
Werking van  de  bed ienin gselementen en instrumenten
3-5
3
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.LET OP
DCA10022
Laat  de motor niet  draaien terwijl  deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
 Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-37 nadere instructies ver-
meld.
DAU42775
Waarschuwin gslampje motorstorin g 
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren. (Zie pagina 3-8 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.) Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU38626
Controlelampje start
blokkerin g
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren. Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-8 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
U1CSD2D0.book  Page 5  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM 

Periodiek on derhou d en afstelling
6-29
6
DAU47136
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met  zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 3-15.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge  dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk  bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekeringenkastje
4. Hoofdzekering
1
2
3
4
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Backup-zekering (voor klok en 
startblokkeersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2 1
3
U1CSD2D0.book  Page 29  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM 

Periodiek on derhoud  en afstelling
6-30
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU42895
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at  de vol gen de on der-
d elen niet wor den  bescha digd:
 Koplampg loeilamp
Raak het  glas van  de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat  dit vetvrij  blijft,
an ders kan  de  doorzichti ghei d van
het  glas,  de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den  beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een  doekje  ged renkt in alcohol of
thinner.
 Koplamplens
Plak  geen kleurfolie of stickers op
d e kopl ampl
ens.
Ge bruik  geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge  dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de afdekking van de rich-
tingaanwijzersteun door de bouten te
verwijderen.
2. Verwijder de koplampunit door de bouten aan beide zijden los te halen.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 10.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Afdekking richtingaanwijzersteun
2. Bout
1
2
2
U1CSD2D0.book  Page 30  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM 

Periodiek on derhou d en afstelling
6-37
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
 Verwij der  de ra diatorvul dop niet terwijl  de motor en  de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar  buiten spuiten en zo ernsti ge  bran dwon den veroorzaken. Wacht tot  de motor is af gekoel d.
 Bren g een  dikke  doek,  bijvoor beel d een han ddoek, aan over  de rad iatorvul dop en  draai  deze  dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag  zodat  de no g aanwezi ge  druk kan ontsnappen. Druk  de  dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der  de  dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de 
motor is afgekoeld.
Controleer het 
koelvloeistofniveau in het 
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is 
in orde. Het koelvloeistofniveau is 
laag. Controleer het 
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het 
koelsysteem te controleren en te 
repareren.Vul koelvloeistof bij. 
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem 
te controleren en te repareren als de motor opnieuw 
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen 
lekkage.
U1CSD2D0.book  Page 37  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM 

Specificaties
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2490 mm (98.0 in)
Totale breedte:
Voor modellen zonder UBS
1000 mm (39.4 in)
Voor UBS-modellen
995 mm (39.2 in)
Totale hoogte: Voor modellen zonder UBS
1150 mm (45.3 in)
Voor UBS-modellen
1145 mm (45.1 in)
Zadelhoogte: 690 mm (27.2 in)
Wielbasis:
1690 mm (66.5 in)
Grondspeling: 145 mm (5.71 in)
Kleinste draaicirkel: 3.5 m (11.48 ft)Gewicht:Rijklaar gewicht:304 kg (670 lb)Motor:Verbrandingscyclus:
4-takt
Koelsysteem: Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme: SOHC
Cilinderopstelling:
V-type Aantal cilinders:
2-cilinder
Slagvolume: 1304 cm3
Boring  × slag:
100.0  × 83.0 mm (3.94 ×  3.27 in)
Compressieverhouding: 9.5 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen:
10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger, JASO 
MA-norm
Hoeveelheid motorolie: Olieverversing:
3.20 L (3.38 US qt, 2.82 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep 
voor maximumniveau):
0.45 L (0.48 US qt, 0.40 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol [E10] 
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 19 L (5.0 US gal, 4.2 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.7 L (0.98 US gal, 0.81 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:3D81 20Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR7A-9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatAan drijflijn:Primaire reductieverhouding:
1.556 (70/45)
Eindoverbrenging:
Riem
Secundaire reductieverhouding: 2.333 (70/30)
Type versnellingbak: Constant mesh, 5 versnellingen
Overbrengingsverhoudingen:
1e:2.769 (36/13)
2e:
1.778 (32/18)
U1CSD2D0.book  Page 1  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM 

Specificaties
8-3
8
Voltage, capaciteit:12 V, 18.0 Ah (10 HR)Koplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampWatta ge  gloeilamp  × aantal:Koplamp:
H4, 60.0 W/55.0 W x 1
Remlicht/achterlicht unit:
21.0 W/5.0 W  × 2
Voorste richtingaanwijzer: 21.0 W  × 2
Achterste richtingaanwijzer: 21.0 W  × 2
Parkeerlicht:
5.0 W ×  1
Kentekenverlichting: 5.0 W ×  1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau: LED
Waarschuwingslampje 
koelvloeistoftemperatuur: LED Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Zekerin g:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
U1CSD2D0.book  Page 3  Wednesday, July 15, 2015  3:22 PM