Overzichtstabel display-knoppen
Knop Functies Modus
Radio Toegang tot de radio-modus Druk op de knop
Media
Bronselectie: USB/iPod, AUX,
Bluetooth®Druk op de knop
Telefoon Weergave telefoongegevens Druk op de knop
Uconnect™Toegang tot de aanvullende functies (zoals Kompas en services van
Uconnect ™ LIVE
)Druk op de knop
Nav
(*)Toegang tot de navigatiefunctie Druk op de knop
Instellingen Toegang tot het menu Instellingen Druk op de knop
Trip Toegang tot het Trip menu Druk op de knop
(*) Alleen versies metUconnect™ 7" HD Nav LIVE
176
MULTIMEDIA
Overzichtstabel bedieningselementen op stuurwiel
Toetsen Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Weergave van de 10 laatste oproepen op het instrumentenpaneel
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
Het display verlaten op het instrumentenpaneel van de laatste oproepen (alleen met het bladeren door
oproepen actief)
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of SMS (alleen met bladeren door
oproepen actief)
Nummer wijzigen in MEDIA-modus
Station wijzigen in RADIO-modus
178
MULTIMEDIA
Bedieningselementen achter het stuurwiel
Toetsen Interactie
Toets 1 (linkerzijde stuurwiel)
Bovenste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Middelste toetsBij elke keer indrukken worden de bronnen AM, FM, USB/iPod, AUX doorlopen. Alleen de beschikbare
bronnen worden geselecteerd.
Onderste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van volgend nummer USB/iPod.
Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt losgelaten/snel
vooruitspoelen nummer van USB/iPod.
Toets 2 (rechterzijde stuurwiel)
Bovenste toetsVolume verhogen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen
Toets langer indrukken: volume snel verhogen
Middelste toets In-/uitschakelen van Mute-functie
Onderste toetsVolume verlagen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen
Toets langer indrukken: volume snel verlagen
179
Systeem in-/
uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
toets/
knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
Radiomodus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuze) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Links:de knoppen "AM", "FM” en
“DAB” om de gewenste frequentieband
te selecteren (knop is
herconfigureerbaar afhankelijk van de
geselecteerde band: AM, FM of DAB);
Rechts: de volgende knoppen:
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™ 7" HD Nav LIVE).
Onderaan:weergave van de volgende
toetsen:
"Bladeren": lijst van beschikbare
radiostations;
/: selectie van het
volgende/vorige radiostation;
"Afstemm.": handmatige afstemming
op het radiostation;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het "Audio"
menu, op de toets "Audio" drukken aan
de onderkant van het display.
Via het menu “Audio” kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Balance & Fade" (om de
audiobalans rechts/links en voor/achter
te regelen);
"Equalizer" (waar aanwezig);
"Snelheidsafhankelij.
volumeregeling" (automatische,
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (waar aanwezig);
"Compensatie AUX-volume" (uit in
de radiomodus, kan alleen worden
geselecteerd als de AUX-bron actief is);
“AutoPlay-functie”;
"Auto-On Radio".
Media-modus
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB/iPod,Bluetooth®, AUX.
BELANGRIJK Applicaties die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect-systeem.
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhalen": het huidige nummer
opnieuw afspelen;
"Shuffle": de nummers in
willekeurige volgorde afspelen;
In het midden:informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links:de volgende knoppen:
Geselecteerd apparaat of audiobron;
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: de volgende knoppen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
"Tracks": een lijst met de
beschikbare tracks of nummers.
180
MULTIMEDIA
"Kaart": navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect 7" HD Nav LIVE).
Onderaan:informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
Actief apparaat of audiobron;
/: vorig/volgend nummer
selecteren;
: het afgespeelde nummer
pauzeren;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Nummer kiezen (Browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af
van het apparaat dat aangesloten is. Bij
een USB/iPod-apparaat kunt u
bijvoorbeeld door de lijst beschikbare
artiesten, genres en albums bladeren
afhankelijk van de informatie die
aanwezig is op de nummers met
behulp van de toets/knop SCROLL
TUNE.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.OPMERKING De toets SCROLL TUNE
staat geen enkele handeling op een
AUX apparaat toe.
Track zoeken (Zoeken)
Met deze functie kan een dynamische
zoekopdracht in een lijst met tracks
worden uitgevoerd.
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
eenBluetooth® apparaat met muziek-
stukken aan het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth® AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om eenBlu-
etooth® audioapparaat te koppelen:
schakel de functieBluetooth®in
op het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth® Media-
bron;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoek Uconnect op hetBluetooth®-
audioapparaat (tijdens de koppelings-
fase verschijnt op het scherm de
voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt geselect-
eerd, wordt de prioriteit op basis van de
volgorde van verbinding bepaald. Het
laatst verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets "Telefoon" op het display en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth®" te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
OPMERKING De radio kan het nummer
dat wordt gespeeld veranderen door
het wijzigen van het naam-apparaat in
de Bluetooth-instellingen van de
telefoon (waar voorzien), als het
apparaat is aangesloten via USB na de
Bluetooth®-verbinding.
