Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-6
3
DAU4290B
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voord at u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
een helderheidsregeling
OPMERKINGDraai de sleutel naar “ON” voordat u de
“SELECT”-schakelaar “ / ” en de “RE-
SET”-schakelaar gebruikt, behalve als u de
helderheid wilt instellen.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheidsme-
ter helemaal uit tot aan de hoogste snelheid
en keert daarna weer terug naar nul om het
elektrische circuit te testen.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve/klok
1. “SELECT”-schakelaar “ / ”
2. “RESET”-schakelaar
1. Snelheidsmeter
U1CSD2D0.book Page 6 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-7
3
Kilometerteller, rittellers, ritteller voor
bran dstofreserve en klok
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
De brandstofreserve-ritteller toont de af-
stand die wordt afgelegd op de brandstof-
reserve.
De klok geeft de tijd weer in een 12-uursin-
deling. Om de tijd af te lezen wanneer de
klok niet is geselecteerd, drukt u op de
“RESET”-schakelaar. De klok verschijnt
gedurende vijf seconden.OPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Door indrukken van de “ ”-kant van de
“SELECT”-schakelaar wisselt de weergave
tussen de kilometertelle r “Odo”, de rittellers
“Trip 1” en “Trip 2” en de klok, in de onder-
staande volgorde:
Odo → Trip 1 → Trip 2 → Klok → OdoOPMERKINGDruk op de “ ”-kant van de toets “SE-
LECT” om de weergave in omgekeerde
volgorde te laten wisselen.Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-3), wisselt
de weergave automatisch naar de brand-
stofreserve-ritteller “Trip F” en wordt de af-
gelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dit geval wordt door het in-
drukken van de “ ”-kant van de “SE-
LECT”-schakelaar in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse
weergaven van rittelle rs, kilometerteller en
klok:
Trip F → Trip 1 → Trip 2 → Klok → Odo →
Trip F
OPMERKINGDruk op de “ ”-kant van de toets “SE-
LECT” om de weergave in omgekeerde
volgorde te laten wisselen.Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
deze door op de “ ”-kant of “ ”-kant
van de “SELECT”-schakelaar te drukken en
houdt u daarna de “RESET”-schakelaar
een seconde lang ingedrukt.
U kunt de brandstofreserve-ritteller hand-
matig terugstellen, maar deze wordt ook
automatisch teruggesteld zodra u na het
tanken 5 km (3 mi) hebt gereden. De ritteller
verdwijnt dan vanzelf van het display.
De klok instellen
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve/klok
1. Klok
U1CSD2D0.book Page 7 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-8
3
1. Druk op de “ ”-kant of “ ”-kant
van de “SELECT”-schakelaar om te
wisselen naar de klokweergave.
2. Houd de “ ”-kant van de “SE- LECT”-schakelaar en de “RESET”-
schakelaar tegelijk twee seconden
lang ingedrukt. De urenaanduiding
begint te knipperen.
3. Druk op de “ ”-kant of “ ”-kant van de “SELECT”-schakelaar om de
uren in te stellen.
4. Druk op de “RESET”-schakelaar en de minutenaanduiding zal gaan knip-
peren.
5. Druk op de “ ”-kant of “ ”-kant van de toets “SELECT” om de minu-
ten in te stellen.
6. Druk op de “RESET”-toets en laat deze dan los om de klok te starten. Zelf
dia gnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
geeft het kilometertelle r-/ritteller-/klokdis-
play een foutcode weer.
Als het kilometertelle r/ritteller/klok-display
foutcodes weergeeft, noteer deze dan en
vraag een Yamaha dealer om het voertuig
te controleren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. Als in de circuits van het startblokkeersy-
steem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en geeft het display een foutco-
de weer.
OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het trans-
pondersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.2. Als de motor start, zet deze dan weeruit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
1. Weergave foutcode
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Controlelampje startblokkering123
U1CSD2D0.book Page 8 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-9
3
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcod e aan-
g eeft, moet de machine zo spoe dig mo-
g elijk wor den gecontroleer d om
motorscha de te voorkomen.Hel derhei dsre gelin g
Via deze functie regelt u de helderheid van
het snelheidsmeterpaneel.
De helderheid instellen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk op de “ ”-kant van de toets “SELECT” en houd deze ingedrukt. 3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los.
4. Druk op de “ ”-kant of “ ”-kant van de toets “SELECT” om het ge-
wenste helderheidsniveau te selecte-
ren.
5. Druk op de “RESET”-schakelaar om
het geselecteerde helderheidsniveau
te bevestigen en de helderheidsrege-
ling te verlaten.
DAU1234H
StuurschakelaarsLinks
1. Snelheidsmeterpaneel
2. Helderheidsniveau1 2
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
U1CSD2D0.book Page 9 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-10
3
Rechts
DAU12351
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noo
dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU42525
“SELECT”-schakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometertellerweergave
en rittellerweergaven en om de klok en de
helderheidsregeling van de multifunctione-
le meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-6
voor meer informatie.
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. “SELECT”-schakelaar “ / ”
4. “RESET”-schakelaar
5. Startknop “ ”
U1CSD2D0.book Page 10 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
Werking van de bed ienin gselementen en instrumenten
3-11
3
DAU42536
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om de rit-
tellerweergaven te resetten en om de klok
en de helderheidsregeling van de multi-
functionele meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-6
voor meer informatie.
DAU12822
Koppelin gshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-18.)
DAU12882
Schakelpe daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.OPMERKINGGebruik uw tenen of hiel om op te schake-
len en gebruik uw tenen om terug te scha-
kelen.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
5432N1 5
4
3
2N1
2
U1CSD2D0.book Page 11 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM
10-1
10
IndexAAccu ...................................................... 6-27
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26
Achterwielophanging, smeren .............. 6-25BBanden ................................................. 6-15
Bestuurderszadel .................................. 3-15
Bougies, controleren............................... 6-8
Brandstof .............................................. 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-10
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampje richting aanwijzers .......... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5DDimlichtschakelaar................................ 3-10
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-22GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-23
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-33HHelmbevestiging ................................... 3-16IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............ 6-23
Klepspeling ........................................... 6-15
Koelvloeistof ......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-30
Koppelingshendel................................. 3-11
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-17LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-10
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-14MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Multifunctionele meter ............................ 3-6NNoodstopschakelaar ............................ 3-10OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-34PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-32
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-34RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-24
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren ....................... 6-24
Remhendel ........................................... 3-12
Remlichtschakelaars ............................ 6-19 Rempedaal ............................................3-12
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-20
Remvloeistof, verversen........................6-22
RESET-schakelaar ................................3-11
Richtingaanwijzerlamp of lamp in
remlicht/achterlicht, vervangen ..........6-32
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-10
SSchakelaar alarmverlichting ..................3-10
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-11
Schokdemperunit, afstellen ..................3-17
SELECT-schakelaar ..............................3-10
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-4
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-3
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startknop ..............................................3-10
Startspersysteem ..................................3-18
Storingzoekschema’s ...........................6-36
Stuurschakelaars ....................................3-9
Stuursysteem, controleren ....................6-27TTankbeluchtingsslang en overloopslang .....................................3-14
Tankdop ................................................3-12UUitlaatkatalysator ..................................3-15VVeiligheidsinformatie ...............................1-1
Verzorging ...............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
U1CSD2D0.book Page 1 Wednesday, July 15, 2015 3:22 PM