebruik zijn.
BELANGRIJK
72)Druk tijdens het rijden nooit op knop 3.
73)Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel dragen bij een
ongeval blootgesteld worden aan een
groot risico en bovendien een gevaar
opleveren voor de inzittenden voorin.
SBR-SYSTEEM (Seat
Belt Reminder)
Het SBR-systeem waarschuwt de
inzittenden voorin als hun
veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.
Het systeem signaleert niet
vastgemaakte veiligheidsgordels met
visuele waarschuwingen
(waarschuwingslampjes branden op het
instrumentenpaneel en pictogrammen
op het display) en een geluidssignaal
(zie de volgende paragrafen).
OPMERKING Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk om dit
geluidssignaal permanent te laten
uitschakelen. Het geluidssignaal kan te
allen tijde via het display van het
Set-up-menu weer ingeschakeld
worden.
Werking controlelampje
veiligheidsgordels
Het systeem waarschuwt de
bestuurder en de passagier op de
voorstoel als hun veiligheidsgordel niet
is vastgemaakt, als volgt:
het controlelampje knipperten
ongeveer 100 seconden lang wordt een
geluidssignaal gegeven;
als de cyclus is afgerond blijft het
controlelampje continu branden tot de
veiligheidsgordels zijn vastgezet.
1
32
52AB0A0059C
53AB0A0354C
69
Zorg dat de gordelband nooit gedraaid
is. Het bovenste gordelgedeelte moet
over de schouder en schuin over de
borst liggen. Het onderste
gordelgedeelte moet over het bekken
fig. 55 en dus niet over de buik van
de inzittende liggen. Steek nooit
voorwerpen (wasknijpers, klemmen
enz.) tussen de gordel en het lichaam
van de inzittende.
BELANGRIJK Elke gordel mag slechts
door één iemand gebruikt worden.
Vervoer nooit kinderen op de schoot
van inzittenden met één
veiligheidsgordel voor beiden fig. 56.
Steek geen enkel voorwerp tussen de
gordel en het lichaam van een
inzittende.ONDERHOUD VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Volg voor het juiste onderhoud van de
veiligheidsgordels de volgende
aanwijzingen zorgvuldig op:
zorg er altijd voor dat de gordel
goed uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat niet
haperend werkt;
controleer de werking van de
veiligheidsgordel als volgt: maak de
gordel vast en trek hard aan de gordel;
vervang de gordels na een ongeval,
ook al lijken ze niet beschadigd.
Vervang de gordels ook altijd als de
gordelspanners werden geactiveerd.
zorg dat er geen vocht in de
oprolautomaat komt: de goede werking
ervan is alleen gegarandeerd als ze
droog blijven;
vervang de gordels als ze sporen
van slijtage of beschadiging vertonen.
BELANGRIJK
74)De gordelspanner is voor éénmalig
gebruik bestemd. Neem contact op met
het Abarth Servicenetwerk om hem te
laten vervangen nadat hij in werking is
getreden.
75)Voor maximale bescherming moet de
rugleuning rechtop gezet worden, moet
men goed tegen de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten op de
borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin!
Rijden zonder veiligheidsgordels doet bij
een ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de
dood tot gevolg hebben.
76)Het demonteren of aanpassen van
onderdelen van de veiligheidsgordel of
gordelspanner is ten strengste verboden.
Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en bevoegd personeel.
Neem altijd contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
77)Nadat een gordel aan een zware
belasting is blootgesteld (bijvoorbeeld bij
een ongeval), moet de gordel compleet
met de verankeringen, bevestigingsbouten
en de gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is, kan
de gordel toch verzwakt zijn.
55AB0A0348C
56AB0A0062C
71
BELANGRIJK
14)Werkzaamheden die leiden tot stoten,
trillingen of plaatselijke verhitting in de zone
rondom de gordelspanners (meer dan
100°C gedurende ten hoogste 6 uur)
kunnen de gordelspanners beschadigen of
in werking doen treden. Neem contact
op met het Abarth Servicenetwerk voor
eventuele werkzaamheden aan deze
componenten.
