326Rijden en bedieningTrek de elektrische handrem aan:
houd de schakelaar m meer dan
vijf seconden uitgetrokken. Als controlelampje m brandt, is de
elektrische handrem aangetrokken.
Zet de elektrische handrem los: houd de schakelaar m langer dan
twee seconden ingedrukt. Als contro‐
lelampje m dooft, is de elektrische
handrem losgezet.
Controlelampje m knippert: elektri‐
sche handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet. Knippert
de lamp continu, zet de elektrische
handrem dan los en probeer deze
weer aan te trekken.
Remassistentie Bij het snel en krachtig intrappen van
het rempedaal remt het systeem
automatisch met maximale kracht.
Het werken van de remassistentie
blijkt mogelijk uit het pulseren van het
rempedaal en een grotere weerstand bij het intrappen van het rempedaal.Blijf het rempedaal voor het maken
van een noodstop gelijkmatig intrap‐
pen. Bij het loslaten van het rempe‐
daal neemt de maximale remkracht
automatisch af.
Hellingrem
Het systeem voorkomt onbedoeld
bewegen bij het wegrijden op hellin‐
gen.
Wanneer u het rempedaal loslaat nadat u op een helling bent gestopt,
blijft de rem nog gedurende
twee seconden ingeschakeld. Bij het
optrekken van de auto worden de
remmen automatisch losgezet.Rijregelsystemen
Traction Control
De Traction Control (TC) is een
onderdeel van de elektronische stabi‐ liteitsregeling (ESC).
TC verhoogt zo nodig de stabiliteit,
ongeacht het type wegdek of de grip
van de banden, door te voorkomen
dat de aangedreven wielen door‐
slaan.
Zodra de aangedreven wielen begin‐
nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen beperkt en wordt het wiel
met de meeste slip afzonderlijk afge‐
remd. Daardoor wordt de rijstabiliteit
van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
TC werkt na elke motorstart zodra
controlelamp b dooft.
Wanneer TC werkt, knippert b.
Verzorging van de auto379
Leg de veiligheidsgrendel links opzij
en open de motorkap.
Motorkapsteun vastzetten.
Als de motorkap wordt geopend
tijdens een Autostop, wordt de motor
om veiligheidsredenen automatisch herstart.
Sluiten
Steun vóór het sluiten van de motor‐
kap stevig in de houder duwen.
Laat de motorkap zakken en laat het
vanaf een lage hoogte (20-25 cm) in
het slot vallen. Controleer of de
motorkap vergrendeld is.Voorzichtig
Druk de motorkap niet in het slot
om deuken te voorkomen.
Motorolie
Het motoroliepeil op gezette tijden
handmatig controleren om schade
aan de motor te voorkomen. Contro‐
leer of de gebruikte olie de juiste
specificatie heeft. Aanbevolen olie en smeermiddelen 3 429.
Het maximale motorolieverbruik is 0,6 l per 1000 km.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op
bedrijfstemperatuur zijn en minstens
vijf minuten uitgeschakeld zijn
geweest.
Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot
aan de aanslag van de handgreep
weer insteken, opnieuw uittrekken en
het motoroliepeil aflezen.
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Afhankelijk van de motor worden er verschillende oliepeilstokken
gebruikt.
Verzorging van de auto383De accu ontkoppelenAls de boordaccu moet worden losge‐
koppeld (bijv. voor onderhoudswerk‐
zaamheden), moet de alarmsirene
als volgt worden gedeactiveerd:
Schakel het contact in en uit en
ontkoppel de boordaccu binnen
15 seconden.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk
gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Vervang bij auto's met een AGM-accu
(Absorptive Glass Mat) de accu door een andere AGM-accu.
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu
gebruikt dan de originele Opel accu,
kunnen slechtere prestaties het
gevolg zijn.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 309.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 421.
Waarschuwingssticker
428Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................428
Service-informatie ...................428
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............429
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................429Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 113.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 113.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger, rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
Technische gegevens471MotorgegevensMotoraanduidingB10XFLB14XEB14XFLB14XFTB14XNTB16SHTVerkoopaanduiding1.01.41.41.41.4 CNG1.6ProductiecodeB10XFTB14XEB14XFTB14XFTB14XNTB16SHTCilinderinhoud [cm3
]99913991399139913991598Motorvermogen [kW]77749211081147bij 1/min4500-600060004000-56005000-560056005500Koppel [Nm]170130245/230 3)245/230 3)200280bij 1/min1800-430043002000-35002000-40002000-36001650-5000BrandstofsoortBenzineBenzineBenzineBenzineAardgas/benzineBenzineOctaangetal RON 4)aanbevolen959595959598mogelijk989898989895mogelijk919191919191Bijkomende brandstofsoort––––Aardgas (CNG)–3)
Met stop-startsysteem.
4) Een landspecifiek label op de tankvulklep heeft altijd voorrang op de motorspecifieke vereisten.
493Audiobedieningsknoppen aanstuurwiel .................................. 232
Audiobestanden .........187, 250, 281
Audio via USB activeren .............252
Autogegevens ....................434, 438
Automatische dimfunctie .............43
Automatische verlichting ............ 143
Automatische versnellingsbak ...316
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ................176
Automatische volumeregeling ....275
Automatisch vergrendelen ...........30
Automatisch volume ...........176, 241
Auto ontgrendelen .........................6
Auto Set .............................. 176, 275
Auto slepen ................................ 423
Auto stallen ................................. 377
Autostop ..................................... 309
B BACK-toets ................................. 274
Bagageruimte ........................ 32, 77
Bagageruimte-afdekking .............83
Balance....................................... 175
Bandenreparatieset ...................412
Bandenspanning .......................405
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 118, 406
Bandenspanningswaarden ........479
Basisbediening ...........162, 238, 274Bedieningspaneel ...................274
Contacten ................................ 171
Favorieten ............................... 167
Interactieve selectiebalk ..........164
Lettertekenherkenningsveld ....165
Startscherm ............................. 164
Toepassingenbalk ...................164
Toetsenblok............................. 165
Toetsenbord ............................ 165
Bass............................................ 175
Batterijspanning .........................131
Bediening ................... 220, 261, 287
Aanraakscherm .......................162
Bluetooth-muziek ............188, 283
Cd............................................ 185
Contacten ................................ 171
Externe apparaten ..................250
Favorieten ............................... 167
Infotainmentsysteem .......161, 273
Menu ............................... 238, 274
Navigatiesysteem ....................193
Radio ....................... 180, 244, 277
Telefoon .................. 220, 261, 287
Toetsenborden ........................ 165
USB ......................... 188, 189, 283
Bediening aanraakscherm ..........162
Bedieningselementen Infotainmentsysteem 156 , 232 , 270
Stuurwiel ................. 156, 232, 270
Bedieningsorganen ......................96Bedieningspaneel Infotainment.
................................ 156, 232, 270
Bediening van het menu .............164
Begeleiding ................................ 206
Beginmenu ................................. 238
Bekerhouders .............................. 76
Bekleding .................................... 427
Bel Beltoon .................................... 261
Functies tijdens het gesprek ...261
Inkomend gesprek ..................261
Telefoongesprek initiëren ........261
Beladingsinformatie .....................93
Beltoon ............................... 220, 287
Beltoon wijzigen ......................261
Beltoonvolume ........................ 241
Beslagen lampglazen ................150
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............250
Audiobestanden ......187, 250, 281
Filmbestanden ................187, 250
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 329
Beveiliging van de auto ................37
Binnenspiegels ............................. 42
Binnenverlichting ...............151, 395
Blindehoeksysteem ....................355
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........250
Apparaat aansluiten ................250
498Rem- en koppelingsvloeistof......429
Remmen ............................ 323, 381
Remvloeistof .............................. 382
Reparatie ongevalschade ...........485
Reservewiel ............................... 418
Richtingaanwijzer ......................114
Richtingaanwijzers ..................... 149
Roetfilter .................................... 314
Routebegeleiding .......................206
Routelijst ..................................... 206
Routevoorkeur ............................ 206
Ruiten ........................................... 43
Rijgedrag en aanhangertips ......371
Rijregelsystemen ........................326
Rijverlichting ........................ 12, 119
S
Schakelen ................................... 117
Schermtoets OVERZICHT.......... 193 Schermtoets RESET ..................193
Selectie van golfband. 180, 244, 277
Service ............................... 302, 428
Service-display .......................... 113
Service-informatie ...................... 428
Shop ........................................... 190
Sjorogen ...................................... 86
Slepen ................................ 371, 423
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20Smartphone................................ 250
Telefoonweergave ..........190, 256
Smartphone-applicaties gebruiken ........................ 190, 256
Sneeuwkettingen .......................412
Snelheidsbegrenzer ...........120, 331
Snelheidsmeter .......................... 109
Snelkiesnummers .......................261
Software-update .........................488
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 329
Spraakherkenning ......212, 257, 284
Sproeiervloeistof ........................381
Startbeveiliging ....................40, 119
Starten en bediening ..................304
Starthulp gebruiken ...................421
Startscherm ................................ 164
Stemherkenning .........212, 257, 284
Stoelpositie .................................. 50
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........59
Stoelverwarming, voor ..............57
Stop/Start-systeem .....................309
Storing ............................... 318, 322
Storingsindicatielamp ................116
Streaming audio via Bluetooth activeren ................. 188, 252, 283
Stroomonderbreking ..................318
Sturen ......................................... 304Stuurbedieningsknoppen .............96
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 96
Symbolen ....................................... 5 Systeeminstellingen ...176, 242, 275
Beeldscherm ........................... 176
Fabrieksinstellingen
terugzetten ...................... 176, 275
Taal ................................. 176, 275
Tijd en datum .......................... 176
Tijd- en datuminstellingen .......275
Valetmodus ..................... 176, 275
T
TA ............................................... 181
Taal..................................... 176, 275
Tanken ....................................... 368
Tekstberichten ....................224, 289
Te laag brandstofpeil .................119
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........285
Algemene informatie ...............258
Beltoon ............................ 220, 287
Beltoon selecteren ..................261
Bluetooth ................. 217, 258, 285
Bluetooth-verbinding 217 , 258 , 285
Contacten ................................ 171
Een nummer invoeren .............261
Favorieten ............................... 167
Functies tijdens het gesprek ...261