BELANGRIJK
4)Gebruik de ruitenwissers nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit
te verwijderen. Onder dergelijke
omstandigheden kan de ruitenwisser
overbelast raken en wordt de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de ruitenwisser
enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwissers niet meer werken,
contact opnemen met het Abarth
Servicenetwerk.
5)Schakel de ruitenwissers niet met van de
ruit opgeheven wisserbladen in.
6)Gebruik de achterruitwisser nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs te verwijderen. In
dergelijke omstandigheden wordt bij
overbelasting van de ruitenwisser
de beveiliging van de motor ingeschakeld,
waardoor de ruitenwisser enkele seconden
wordt uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwissers niet meer werken, contact
opnemen met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK
18)Als de ruit schoongemaakt moet
worden, controleren of het systeem
uitgeschakeld is en of de sleutel op STOP
staat.
25
1. Draaiknop luchttemperatuur
Rode gebied: warme lucht;
Blauwe gebied: koude lucht.
2. Knop ventilatorsnelheid/
klimaatregeling aan/uit
Druk op de knop om de airconditioning
in te schakelen: de led op de knop
gaat branden. Dit zorgt voor een snelle
koeling van het interieur.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om
de luchtstroom uit de roosters te
onderbreken.
2)
3. Knop luchtrecirculatie
– interne luchtrecirculatie
– luchttoevoer van buitenaf
BELANGRIJK Men adviseert de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de
file of in tunnels, om te voorkomen dat
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere
passagiers aan boord zijn, om beslagen
ruiten te voorkomen.
4. Draaiknop luchtverdeling
naar het lichaam en de zijruiten
naar het lichaam, de zijruiten en de
voeten
alleen naar de voeten
naar de voeten en de voorruit
alleen naar de voorruit
5. Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming
De led op de knop gaat branden om
aan te geven dat de functie is
ingeschakeld.
Snel ontwasemen/
ontdooien van de
voorruit en de voorste
zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
draai knop 1 naar het rode gebied;
draai knop 3 naar;
draai knop 4 naar;
draai knop 2 naar 4(maximale
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK
2)Het systeem gebruikt een koelmiddel
dat compatibel is met de wetten die van
kracht zijn in de landen waar het voertuig
wordt verkocht, R134a van R1234yf.
Gebruik tijdens het laden alleen het gas dat
is aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik van andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en de conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strict gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Abarth
Servicepunt.
27
3)
De automatische klimaatregeling regelt
automatisch de temperatuur,
luchtstroom en -verdeling in het
interieur, evenals de recirculatiefunctie,
naargelang de door de gebruiker
ingestelde temperatuur. De gebruiker
kan deze instellingen wijzigen door
de klimaatregeling in de handmatige
stand (de led op de AUTO-knop 1 fig.
27 gaat uit).
1. AUTO-knop: voor het inschakelen
van de automatische klimaatregeling
2.
-knop: compressor van de
klimaatregeling aan of uit. De led op
de knop brandt wanneer de
compressor ingeschakeld is.
3. OFF-knop: voor het uitschakelen
van de klimaatregeling
4. Knop
: luchtrecirculatie aan of
uit Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij
lage buitentemperaturen, aangezien
de ruiten sneller kunnen beslaan.
5. Knoppen
:
temperatuurinstellingen. Druk op de
knop
om de temperatuur in het
interieur te verhogen en druk op
de knop
om die te verlagen.6. Knoppen
: voor het instellen
van de ventilatorsnelheid. Druk
op de knop
om de luchtstroom in
het interieur te verhogen en druk
op de knop
om die te verlagen.
7. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters van de voorruit
en de voorste zijruiten te geleiden,
om deze te ontwasemen/ontdooien.
8. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard
te geleiden, om het lichaam en het
gelaat tijdens het warme seizoen
te verkoelen.
9. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in de beenruimten
voor te geleiden. Wegens de
natuurlijke neiging van warmte om
zich naar boven toe te verspreiden,
warmt dit type verdeling het interieur
zo snel mogelijk op, waardoor
onmiddellijk een behaaglijk gevoel
wordt verkregen.
