256Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Elektrisch bediende ruit links2Elektrisch bediende ruit rechts3Carrosserieregelmodule4Aircoventilator5Carrosserieregelmodule6Aanhangervoorzieningen7Elektrisch neerklapbare achter‐
bank8Carrosserieregelmodule9Motorregelmodule10Head-updisplay11NO x-reductie/leidingverwarming12NO
x-reductie/roetsensor13AdBlue-module14Verwarmd stuurwiel15Transmissieregelmodule16Versterker17Alarm18Carrosserieregelmodule19AdBlue-moduleNr.Stroomkring20Carrosserieregelmodule21Carrosserieregelmodule22Carrosserieregelmodule23Elektrisch stuurslot24Airbag25Diagnosestekker26Stekkerdoos bagageruimte27EBCM-klep28Politievoorziening29–30–31Stuurbedieningsknoppen32Contactslot33Verwarming en ventilatie34Centrale gateway-module35AUX-/USB-stekker36Draadloze oplader37Achterruitenwisser38Onstar39DisplayNr.Stroomkring40Parkeerhulp41Dakconsole42Radio
262Verzorging van de autode referentiespanningswaarden voor
waarschuwingen over de banden‐
spanning.
Afhankelijk van het display verschijnt
het menu Draagvermogen band
alleen als de auto stilstaat en de
handrem aangetrokken is. Bij auto's
met automatische versnellingsbak
moet de keuzehendel op P staan.
Selecteer:
● Licht voor een comfortabele
spanning tot 3 inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
3 inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Automatisch inleren
Nadat de wielen zijn vervangen of
onderling van positie zijn verwisseld
moet de auto ongeveer 20 minuten
blijven stilstaan alvorens het systeem
een herberekening uitvoert. Het daar‐ opvolgende inleerproces duurt max.
10 minuten bij een rijsnelheid van 40
tot 100 km/u. Rijd niet langere tijd
buiten dit bereik. Doe dit zo mogelijk
op een provinciale of soortgelijke weg
waarop u kunt doorrijden. Tijdens het
inleren ziet u mogelijk $ of wisse‐
lende spanningswaarden op het
Driver Information Center.
Bij eventuele problemen tijdens het
inleren verschijnt er een storingsmel‐ ding op het Driver Information Center.
w knippert gedurende 60 seconden
en blijft dan branden.
Herhaal als dit gebeurt het inleren.
Laat uw auto ongeveer 20 minuten
stilstaan en rijd dan weer gedurende
10 minuten zoals bovenstaand
beschreven.Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐ den) is bereikt.
Om veiligheidsredenen wordt aanbe‐
volen om de profieldieptes van de
banden op één as niet meer dan
2 mm van elkaar af te laten wijken.
De wettelijk toegestane minimumpro‐
fieldiepte (1,6 mm) is bereikt wanneer het profiel tot aan één van de slijtage- indicatoren (TWI = Tread Wear Indi‐
cator) is afgesleten. De positie van de
278Verzorging van de autoLakschadeGeringe lakschade voordat er roest‐vorming optreedt met een lakstift
herstellen. Grotere lakschade of
roestvorming door een werkplaats
laten herstellen.
Onderstel
Sommige delen van de bodemplaat zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐ zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐ leren.Vloeibaar-gassysteem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur
boven 60 °C moet de LPG-tank
worden verwijderd.
Breng geen wijzigingen aan het vloei‐
baar-gassysteem aan.
Trekhaak Kogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor
leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op
lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.
280Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................280
Service-informatie ...................280
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............281
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................281Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 97.
Europese service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 97.
Internationale service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
Service en onderhoud281lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Servicedisplay 3 97.
