
Rijden en bediening131Als de auto op een aflopende
helling staat, dan vóór het
verwijderen van de contact‐
sleutel de achteruitversnelling
inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ramen en het zonne‐ dak.
● Draai de contactsleutel in de stand LOCK, druk de sleutel in
het contactslot en trek deze
eruit.
Bij auto's met automatische
versnellingsbak trapt u het
rempedaal in en schakelt u
naar P voordat u de sleutel in
het contactslot duwt en eruit
trekt.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto door p op de
handzender in te drukken 3 21.
Activeer het alarmsysteem 3 25.
Uitlaatgassen9 Gevaar
Motoruitlaatgassen bevatten het
giftige en bovendien kleur- en
geurloze koolmonoxide dat bij
inademen levensgevaarlijk kan zijn.
Wanneer uitlaatgassen in de
passagiersruimte dringen, de
ruiten openen. Oorzaak van de
storing door een werkplaats laten
verhelpen.
Niet met een geopende achterklep
rijden, aangezien er dan uitlaat‐
gassen de passagiersruimte
binnen kunnen dringen.
Storingsindicatielamp 3 86.
Roetfilter
Het dieselpartikelfilter verwijdert
schadelijke roetdeeltjes uit de uitlaat‐ gassen. Het systeem heeft een zelf‐
reinigende functie die tijdens het
rijden automatisch wordt geactiveerd,
zonder dat hier een melding over
verschijnt.
Het filter wordt gereinigd door achter‐ gebleven roetdeeltjes periodiek bij
een hoge temperatuur te verbranden. Dit proces vindt onder bepaalde
rijomstandigheden automatisch
plaats en kan meer dan 15 minuten
duren. Autostop is niet beschikbaar
en het brandstofverbruik ligt mogelijk
hoger. Enige geur- en rookontwikke‐
ling tijdens deze procedure is
normaal.
Onder bepaalde rijomstandigheden,
bijv. bij korte ritten, kan het systeem
zichzelf niet automatisch reinigen.

160Verzorging van de autoAlgemene informatieAccessoires en modificatiesvan auto
Wij raden u aan alleen originele
onderdelen, accessoires en andere
uitdrukkelijk door de fabriek voor uw
autotype goedgekeurde onderdelen
te gebruiken. Voor andere onderde‐
len kunnen wij – ook als deze door
autoriteiten of anderszins zijn goed‐
gekeurd – niet beoordelen of deze
geschikt zijn en evenmin garant voor
de betrouwbaarheid ervan staan.
Geen aanpassingen in het elektrische systeem aanbrengen, zoals wijzigin‐
gen in de elektronische stuurappara‐
ten (chip-tuning).Voorzichtig
Wanneer het voertuig getranspor‐
teerd wordt op een trein of een
takelwagen kunnen de spatlappen beschadigd worden.
Auto stallen
Langdurig stallen Wanneer u de auto meerdere maan‐
den moet stallen:
● Auto wassen en conserveren.
● Conservering van motorruimte en bodemplaat laten controleren.
● Afdichtrubbers reinigen en conserveren.
● Motorolie verversen.
● Sproeiervloeistofreservoir leeg‐ maken.
● Vorst- en corrosiebestendigheid koelvloeistof controleren.
● Bandenspanning instellen op de waarde voor maximale belading.
● Auto in een droge en goed geventileerde ruimte parkeren.Eerste of achteruitversnelling
inschakelen of keuzehendel op P zetten. Laat de auto niet
wegrollen.
● Elektrische handrem niet aantrekken.● Motorkap openen, alle portierensluiten en auto vergrendelen.
● Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten datgeen van de systemen werkt,
waaronder het diefstalalarmsys‐
teem.
Weer in gebruik nemen
Wanneer u de auto weer in gebruik
neemt:
● Poolklem op de minpool van de accu aansluiten. Elektronica voorde elektrische ruitbediening
inschakelen.
● Bandenspanning controleren.
● Sproeiervloeistofreservoir vullen.
● Motoroliepeil controleren.
● Koelvloeistofpeil controleren.
● Zo nodig kentekenplaat monte‐ ren.

