Page 25 of 76

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU13433
Uitlaatkatalysator Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:●
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
●
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
●
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.
●
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAUM1151
2-takt injectiesmering Controleer of voldoende olie aanwezig is in
het reservoir voor 2-takt injectiesmering. Vul
indien nodig de voorgeschreven 2-takt in-
jectiesmering bij.OPMERKINGControleer of de dop op het reservoir voor
2-takt injectiesmering correct is aange-
bracht.
Aanbevolen olie:
2-takt injectiesmering (JASO-klasse
“FC” of ISO-klasse “EG-C” of “EG-
D”)
Oliehoeveelheid:
1.40 L (1.48 US qt, 1.23 Imp.qt)ZAUM0204
U1PHD0D0.book Page 10 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 26 of 76
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU37650
Kickstarter Als de motor na indrukken van de startknop
niet wil starten, probeer dan m.b.v. de kick-
starter te starten. Klap om de motor te star-
ten het kickstartpedaal uit, beweeg dit met
uw voet iets naar beneden totdat de tand-
wielen aangrijpen en trap het pedaal dan
soepel maar krachtig omlaag.
DAUM2830
Zadels Duozadel
Openen van het duozadel1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.
OPMERKINGDruk de sleutel niet in terwijl u deze draait.3. Het duozadel komt automatisch om-
hoog.LET OP
DCAM1110
Zorg dat u alle voorwerpen van het duo-
zadel verwijdert voordat u dit opent.
Voorwerpen die achterblijven op het za-
del kunnen vallen en breken of bescha-
digd raken bij het openen van het zadel.
1. Kickstartpedaal
1
ZAUM0146
1. Duozadel
2. BestuurderszadelZAUM0926
2 1
1. Openen.ZAUM0943
U1PHD0D0.book Page 11 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 27 of 76

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Sluiten van het duozadel1. Klap het duozadel omlaag en druk het
vervolgens aan om het te vergrende-
len.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.OPMERKINGControleer of het duozadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.Bestuurderszadel
Openen van het bestuurderszadel1. Open het duozadel.
2. Klap het bestuurderszadel omhoog.Sluiten van het bestuurderszadel
1. Klap het bestuurderszadel omlaag.
2. Sluit het duozadel.OPMERKINGControleer of het bestuurderszadel stevig is
vergrendeld alvorens te gaan rijden.
DAUM2800
Opbergcompartiment Onder het bestuurderszadel is een opberg-
compartiment aanwezig. (Zie pagina 3-11.)
WAARSCHUWING
DWA10961
●
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor het op-
bergcompartiment niet.
●
Overschrijd het maximumgewicht
van 185 kg (408 lb) voor het voertuig
niet.
LET OP
DCA10081
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.●
Het opbergcompartiment wordt
warm bij blootstelling aan zon en/of
warmte van de motor, dus bewaar
1. DuozadelZAUM0924
1
1. BestuurderszadelZAUM0925
1
1. OpbergcompartimentZAUM0927
1
U1PHD0D0.book Page 12 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 28 of 76

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht tegen warmte kunnen
of die ontvlambaar zijn.
●
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het opberg-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het opbergcompartiment ver-
spreidt.
●
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt gerei-
nigd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter bescherming in
een plastic zak.
●
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-
partiment.
Als u een helm wilt opbergen in het opberg-
compartiment, plaatst u de helm met de
voorkant naar voren.OPMERKING●
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
●
Laat uw scooter niet onbeheerd achter
met het zadel open.
DAU14833
Schokdemperunit afstellen (indi-
en aanwezig)Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.●
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
●
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
●
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
(b) (a)1ZAUM0961
1
2
3
4
2
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 2
Maximum (hard): 4
U1PHD0D0.book Page 13 Thursday, September 6, 2012 5:10 PM
Page 29 of 76
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
●
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-
dealer.
U1PHD0D0.book Page 14 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 30 of 76

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-9
2-takt injectiesmering Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.3-10
Versnellingsbakolie Controleer de machine op olielekkage. 6-9
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-10
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-15, 6-16, 6-16
U1PHD0D0.book Page 1 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 31 of 76

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-15, 6-16, 6-16
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-12, 6-18
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-13, 6-15
Remhendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-18
Middenbok Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-18
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Accu Controleer het voeistofniveau.
Vul indien nodig bij met gedistilleerd water.6-20 ITEM CONTROLES PAGINA
U1PHD0D0.book Page 2 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM
Page 32 of 76

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAUM2760
Starten van een koude motor LET OP
DCA10250
Zie pagina 5-3 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-
ne in gebruik wordt genomen.1. Draai de sleutel naar “ ”.
2. Draai de gasgreep volledig dicht.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken of het kickstarterpedaal om-
laag te trappen terwijl tegelijkertijd de
voor- of achterrem is bekrachtigd.Als de motor na indrukken van de
startknop niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar secon-
den en probeer het dan opnieuw. Iede-
re startpoging moet zo kort mogelijk
duren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 5 secon-
den achtereen draaien. Probeer de
kickstarter als de motor niet via de
startmotor wil aanslaan.
LET OP
DCA11042
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
ZAUM0944
ZAUM0367
U1PHD0D0.book Page 1 Thursday, August 30, 2012 10:45 AM