Page 97 of 109

Radio97● Het infotainmentsysteem stemaltijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele
programma kan bevatten.
Configureren van RDS
Om het menu voor het configureren
van RDS te openen:
Druk op CONFIG .
Selecteer Audio-instellingen en
vervolgens RDS-opties.
TA-volume
Het volume voor verkeersberichten
(TA) kan worden vooringesteld 3 92.
In- en uitschakelen van RDS
Zet de optie RDS op Aan of Uit.Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Het permanent in- of uitschakelen
van de TA-functie:
Zet de optie Verkeersmelding (TA) op
Aan of Uit.
In- en uitschakelen van regio-
instelling
(RDS moet voor regionalisatie zijn ingeschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op
verschillende frequenties program‐ ma's uit die regionaal van elkaar
verschillen.
Zet de optie Regionaal (REG) op
Aan of Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve
frequenties (AF) met dezelfde regio‐
nale programma's geselecteerd.Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder
rekening te houden met regionale
programma's.
Lopende RDS-tekst
Sommige RDS-zenders gebruiken de regel van de programmanaam voor
het tonen van eventuele extra infor‐
matie.
Om te voorkomen dat extra informatie
wordt weergegeven:
Geen rollende displaytekst op Aan
zetten.
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele
programma en over de actuele
muziektrack.
Om de informatie weer te geven of te verbergen:
Zet de optie Radio-tekst: op Aan of
Uit .
Page 98 of 109

98RadioRadioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die
verkeerinformatie uitzenden.
Het in- en uitschakelen van de radio‐
verkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de stand- by verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
Druk op TP.
● Is de radioverkeerinformatieser‐ vice ingeschakeld, wordt [ ] weer‐
gegeven in het radiohoofdmenu.
● Alleen zenders met radioverkeer‐
informatieservice worden
ontvangen.
● Is het huidige station geen zender met radioverkeerinforma‐tieservice, wordt een zoekop‐
dracht gestart naar de volgende
zender met radioverkeerinforma‐
tieservice.
● Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,wordt [TP] weergegeven in het
radiohoofdmenu.● Verkeersberichten worden afge‐ speeld op het ingestelde TA-
volume 3 92.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen vande cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het infotainmentsysteem helemaal terug.
Blokkeren van verkeersberichten
Ga als volgt te werk om een verkeers‐ bericht, bijv. tijdens het afspelen van
cd/mp3, te blokkeren:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks) Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender die u
beluistert zelf geen verkeersinforma‐ tie uitzendt. Als een dergelijke zenderis ingeschakeld, wordt net als bij
verkeersinformatiezenders TP op het
display in het zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in plaats van dezendfrequentie.
Algemene informatie ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender kan opvangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
Page 99 of 109

Radio99● Bij een slechte ontvangst wordthet volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden
opgevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verslechtert.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoektvoortdurend naar de best
ontvangbare FM-zenders. Als TP
3 96 geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.
Configureren DAB Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en
vervolgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
● Automatische groeplinks : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op
dezelfde service van een ander
DAB-ensemble (indien beschik‐
baar) als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
● Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, scha‐
kelt het systeem over naar de
betreffende FM-zender de
actieve DAB-service (indienbeschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
● Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat
betekent dat het volume van hard
geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het infotainmentsysteem zo wordenafgesteld dat zacht geluid goed
hoorbaar is zonder dat hard
geluid te hard klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden
bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het infotainment‐
systeem dienen te worden
ontvangen.
Page 100 of 109

100CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............100
Gebruik ...................................... 101Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2
Romeo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een
ander formaat zijn geschreven
dan hierboven vermeld niet
correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen
niet correct worden weergege‐
ven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐
maal niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.
Page 101 of 109

CD-speler101● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw'sworden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In dergelijke gevallen is er dus niets
mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐ deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden
afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler
binnen in het apparaat vies
maken en storingen veroorza‐
ken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max. 8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Toepasbare afspeellijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl
● In dit hoofdstuk wordt alleen het afspelen van mp3-bestanden
behandeld, omdat de werking
voor mp3- en wma-bestanden
hetzelfde is. Wanneer een cd met wma-bestanden wordt geplaatst,worden mp3-gerelateerde
menu's weergegeven.Gebruik
Cd afspelen starten
Druk op CD om het CD- of MP3-menu
te openen.
Als er zich een cd in de cd-speler
bevindt, wordt deze automatisch
afgespeeld.
Afhankelijk van de data die op de
audio- of mp3-cd is opgeslagen, verschijnt er op het display dienover‐
eenkomstig informatie over de cd en
de actuele track.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Page 102 of 109

102CD-spelerLet op
Bij het aanbrengen van een cd
verschijnt er een cd-symbool op de
bovenste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen
Druk op g of e om naar een hoger
of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige track.Selecteren van tracks via het
audio-CD of MP3-menu
Tijdens het afspelen van een audio-
cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in
willekeurige volgorde: Tracks
shuffelen op Aan zetten.
Om een track op de audio-CD te
selecteren: selecteer Trackslijst en
selecteer daarna de gewenste track.
Tijdens het afspelen van mp3
Druk op de multifunctionele knop om het mp3-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in
willekeurige volgorde: Tracks
shuffelen op Aan zetten.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer daarna de gewenste track.Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de
mp3-cd opgeslagen gegevens.
Het doorzoeken van de mp3-cd kan
enkele minuten duren. Tijdens dit proces wordt de laatst ontvangenzender afgespeeld.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 103 of 109
AUX-ingang103AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............103
Gebruik ...................................... 103Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-
ingang aan te sluiten met een
3,5 mm stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 104 of 109

104USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............104
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 104Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de
bedieningselementen en menu’s van het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten gegevensbronnen is in het
algemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 101.
Op de volgende pagina's worden alleen de afwijkende/aanvullende
bedieningsaspecten beschreven.Bediening van de displayschermen is
alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. Andere apparaten werken in
het algemeen hetzelfde.
Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te
openen.
Voor het achter elkaar afspelen van alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Voor het weergeven van een menu
met de verschillende extra opties
voor het zoeken en selecteren van
tracks: selecteer Zoeken.
Het zoekproces op het USB-apparaat kan enkele minuten duren. Tijdens dit
proces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in
willekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen:
Herhalen op Aan zetten.