Stoelen, veiligheidssystemen45
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de
schakelaarstand te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Het
controlelampje *OFF
brandt ononderbrokenV
ON:airbag van voorpassagier is
actief9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabellen 3 48.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als controlelampje d ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide controlelampjes tegelij‐
kertijd branden, is er sprake van een
storing in het systeem. De systeem‐
status wordt niet aangeduid; er mag
niemand op de stoel van de voorpas‐
sagier vervoerd worden. Roep onmid‐
dellijk de hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelampje Airbag-deactivering
3 71.
202TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............179, 184
Aanduidingen op banden ..........158
Aansteker .................................... 64
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 139
Accu ........................................... 144
Achterdeuren ............................... 24
Achterlichten .............................. 149
Achterruitverwarming ................... 31
Achteruitrijlichten .........................96
Afmetingen auto ........................190
Airbag deactiveren ....................... 44 Airbag-deactivering ...................... 71
Airbag en gordelspanners ...........71
Airbaglabel.................................... 39
Airbagsysteem ............................. 39
Airconditioning ........................... 100
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 107
Alarmknipperlichten .....................94
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 108
Antiblokkeersysteem .................119
Antiblokkeersysteem (ABS) .........73
Asbakken ..................................... 64
Autogegevens ............................ 184
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 174Auto stallen ................................. 139
Autostop ..................................... 111
B
Bagageruimte ........................ 24, 53
Bagageruimte-afdekking .............55
Bandenreparatieset ...................165
Bandenspanning .......................158
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 74, 160
Bandenspanningswaarden ........192
Batterijspanning ........................... 85
Bedieningsorganen ......................60
Bekerhouders .............................. 52
Bekleding .................................... 177
Beladingsinformatie .....................58
Beslagen lampglazen ..................96
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 124
Binnenspiegels ............................. 28
Binnenverlichting .................97, 152
Bochtverlichting ............................ 94
Boordgereedschap .....................157
Boordinformatie ........................... 83
Brandstof .................................... 130
Brandstofkeuzeschakelaar ..........66
Brandstofmeter ............................ 66
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 136
Brandstof voor benzinemotoren 130
Brandstof voor rijden op LPG .....131