10. Knop
: om de verwarmde
achterruit te ontwasemen/
ontdooien.11. Knop
: om de voorruit snel te
ontwasemen/ontdooien. De functie
blijft gedurende ongeveer 3 minuten
actief nadat de
koelmiddeltemperatuur de 50°C
heeft overschreden.
BELANGRIJK
3)Het systeem gebruikt een koelmiddel
dat compatibel is met de wetten die van
kracht zijn in de landen waar het voertuig
wordt verkocht, R134a van R1234yf.
Gebruik tijdens het laden alleen het gas dat
is aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik van andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en de conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strict gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Abarth
Servicepunt.
29
breng de sleutel op zijn plaats aan,
zichtbaar vanaf de binnenkant van
de bagageruimte onder de
hoedenplank op de plaats 1
aangegeven in fig. 35;
draai rechtsom om de softtop te
openen, linksom om hem te sluiten.
Als de achterklep niet opengaat
doordat de accu leeg is of door een
storing in de elektrische vergrendeling
van de achterklep, voer dan de
noodprocedure voor het openen van de
achterklep uit, zoals beschreven in de
paragraaf "Bagageruimte" van het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto",
om de softtop handmatig te bewegen,
zoals bovenbeschreven.
Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om de automatische
bediening te laten herstellen.INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering is doorgebrand, moet
de softtop opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
controleer, alvorens enige andere
handeling te verrichten, of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de knop voor het openen van
de softtop ingedrukt tot deze volledig
geopend is;
houd de knop, als de softtop
volledig geopend is, gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt;
houd de knop voor het sluiten van
de softtop ingedrukt tot deze volledig
gesloten is;
houd de knop, als de softtop
volledig gesloten is, gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt;
Als de procedure voltooid is, zal de
softtop automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.
Ga als volgt te werk als de softtop al is
geïnitialiseerd:
controleer, alvorens enige andere
handeling te verrichten, of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de knop voor het openen van
de softtop ingedrukt tot deze volledig
geopend is;
houd de knop, als de softtop
volledig geopend is, gedurende ten
minste 10 seconden ingedrukt;
houd de knop voor het sluiten van
de softtop ingedrukt tot deze volledig
gesloten is;
houd de knop, als de softtop
volledig gesloten is, gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt;
Als de procedure voltooid is, zal de
softtop automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.
WINDSTOPPER
De windstopper fig. 36 is ontworpen
om het rijcomfort te verbeteren door bij
open dak de turbulentie in het interieur
te verminderen.
Gebruik:
Ontgrendel de rugleuning van de
achterbank (één geheel of in delen).
35AB0A0295C
34
KENNISMAKING MET DE AUTO
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN ................ 40
MENUOPTIES ................................. 42
TRIP COMPUTER ........................... 44
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 46
-VEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT ................................. 46
-DEFECT EBD ..................................... 47
-STORING AIRBAG ............................. 47
-LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/
HANDREM AANGETROKKEN ............. 48
-STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE” ...................................... 49
-REMBLOKSLIJTAGE .......................... 49
-ESC-SYSTEEM .................................. 50
-STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 51
-MISTACHTERLICHT ........................... 51
-STORING ABS ................................... 51
-iTPMS ................................................ 52
-STADSLICHT EN
DIMLICHT/FOLLOW ME HOME .......... 52
-MISTVOORLICHTEN .......................... 53
- RICHTINGAANWIJZER LINKS........... 53
-RICHTINGAANWIJZER RECHTS........ 53
-GROOTLICHT .................................... 53
-PORTIEREN/MOTORKAP/
BAGAGERUIMTE OPEN ...................... 54
- LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE ................................. 54
-ONVOLDOENDE
MOTOROLIEDRUK/MOTOROLIE
VERSLECHTERD ................................ 54-TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 55
- STORING AUTOMATISCHE
SEQUENTIËLE VERSNELLINGSBAK... 55
-SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN ............................... 56
- KANS OP GLAD WEGDEK................ 56
-STORING PARKEERSENSOR ............ 56
-SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD) VERVALLEN ................ 56
-ASR-SYSTEEM .................................. 56
-STORING HILL HOLDER.................... 57
-AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ...................... 57
-STORING AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ...................... 57
-STORING BUITENVERLICHTING ....... 57
-STORING REMLICHTEN .................... 58
-STORING FIAT CODE SYSTEEM ....... 58
- BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE
ACTIERADIUS ..................................... 58
-STORINGSINDICATOR
MOTOROLIEDRUKSENSOR ............... 58
-OLIE VERVERSEN ............................. 58
-KOPPELINGSPEDAAL INTRAPPEN
OM TE STARTEN ................................ 58
-STORING
BRANDSTOFNIVEAUSENSOR ............ 59
-HOOGTEREGELING KOPLAMPEN .... 59
39
–Om de schermpagina en de opties
naar beneden te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verlagen.