222Trefwoordenlijst12V-aansluiting............................. 59
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............207, 211
Aandrijving op alle wielen ............88
Aanduidingen op banden ..........186
Aanhangerstabilisatie ................158
Aanhanger trekken ....................155
Aansluitingen voor accessoires ....79
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 160
Accu...................................... 86, 166
Accu, starthulp gebruiken ...........199
Achterklep..................................... 23 Achterlichten .............................. 173
Achterruitverwarming ................... 32
Achteruitrijlichten .......................111
Actieve hoofdsteunen .............34, 35
AdBlue .................................. 90, 133
Afmetingen auto ........................214
Afstandsbediening ........................20
Airbag deactiveren ....................... 50 Airbag-deactivering ...................... 85
Airbag en gordelspanners ...........85
Airbaglabel.................................... 45
Airbagsysteem ............................. 45
Airconditioning ........................... 117
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 123
Alarmknipperlichten ...................109
Algemene informatie .................. 155Algemene richtlijnen voor het rijden ............................... 124, 125
All-wheel drive ........................... 142
Andere auto slepen ...................202
Antiblokkeersysteem .................145
Antiblokkeersysteem (ABS) .........87
Armsteun ................................ 39, 41
Armsteun met opbergruimte ........59
Autogegevens ............................ 211
Autokrik....................................... 184
Automatische dimfunctie .......29, 30
Automatische koplamphoogteregeling .............92
Automatische niveauregeling ....
........................................ 108, 149
Automatische verlichting ............ 108
Automatische versnellingsbak ...
.......................................... 86, 138
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 203
Auto slepen ................................ 201
Auto stallen ................................. 160
Autostop ..................................... 128
Auto wassen ............................... 203
B Bagageruimte ........................ 23, 69
Bagageruimte-afdekking .............69
Bagageruimteverlichting .............113

223Banden- en wielmaat,verwisselen ............................. 191
Bandenreparatieset ...................192
Bandenspanning ...............102, 186
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .......................... 90, 102, 187
Bandenspanningswaarden ........217
Banden verwisselen ...................195
Bedieningsorganen ......................74
Bekerhouders ............................... 58
Bekleding, reinigen .....................205
Beladingsinformatie .....................72
Beslagen lampglazen ................112
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 150
Beveiliging van de auto ................24
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............112, 174
BlueInjection ............................... 133
Board-Info-Display .......................93
Bolle vorm .................................... 28
Boordcomputer op Board-Info-Display ..................102
Boordcomputer op Graphic- Info-Display of Colour-Info-
Display ................................... 104
Boordgereedschap .....................184
Brandblusser ................................ 71
Brandstofbesparingsmodus ..........91
Brandstoffilter aftappen ...............91Brandstofmeter ............................ 81
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 154
Brandstof voor dieselmotoren ...153
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................77
Buitenverlichting .........................107
C Car Pass ...................................... 20
Cd-bak .......................................... 57
Centrale vergrendeling ................21
Check-Control............................. 102
Claxon ................................... 13, 74
Conformiteitsverklaring ...............218
Consolenet ................................... 57
Contactslotstanden ....................127
Controlelampen ......................80, 82
Controlelampje aanhanger ..........92
Controle levensduur motorolie .....90
Controle over de auto ................125
Controles .................................... 161
Cruise control ...................... 92, 150
D Dagrijlicht ................................... 109
Dagteller ...................................... 81
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 71
Dakdrager .................................... 71
Dakdragersysteem .......................72De belangrijkste informatie voor
uw eerste rit................................. 6
DEF ............................................ 133
Derde remlicht ....................111, 174
Detectiesystemen .......................151
Diefstalalarmsysteem ............25, 93
Dieselbrandstoffilter ...................168
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 168
Dieselpartikelfilter .........................86
Dieseluitlaatvloeistof ...................133
Dimlicht of grootlicht ...........107, 108
Draagsysteem achterzijde ............59
Driepuntsgordel ........................... 43
Driver Information Center .............93
E Economisch rijden ......................124
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............79
Elektrische handrem ............87, 145
Elektrische handrem defect ..........87
Elektrische stoelverstelling ...........38
Elektrische stuurbekrachtiging ...126
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 175
Elektronische rijprogramma's ....140
Elektronische stabiliteitsregeling ..88
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 147