Page 49 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-4
6
DAU64031
Algemeen smeer- en on derhou dsschema
NR. ITEM
1 Luchtfilterelement • Vervangen. √
2 Koppelin g• Controleer de werking.
• Afstellen. √√√√√
3 *Vo or re m • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is be-
reikt
4 *Achterrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is be-
reikt
5 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaat- sing van slang(en) en
klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof • Verversen. Elke 2 jaar
7 *Wielen • Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen. √√√√
8 *Ban den • Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
9 *Wiella gers • Controleer de lagers op spe-
ling of beschadigingen. √√√√
10 *Achter bru g • Controleer op een correcte
werking en overmatige speling. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBS1D0D0.book Page 4 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 50 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-5
6
11 Aan drijfkettin g• Controleer de spanning, uitlij-
ning en conditie van de aan-
drijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen. Elke 1000 km (600 mi) en nadat
de motorfiets is gewassen of
ermee in de regen of vochtige gebieden is gereden
12 *Balhoof dla gers • Controleer de lagers op spe-
ling en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
13 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet. √√√√√
14 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Zijstan
daar d, mi d-
d en bok • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
20 *Vo or v o rk • Controleer op een correcte
werking en olielekkage. √√√√
21 *Schok demperunit • Controleer op een correcte
w e
rking en olielekkage. √√√√
22 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage. √√√√√√
23 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
24 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.6 6 12 18 24
UBS1D0D0.book Page 5 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 51 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-6
6
DAU18681
OPMERKING
Luchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Rei-
nig dit niet met perslucht, om het niet te beschadigen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge- scheurd of beschadigd.
25 *Voor- en achter-
remschakelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
26 Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
27 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
• Smeer de kabel en het kabel- huis. √√√√√
28 *Lampen, richting
-
aanwijzers en
schakelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBS1D0D0.book Page 6 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 52 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-7
6
DAU18713
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wij deren en aan bren gen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU55870
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de bouten en neem het stroom-
lijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
Stroomlijnpanelen B en C
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
1. Verwijder stroomlijnpaneel A.
2. Verwijder de drukclip en de bouten en
haal dan het stroomlijnpaneel los.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
1. Stroomlijnpaneel C
2. Paneel A
2
1
2 1
1. Paneel B
2. Paneel C
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
1
2
12
2
UBS1D0D0.book Page 7 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 53 of 102
Periodiek on derhou d en afstellin g
6-8
6
3. Verwijder het richtingaanwijzersnoer
uit de geleider en haal dan de stekker
van het richtingaanwijzersnoer los.
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel
1. Sluit de stekker van de richtingaanwij- zer aan en voer het richtingaanwijzer-
snoer door de geleider.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
bouten en de drukclip aan. 3. Monteer stroomlijnpaneel A.
DAU56060
Paneel A
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de bout en de drukclip en haal
dan het paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout en de drukclip
aan.
Panelen B en C
Verwijderen van een paneel
1. Verwijder de drukclip en de bout.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Drukclip
3. Bout
1. Draad van richtingaanwijzer
2. Geleider
3. Kabelboomstekker richtingaanwijzer
3
3
2
1
1
2
3
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
1
2
3
UBS1D0D0.book Page 8 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 54 of 102
Periodiek on derhou d en afstelling
6-9
6
2. Schuif het paneel naar achteren en til
dan de achterzijde van het paneel iets
op.
3. Trek het paneel naar achteren om het te verwijderen. Aanbrengen van een paneel
1. Steek de uitsteeksels op het paneel in
de sleuven en schuif het paneel naar
voren.
2. Breng de bout en de drukclip aan.
1. Paneel B
2. Drukclip
3. Bout
1
3
2
UBS1D0D0.book Page 9 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 55 of 102

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-10
6
DAU19643
Controleren van de bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie. Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
Voor
geschreven bou gie:
NGK/CR9E
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
UBS1D0D0.book Page 10 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM
Page 56 of 102

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
DAU47554
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Verwijder de peilstok en veeg deze schoon. Steek de peilstok terug in de
olievulopening (zonder vast te draaien)
en verwijder dan opnieuw om het olie-
niveau te controleren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Als de motorolie bij of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de motorolie- vuldop en vul voldoende olie van de
aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau.
6. Steek de peilstok in en draai deze vast en installeer dan de olievuldop en
draai vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Verwijder stroomlijnpaneel B. (Zie pa-
gina 6-7.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
1. Motoroliepeilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
12
UBS1D0D0.book Page 11 Tuesday, October 6, 2015 10:19 AM