KINDERZITJES
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
78) 79) 80) 81) 91)
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde
beveiligingssystemen, ook
pasgeborenen en kinderen!
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese
richtlijn 2003/20/EG.
Kinderen met een lengte van minder
dan 1,50 meter en tot de leeftijd van 12
jaar moeten beschermd worden door
geschikte kinderzitjes en moeten op de
achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan
dat de achterbank een betere
bescherming biedt voor kinderen.
Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn
correcte veiligheidssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvre, zo veel mogelijk
te beperken.Kinderen moeten veilig en comfortabel
zitten. Afhankelijk van de
eigenschappen van de gebruikte
kinderzitjes, wordt geadviseerd om
kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in te monteren (tot het kind
minstens 3–4 jaar oud is), omdat die
stand bij een ongeval de meeste
bescherming biedt.
De keuze van het meest geschikte
kinderzitje is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind. Er zijn
verschillende types kinderzitjes, die aan
het voertuig bevestigd kunnen worden
met behulp van de veiligheidsgordels of
met de ISOFIX-bevestigingsbeugels.
Het wordt geadviseerd altijd het voor
het kind meest geschikte kinderzitje te
kiezen; raadpleeg daarom altijd de
Gebruiksaanwijzing die bij het
kinderzitje geleverd is, om er zeker van
te zijn dat dit het juiste type is voor
de kinderen waarvoor het is bedoeld.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44,
die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9 - 18 kg
Groep 2 15 - 25 kg
72
VEILIGHEID
ZIJAIRBAGS (Zijairbag -
Hoofdairbag)
(waar aanwezig)
Om de bescherming van de inzittenden
in geval van flankbotsingen te
verbeteren, is de auto uitgerust met
zijairbags die bekken, borst en
schouders van bestuurder en passagier
beschermen en hoofdairbags die het
hoofd beschermen.
Als de zijairbags niet worden
opgeblazen bij andere soorten
ongevallen (botsingen opzij, achterop,
over de kop slaan enz.), betekent dit
niet dat het systeem slecht functioneert.
Zijairbags voor (Zijairbags)
Deze bestaan uit twee soorten kussens
die zich in de rugleuning van de
voorstoelen bevinden fig. 71 en die het
bekken, de borst en schouders van
de inzittenden bij middelzware
zijdelingse botsingen beschermen.Hoofdairbags (window bags)
Deze bestaan uit twee "window bags"
die onder de zijkant van de
dakbekleding zitten en afgedekt zijn
met speciale afwerkingselementen fig.
72. De hoofdairbags bieden
bescherming aan het hoofd van de
inzittenden voorin bij zijdelingse
botsingen, dankzij het grote oppervlak
dat zij in opgeblazen toestand beslaan.
Belangrijke opmerkingen
Het systeem biedt de beste
bescherming bij een zijdelingse botsing
als de passagier correct op zijn stoel
zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
De frontairbags en/of zijairbags kunnen
geactiveerd worden bij krachtige stoten
aan de onderzijde van de carrosserie
(bijv. heftige botsing tegen drempels of
stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).Als de airbag geactiveerd wordt,
ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder. Dit poeder is niet schadelijk en
duidt niet op het begin van een brand.
Bovendien kan het oppervlak van de
opgeblazen airbag en het interieur van
het voertuig bedekt zijn met een
poederlaagje. Dit poeder kan irriterend
zijn voor de huid en de ogen. Na
aanraking onmiddellijk wassen met
water en neutrale zeep.
De controle, reparatie en vervanging
van de airbags moeten door het Abarth
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem onbruikbaar gemaakt
worden door het Abarth
Servicenetwerk.
Gordelspanners, frontairbags en
zijairbags worden op verschillende
manieren geactiveerd, afhankelijk van
het type botsing. Als een of meerdere
van deze voorzieningen niet in werking
treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Als een of meerdere
veiligheidsvoorzieningen zijn
geactiveerd ten gevolge van een
ongeval, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk om deze
veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het
systeem te laten controleren.
71AB0A0074C
72AB0A0075C
83