Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032Controlelampjes
richtin gaanwijzers “ ” en “ ”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU67441Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrische circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd
door het contactslot in te schakelen. Het
waarschuwingslampje moet enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het waarschuwingslampje niet oplicht
wanneer u het contactslot inschakelt of als
het waarschuwingslampje blijft branden,
laat het elektrische circuit dan controleren
door een Yamaha dealer.
LET OP
DCA10022
Laat
de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Als de motor oververhit raakt, staan op pa-
gina 6-41 nadere instructies vermeld.
DAU73171Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAUU1810ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: z niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
z gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
1. Controlelampje rechter
richtingaanwijzers “ ”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Controlelampje linker richtingaanwijzers “ ”
6
5
4
1
2
3
ABS
ABS
UBV3D0D0.book Page 3 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM