Page 20 of 231

18Kort en bondigParkeren9Waarschuwing
● De auto niet op een licht
ontvlambare ondergrond
parkeren. De ondergrond kan
door de hoge temperatuur van
het uitlaatgassysteem mogelijk
vlam vatten.
● Trek altijd de elektrische hand‐ rem aan.
Schakelaar m naar u toe trek‐
ken.
De elektrische handrem is
aangetrokken wanneer contro‐
lelamp m oplicht 3 87.
Voor de maximale kracht, bijv. bij het parkeren met een
aanhanger of op een helling,
trekt u m tweemaal aan de
schakelaar.
● Zet de motor af.
● Als de auto vlak of op een oplo‐
pende helling staat, dan vóór
het verwijderen van de contact‐ sleutel de eerste versnelling
inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Op een oplo‐
pende helling bovendien de
voorwielen van de stoeprand
wegdraaien.
Als de auto op een aflopende
helling staat, dan vóór het
verwijderen van de contact‐
sleutel de achteruitversnelling inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand
toedraaien.
● Sluit de ramen en het zonne‐ dak.
● Draai de contactsleutel in de stand LOCK, druk de sleutel in
het contactslot en trek deze
eruit.
Bij auto's met automatische
versnellingsbak trapt u het
rempedaal in en schakelt u
naar P voordat u de sleutel in
het contactslot duwt en eruit
trekt.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.● Vergrendel de auto met p op de
handzender 3 21.
● Activeer het alarmsysteem 3 25.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 161.
● Na een rit waarbij met hoge motortoerentallen of met hoge
motorbelasting werd gereden, de motor vóór het afzetten gedu‐
rende een korte tijd met lage
belasting laten draaien of gedu‐
rende ongeveer 1 of 2 minuten
stationair laten lopen om de
turbolader te beschermen.
Sleutels, sloten 3 19, auto een
langere tijd stilzetten 3 160.
Page 129 of 231

Rijden en bediening127ContactslotstandenLOCK:Ontsteking uitACC:Stuurslot opgeheven,ontsteking uitON:Ontsteking aan, bij diesel‐
motor: voorgloeienSTART:Starten
Stuurslot
Trek de sleutel uit het contactslot endraai aan het stuurwiel totdat het
vastklikt.
9 Gevaar
Neem de sleutel tijdens het rijden
nooit uit het contactslot omdat
hierdoor het stuurslot wordt inge‐
schakeld.
Motor starten
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Bedien het gaspedaal niet.
Dieselmotoren: draai de sleutel in de
stand ON voor het voorgloeien totdat
het controlelampje ! dooft 3 89.
Sleutel kort naar stand START
draaien en loslaten. Sleutel keert
automatisch terug in stand ON.
Om de motor opnieuw te starten of
deze af te zetten, sleutel in het
contactslot eerst terugdraaien naar
stand LOCK.
Startpogingen niet langer dan
15 seconden laten duren. Als de motor niet start,
10 seconden wachten alvorens de
startprocedure te herhalen.
Het verhoogde motortoerental wordt
automatisch verlaagd tot het normaal stationaire toerental naarmate de
motortemperatuur stijgt. Met een
gematigde snelheid rijden, vooral bij
koud weer, totdat de normale motor‐
bedrijfstemperatuur is bereikt.
Tijdens een Autostop kan de motor
gestart worden door het koppelings‐
pedaal in te trappen.
Stop/Start-systeem 3 128.
Page 133 of 231

Rijden en bediening131Als de auto op een aflopende
helling staat, dan vóór het
verwijderen van de contact‐
sleutel de achteruitversnelling
inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ramen en het zonne‐ dak.
● Draai de contactsleutel in de stand LOCK, druk de sleutel in
het contactslot en trek deze
eruit.
Bij auto's met automatische
versnellingsbak trapt u het
rempedaal in en schakelt u
naar P voordat u de sleutel in
het contactslot duwt en eruit
trekt.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto door p op de
handzender in te drukken 3 21.
Activeer het alarmsysteem 3 25.
Uitlaatgassen9 Gevaar
Motoruitlaatgassen bevatten het
giftige en bovendien kleur- en
geurloze koolmonoxide dat bij
inademen levensgevaarlijk kan zijn.
Wanneer uitlaatgassen in de
passagiersruimte dringen, de
ruiten openen. Oorzaak van de
storing door een werkplaats laten
verhelpen.
Niet met een geopende achterklep
rijden, aangezien er dan uitlaat‐
gassen de passagiersruimte
binnen kunnen dringen.
Storingsindicatielamp 3 86.
Roetfilter
Het dieselpartikelfilter verwijdert
schadelijke roetdeeltjes uit de uitlaat‐ gassen. Het systeem heeft een zelf‐
reinigende functie die tijdens het
rijden automatisch wordt geactiveerd,
zonder dat hier een melding over
verschijnt.
Het filter wordt gereinigd door achter‐ gebleven roetdeeltjes periodiek bij
een hoge temperatuur te verbranden. Dit proces vindt onder bepaalde
rijomstandigheden automatisch
plaats en kan meer dan 15 minuten
duren. Autostop is niet beschikbaar
en het brandstofverbruik ligt mogelijk
hoger. Enige geur- en rookontwikke‐
ling tijdens deze procedure is
normaal.
Onder bepaalde rijomstandigheden,
bijv. bij korte ritten, kan het systeem
zichzelf niet automatisch reinigen.
Page 184 of 231

182Verzorging van de autoZekeringStroomkringAPO JACK
(CONSOLE)12 V-aansluiting
(middencon‐
sole)APO JACK (REAR
CARGO)12 V-aansluiting (bagageruimte)AUDIO/KEY
CAPTUREAudio, sleutel‐
detectieAWD/VENTAll-wheel drive,
ventilatieBCM (CTSY)Instapverlich‐
tingBCM (DIMMER)Instrumenten‐
verlichtingBCM (INT LIGHT
TRLR FOG)Binnenverlich‐
ting, mistlamp
aanhangerBCM (PRK/TRN)Parkeerlichten,
richtingaanwij‐
zersBCM (STOP)RemlichtenBCM (TRN SIG)Richtingaanwij‐
zersBCM (VBATT)Batterijspan‐
ningZekeringStroomkringCLSTRInstrumenten‐
groepDC/DC
CONVERTERDC, DC-
omvormerDRLDagrijlichtDR/LCKVergrendeling
bestuurderspor‐
tierDRVR PWR SEATElektrisch
verstelbare
bestuurders‐
stoelDRV/PWR WNDWElektrisch
verstelbare
bestuurdersruitERAGLONASSNoodhulp
onderweg
GlonassF/DOOR LOCKTankklepFRT WSRRuitensproeier
voorFSCMBrandstofsys‐
teemZekeringStroomkringFSCM/VENT SOLBrandstofsys‐
teem, magneet‐
klep benzine‐
dampafzuigingHEATING MAT
SWSchakelaar
verwarmde matHTD SEAT PWRStoelverwar‐
mingHVAC BLWRKlimaatrege‐
ling, aircoventi‐
latorIPCInstrumenten‐
groepISRVM/RCMBinnenspiegel,
afstandsbe‐
diende kompas‐
moduleL/GATEAchterklepLOGISTIC MODELogistieke
modusOSRVMBuitenspiegels