Page 73 of 126

Gebruik en belangrijke rij-informatie6-3
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
5. Schakel de versnellingsbak in de tweede versnelling. (Let erop dat u de
versnellingsbak niet in de vrijstand
zet.)
6. Draai de gasgreep gedeeltelijk open
en laat de koppelingshendel los.
7. Volg dezelfde procedure om naar de volgende hogere versnelling te scha-
kelen.OPMERKINGHoud u bij het schakelen onder normale
omstandigheden aan de aanbevolen scha-kelpunten.
DAU58270
Afremmen1. Laat de gasgreep los en bekrachtig zo- wel de voor- als de achterrem geleide-
lijk om de motorfiets af te remmen.
2. Schakel naar een lagere versnelling op de in de onderstaande tabel aange-
geven schakelpunten.
3. Als de motorfiets 25 km/h (16 mi/h) be- reikt, de motor dreigt af te slaan of de
motor onregelmatig loopt, trek dan de
koppelingshendel in, bekrachtig de
remmen om de motorfiets af te rem-
men en ga verder met terugschakelen
zoals vereist.
4. Zodra de motorfiets tot stilstand is ge- komen, kan de versnellingsbak in de
vrijstand worden geschakeld. Het vrij-
standcontrolelampje moet gaan bran-
den, waarna de koppelingshendel kan
worden losgelaten.
WAARSCHUWING
DWA17380
Bij onjuist gebruik van de remmen
kunt u de controle over de machine
verliezen of gaan slippen. Gebruik
altijd beide remmen en bekrachtig
ze geleidelijk.
Zorg dat de motorfiets en de motor
voldoende zijn vertraagd voordat u
naar een lagere versnelling scha-
kelt. Terugschakelen terwijl de rij-
snelheid of het motortoerental te
hoog is kan leiden tot slippen van
het achterwiel of overtoeren van de
motor. Dit kan resulteren in verlies
van de controle over de machine,
een ongeval en letsel. Het kan ook
resulteren in schade aan de motorof de aandrijflijn.
DAU58280
Aanbevolen schakelpunten
De aanbevolen schakelpunten tijdens op-
trekken en afremmen staan vermeld in de
tabel hieronder.
Opschakelpunten:
1e 2e: 20 km/h (12 mi/h)
2e 3e: 30 km/h (19 mi/h)
3e 4e: 40 km/h (25 mi/h)
4e 5e: 50 km/h (31 mi/h)
5e 6e: 60 km/h (37 mi/h)
Terugschakelpunten:
6e 5e: 45 km/h (28 mi/h)
5e 4e: 35 km/h (22 mi/h)
4e 3e: 25 km/h (16 mi/h)
2CR-F8199-D1.book 3 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 74 of 126

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-4
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU16811
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hiern a volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17085
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 7000 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 8400 tpm
achtereen draaien. 1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental
niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
OPMERKINGTijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-men normaal.
2CR-F8199-D1.book 4 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 75 of 126
Gebruik en belangrijke rij-informatie6-5
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.
2CR-F8199-D1.book 5 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 76 of 126

7-1
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspec ties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina's wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekki ng tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema's moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. He t is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkort afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een ju
iste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en
-systemen kan door elke gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
2CR-F8199-D1.book 1 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 77 of 126
Periodiek onderhoud en afstelling
7-2
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU67090
BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset dient afzonder-
lijk van de machine te worden bewaard. Er
zijn echter twee zeskantsleutels onder het
duozadel bevestigd. (Zie pagina 4-36.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het meegeleverde gereedschap zijn
bedoeld om u te ondersteunen bij het uit-
voeren van preventief onderhoud en kleine-
re reparaties. Voor de correcte uitvoering
van bepaalde onderhoudswerkzaamheden
is echter het gebruik van extra gereedschap
zoals een momentsleutel vereist.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
1. Zeskantsleutel
1
2CR-F8199-D1.book 2 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 78 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-3
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU46862
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds-
beurt op kilometerbasis of, voor Groot-B rittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46911
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
2 *Bougies Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.
Vervangen.
3 *Ventielen Controleer de klepspeling.
Afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Brandstofinjectiesy-
steem Stel de synchronisatie af.
5 *Uitlaatdemper en
uitlaatpijp Controleer of de
schroefklem(men) goed
vastzit(ten).
6 *Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.
2CR-F8199-D1.book 3 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 79 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-4
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU1770M
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEM CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Luchtfilterelement Vervangen.
2 Koppeling Controleer de werking.
Afstellen.
3 *Voorrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslangen Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof Verversen. Elke 2 jaar
7 *Wielen Controleer de speling en
controleer op beschadigingen.
8 *Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
9 *Wiellagers Controleer de l
agers op speling of
beschadigingen.
2CR-F8199-D1.book 4 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 80 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-5
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
10 *Achterbrug Controleer op een correcte
werking en overmatige speling.
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11 Aandrijfketting Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 800 km (500 mi) en na elke wasbeurt, rit in de regen of in vochtige
gebieden
12 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
13 *Stuurdemper Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
14 *Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn
vastgezet.
15 Scharnieras van
remhendel Smeren met siliconenvet.
16 Scharnieras van
rempedaal Smeren met lithiumvet.
17 Scharnieras van
koppelingshendel Smeren met lithiumvet.
18 Scharnieras van
schakelpedaal Smeren met lithiumvet.
19 Zijstandaard Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
20 *Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
21 *Vo o r v o r k Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
2CR-F8199-D1.book 5 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分