OpmerkingDe knoppen+en–
activeren verschillende functies
afhankelijk van de volgende situaties:
hiermee kan binnen het menu naar
beneden of naar boven door de opties
gebladerd worden;
zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de waarden.
Het menu biedt de volgende functies:
VERLICHTING: voor het verstellen
van de verlichting van het dashboard en
instrumentenpaneel
PIEP SNELHEID: voor het instellen
van de snelheidslimiet van het voertuig
(km/h of mph). De bestuurder wordt
gewaarschuwd als deze snelheid wordt
overschreden.
ACTIVERING TRIP B/GEGEVENS:
voor de inschakeling ("On") en
uitschakeling ("Off") van de Trip
B-weergave (gedeeltelijke tripteller).
STEL UUR IN: voor het instellen van
de klok op het display
STEL DATUM IN: voor het instellen
van de datum op het display
AUTOCLOSE: voor het inschakelen
of uitschakelen van de automatische
portiervergrendeling bij een snelheid
hoger dan 20 km/h
MEETEENHED: voor het instellen
van de meeteenheden voor afstand en
brandstofverbruik
TAAL: voor het instellen van de taal
op het display
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN: voor het
instellen van het volume (8 niveaus) van
het geluidssignaal (zoemer) dat klinkt
als een storing/waarschuwing wordt
weergegeven
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS: voor
de herinschakeling van de SBR-zoemer
(wordt alleen weergegeven als het
SBR-systeem is ingeschakeld door het
Abarth Dealernetwerk)
SERVICE: geeft de kilometerstand
weer waarbij geprogrammeerd
onderhoud moet worden verricht
AIRBAG/AIRBAG PASSAGIER: voor
het inschakelen/uitschakelen van de
passagiersairbag
DAGLICHTEN: voor het inschakelen/
uitschakelen van de dagrijlichten
ITPMS RESETTEN: voor het
resetten van het iTPMS-systeem
(”inleren”, zie de paragraaf “iTPMS-
systeem”)
ZIE RADIO (indien aanwezig): voor
het inschakelen/uitschakelen van het
dupliceren van bepaalde radio-
informatie weergegeven in de weergave
van hetUconnect™-systeem op het
display van het instrumentenpaneel.
ZIE TELEFOON (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen
van het dupliceren van bepaalde
telefoongesprekinformatie weergegeven
in de weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
ZIE NAVIGATIE (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen van
het dupliceren van bepaalde
navigatie-informatie weergegeven in de
weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
MENU AFSLUITEN
43
LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in
de gevallen dat een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën
kan onderbroken worden. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Betekenis
VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of
passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed omgelegde veiligheidsgordels, dan gaat het lampje
knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR (Seat Belt
Reminder)-systeem, contact op met het Abarth Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het
Set-up-menu weer ingeschakeld worden.
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Betekenis
DEFECT EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen
plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Abarth Servicepunt om het systeem direct te laten
controleren.
STORING AIRBAG
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het airbagsysteem is. Bij sommige versies verschijnt
een speciaal bericht op het display.
33) 34)
47