Registraties Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en
garantieboekje correct wordt inge‐
vuld, omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 97.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen ensmeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
306TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 157
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............281, 286
Aanduidingen op banden ..........258
Aanhangerkoppeling ..................231
Aanhangerstabilisatie ................234
Aanhanger trekken ....................232
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 237
Accu ........................................... 242
Achterlichten .............................. 248
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................217
Achteruitrijlichten .......................138
Actieve motorkap ..........................67
Actieve noodrem......................... 198 Adaptieve cruise control .....104, 185
AdBlue ................................ 102, 165
Afmetingen auto ........................292
Afstand tot voorligger .................101
Airbag deactiveren ....................... 58 Airbag-deactivering .................... 100
Airbag en gordelspanners ...........99
Airbaglabel.................................... 54
Airbagsysteem ............................. 54
Airconditioning ........................... 143
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 154
Alarmknipperlichten ...................136Algemene informatie .................. 231
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 156
All-wheel drive ........................... 173
Andere auto slepen ...................275
Antiblokkeersysteem .................174
Antiblokkeersysteem (ABS) .......101
Armsteun ................................ 48, 50
Armsteun met opbergruimte ........71
Asbakken ..................................... 88
Autogegevens ............................ 286
Autokrik....................................... 257 Automatische dimfunctie .............34
Automatische verlichting ............ 130
Automatische versnellingsbak ...168
Automatisch vergrendelen ...........26
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 274
Auto stallen ................................. 237
Autostop ..................................... 160
B Bagageruimte ........................ 28, 71
Bagageruimte-afdekking .............74
Bandenreparatieset ...................264
Bandenspanning .......................258
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 103, 260
Bandenspanningswaarden ........295
Baselevel-display........................ 105
308HHalogeenkoplampen .................245
Handgeschakelde versnellingsbak ......................173
Handmatige dimfunctie ................34
Handmatige stoelverstelling .........43
Handrem ............................. 174, 175
Handschoenenkastje ...................69
Head-updisplay........................... 115
Hellingrem ................................. 176
Hoofdsteunen .............................. 40
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 152
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 63
Indicatie afstand tot voorligger ...197
Inductief opladen ..........................87
Info-Display................................. 113
Info-Displays ............................... 105
Inhouden ................................... 294
Inklapbare spiegels .....................32
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 140
Instrumentengroep ......................89
Instrumentenverlichting .............251
Interactief rijsysteem................... 179
Interieurverlichting ......................138K
Katalysator ................................. 165
Kentekenverlichting ...................251
Kilometerteller .............................. 95
Kindersloten ................................. 27 Kinderveiligheids-systemen ..........60
Klimaatregeling ............................ 15
Klok............................................... 84
Koelvloeistof .............................. 240
Koelvloeistof en antivries ............281
Koelvloeistoftemperatuur ...........102
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...97
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 132
Koplampverstelling ....................132
L
Laadsysteem ............................. 100
Lane keep assist ................101, 225
LED-koplampen ..........104, 133, 247
Leeslampen ............................... 139
Lekke band ................................. 268
Lichtschakelaar .......................... 129
Lichtsignaal ................................ 132
Luchtinlaat ................................. 154
M
Massage ....................................... 50
Meters........................................... 94
Midlevel-display .......................... 105
Mistachterlicht .................... 104, 137Mistlamp .................................... 104
Mistlampen ................................ 247
Mistlampen voor ........................137
Motorgegevens .......................... 289
Motor-ID...................................... 285
Motorkap .................................... 238
Motorolie .................... 239, 281, 286
Motoroliedruk ............................. 103
Motor starten ............................. 159
N
Nieuwe auto inrijden ..................156
O
Obstakeldetectiesystemen .........203
Olie, motor .......................... 281, 286
OnStar ........................................ 124
Ontlaadbeveiliging accu ............141
Opbergruimte................................ 69
Opbergruimte voor........................ 70
Opbergvakken .............................. 69
Opbergvak middenconsole ..........71
Opgeslagen instellingen ...............22
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 274
Panoramazichtsysteem ..............215
Parkeerhulp ............................... 203
Parkeerlichten ............................ 138
Parkeren .............................. 18, 162
309Park pilot met ultrasoonsensoren203
Partikelfilter ................................. 164
Persoonlijke instellingen ............120
Portieren ....................................... 28
Portier open ............................... 105
Prestaties ................................... 291
Profieldiepte ............................... 262
Q Quickheat ................................... 152
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 304
Regelbare instrumentenverlichting ...........138
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 303
Remassistentie .......................... 176
Rem- en koppelingssysteem .....100
Rem- en koppelingsvloeistof ......281
Remmen ............................ 174, 242
Remvloeistof .............................. 242
Reparatie ongevalschade ...........298
Reservewiel ............................... 271
Richtingaanwijzer ........................98
Richtingaanwijzers ..................... 137
Roetfilter .................................... 164
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......232Rijregelsystemen ........................177
Rijverlichting ........................ 12, 104
S Schakelen ................................... 101
Selectieve katalysatorreductie ....165
Service ............................... 154, 280
Service-display ............................ 97
Service-informatie ...................... 280
Sjorogen ...................................... 75
Slepen ................................ 231, 274
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sneeuwkettingen .......................263
Snelheidsbegrenzer ...........105, 184
Snelheidsmeter ............................ 94
Software-update .........................301
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................241
Startbeveiliging ....................31, 103
Starten en bedienen ...................156
Starthulp gebruiken ...................273
Stoelpositie .................................. 42
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........51
Stoelverwarming, voor ..............49
Stop/Start-systeem .....................160
Storingsindicatielamp ................100
Sturen ......................................... 156
Stuurbedieningsknoppen .............80Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 80
Symbolen ....................................... 4
T Tanken ....................................... 228
Te laag brandstofpeil .................103
Toerenteller ................................. 96
Traction Control .........................177
Traction Control-systeem UIT..... 102
Trechter ...................................... 228
Trekhaak .................................... 233
Trekstang.................................... 231
Typeplaatje ................................ 284
U
Uitlaatgassen ............................. 164
Uitrol-brandstofafsluiter .............160
Uitstapverlichting .......................140
Uplevel-display ........................... 105
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 113Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 263
Vaste luchtroosters ....................153
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................51
Velgen en banden .....................258
Ventilatie ....................................... 49