181
USB/iPod BRON
Om de USB/iPod modus te activeren
moet het betreffende apparaat (USB of
iPod) in de USB-poort worden
gestoken, die zich op de tunnelconsole
bevindt.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
De functie "Compensatie AUX volume"
kan alleen worden geselecteerd in de
radiomodus als de AUX-bron atief is.BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat aangesloten is op het
AUX-stopcontact worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het
is niet mogelijk om nummer/map/
playlist te veranderen of start/
einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop "Telefoon" op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies
wilt te raadplegen, gaat u naar de
website www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling
alleen uit bij stilstaand voertuig en onder
veilige omstandigheden; deze functie
is uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in
elk geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
182
MULTIMEDIA
schakel de functieBluetooth®in
op de mobiele telefoon;
druk op de knop “Telefoon” op het
display;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens het Uconnect apparaat op
de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop "Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund. Raadpleeg de
handleiding van de mobiele telefoon om
alle beschikbare functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selecteer "Telefoonboek";
selecteer "Recent";
selecteer "Kies";
selecteer "Opnieuw bellen".FAVORIETEN
U kunt tijdens een gesprek een
nummer of een contact (indien al
aanwezig in Contacten) toevoegen aan
de lijst met favorieten door boven aan
het display op een van de vijf grafische
knoppen "Leeg" te drukken. Favorieten
kunnen ook worden beheerd via de
Telefoonboekopties.
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, kan de knop
"Tekst" niet worden gekozen (is grijs).
Bij ontvangst van een SMS-bericht, ziet
u op het display een scherm waarop
de opties "Lees", "Toon", "Bellen"
of "Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de grafische knop "Tekst" voor
toegang tot de lijst van SMS-berichten
die door de mobiele telefoon zijn
ontvangen (de lijst toont een maximum
van 60 ontvangen berichten).
183
NIET STOREN-FUNCTIE
Door de grafische knop "Niet storen" in
te drukken, krijgt de gebruiker alleen
meldingen voor binnenkomende
oproepen of ontvangen SMS-berichten.
De gebruiker kan reageren met een
standaard- of aangepast bericht, dat
via de instellingen is opgegeven.
SIRI OGEN VRIJ
(alleen beschikbaar met de iPhone 4S
en eropvolgende versies en
compatibele iOS-versies)
Houd, nadat het met Siri compatibele
apparaat aanUconnect™is
gekoppeld, de knop
op het stuurwiel
ingedrukt en laat deze los.
Na een dubbele piep, kunt u
gebruikmaken van Siri, om naar muziek
te luisteren, richtingen te ontvangen,
tekstberichten te lezen en meer.
Uconnect™
LIVE-SERVICES
Druk op de knopUconnect™om
toegang te krijgen tot de services van
Uconnect™ LIVE.
De beschikbare services hangen af van
de configuratie van de auto en de
markt.Om deUconnect ™LIVEservices te
gebruiken moet u deUconnect
™LIVEapp downloaden van Google
Play of de Apple Store en registreren
met gebruik van de app of op
www.DriveUconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™ LIVE-app
hebt gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u deBluetooth®-
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven
in het hoofdstuk "Mobiele telefoon kop-
pelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™ LIVE-services in uw voer-
tuig.
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™ LIVEop de radio.
Voordat u de aangesloten services kunt
gebruiken, moet u eerst deBlu-
etooth® koppeling uitvoeren, daarna
de activeringsprocedure voltooien door
de instructies op te volgen die verschi-
jnen in deUconnect™ LIVEapp.Uconnect™ LIVE-services via de
radio
In het radiomenuUconnect™ LIVE
kan het onderdeel "Settings" worden
geopend door op het pictogram
te
drukken. In deze sectie kan de
gebruiker de systeemopties controleren
en naar eigen voorkeur wijzigen.
Systeemupdates
Als een update voor hetUconnect™
LIVEsysteem beschikbaar is terwijl
deUconnect™ LIVEservices worden
gebruikt, dan wordt de gebruiker
hiervan op de hoogte gebracht via een
bericht op het radioscherm.
Abarth Telemetry
Met de applicatie Abarth Telemetry kunt
u kijken hoe u de mogelijkheden van
de nieuwe Abarth 595 optimaal kunt
benutten.
Het doel is om vertrouwen in het rijden
te creëren en bestuurders attent te
maken op de mogelijkheden van hun
auto. Gebruikers zijn in staat om hun
eigen prestatie te meten, dankzij een
timer en nieuwe informatie op de radio.
Bovendien kan de bestuurder met
Abarth Telemetry rijadviezen in realtime
krijgen, routebeschrijvingen opnemen
en badges ontvangen gebaseerd op de
rijstijl.
184
MULTIMEDIA