1112. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd. Zie
Blz. 700.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen worden, wordt iedere keer als
op wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en uit.
●(Lane Departure Alert met stuurregeling)* (→ Blz. 305)
● (Pre-Crash Safety-systeem)
* (→ Blz. 290)
● (Blind Spot Monitor)
* (→ Blz. 362)
● (Toyota Parking Assist-sensor)
* (→ Blz. 338)
● (Road Sign Assist)
* (→ Blz. 313)
● Klok
Hiermee kunt u de uren en minu ten instellen en schakelen tus-
sen de 12-uurs- en 24-uursweergave van de klok.
● (Elektrisch bedienbare achterklep)
* (→ Blz. 144)
● (Stop & Start-systeem)
* (→ Blz. 348)
● Onderhoud auto
*
Het indicatiesysteem motorolie verversen moet worden gereset.
( → Blz. 523)
● Instellingen instrumentenpaneel
• Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
• Eenheden Hiermee kan de eenheid voor het brandstofverbruik worden gewij-
zigd.
• ECO-controlelampje Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen.
• Pop-updisplay Hiermee kunnen de pop-updisplays worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Accentkleur Hiermee kunnen de accentkleuren op het scherm, zoals de kleur van
de cursor, worden gewijzigd.
• Standaardinstellingen Geregistreerde of gewijzigde instellingen van het instrumentenpaneel
worden gewist of naar de beginwaarden teruggezet.
*: Indien aanwezig
Weergave instellingen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 111 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
193
4Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 194
Lading en bagage .............. 206
Rijden met een aanhangwagen ................ 208
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) ..... 221
Startknop (auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 224
Automatische transmissie (met S-modus) ................. 231
Automatische transmissie (met M-modus) ................ 237
Multidrive CVT ................... 245
Handgeschakelde transmissie ...................... 253
Richtingaanwijzer- schakelaar ....................... 257
Parkeerrem ........................ 258
DPF-roetfilter (Diesel Particulate Filter)/DPNR-
katalysator (Diesel
Particulate-NOx
Reduction) ....................... 259
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 261
Automatic High Beam- systeem ........................... 266
Schakelaar mistlampen ..... 270
Ruitenwissers en -sproeiers......................... 272
Achterruitenwisser en -sproeier .......................... 276 4-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 278
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 281
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .......................... 290
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 305
RSA (Road Sign Assist)..... 313
Dynamic Radar Cruise Control-systeem .............. 318
Cruise control..................... 331
Snelheidsbegrenzer ........... 335
Toyota Parking Assist-sensor ................... 338
Schakelaar permanente vierwielaandrijving
(AWD-uitvoeringen) ......... 347
Stop & Start-systeem ......... 348
Downhill Assist Control ...... 360
BSM (Blind Spot Monitor) .. 362 • De Blind Spot Monitor-functie ............................ 367
• De Rear Crossing
Traffic Alert-functie ........ 370
Ondersteunende systemen ......................... 373
4-6. Rijtips Tips voor rijden in de winter .......................... 380
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ................ 384
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 193 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
1964-1. Voor het rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Automatische transmissie of Multidrive CVT
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
Houd de parkeerrem geactiveerd, trap het koppelingspedaal volle-
dig in en zet de selectiehendel in de 1e versnelling.
Trap het gaspedaal een beetje in en laat tegelijkertijd het koppe-
lingspedaal geleidelijk opkomen.
Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. ( →Blz. 373)
■ Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
● Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
● Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
■ Motortoerental tijdens het rijden (behalve handgeschakelde transmissie)
In de volgende gevallen kan het motortoerental tijdens het rijden te hoog
oplopen.
Dit is het gevolg van automatisch op- of terugschakelen, al naar gelang de
rijomstandigheden. Het duidt niet op plotseling accelereren.
● Het systeem signaleert dat de auto een helling op of af rijdt
● Als het gaspedaal wordt losgelaten
● Als het rempedaal is ingetrapt en de sportmodus is geselecteerd
Wegrijden op een helling
1
2
3
1
2
3
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 196 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Toyota Parking Assist-sensor∗
Hoeksensoren voor
(indien aanwezig)
Binnenste sensoren voor
(indien aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Type met 4 sensoren
Druk op de schakelaar.
Als de schakelaar aan is, gaat het
controlelampje branden om de
bestuurder te informeren dat het
systeem geactiveerd is.
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en ach-
teruit inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het controlelampje of displays en een
zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd zelf de
omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
4
Toyota Parking Assist-sensor in-/uitschakelen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 338 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Type met 8 sensoren
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op het multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedien ingstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
wordt weergegeven om de bestuurder te informeren dat het systeem
is geactiveerd.
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder
door middel van de volgende indica tor of displays geïnformeerd over
de positie en afstand tot het obstakel.
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor (met 4 sensoren)
Controlelampje auto
Controlelampje hoek achter
Controlelampje midden achter
Multi-informatiedisplay (met 8 sensoren)
Werking hoeksensoren voor
Werking binnenste sensor voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensor ach-
ter
Display
1
2
1
2
3
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 339 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Scherm navigatiesysteem of multimediasysteem (indien aanwezig)
Weergave Toyota Parking
Assist-sensor
Wanneer het Rear View Moni-
tor-systeem
*, de Toyota Par-
king Assist Monitor
* of de
Panoramic View Monitor
* niet
wordt weergegeven.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wan-
neer een obstakel gesignaleerd
wordt. Het scherm kan zo worden
ingesteld dat de afbeelding niet
wordt weergegeven. ( →Blz. 343)
: Hiermee kunt u de geluiden van de zoemer uitschakelen.
Hulpdisplay
Wanneer het Rear View Moni-
tor-systeem
* of de Toyota Par-
king Assist Monitor
* wordt
weergegeven:
Bij detectie van een obstakel
verschijnt er in de bovenhoek
van het scherm een vereenvou-
digde weergave.
Wanneer de Panoramic View Monitor
* wordt weergegeven:
Wanneer een obstakel wordt gesignaleerd, worden de positie en
afstand weergegeven op het Panoramic View Monitor-scherm.
*: Indien aanwezig
1
2
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 340 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm
wijzigen.
Druk op de toets SETUP.
Kies “Vehicle” (Auto) op het scherm.
Selecteer “TOYOTA Parking Assist Settings” (instellingen Toyota
Parking Assist-systeem) op het scherm.
Kies het gewenste onderwerp.
● Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
● De weergave van de Toyota Parkin g Assist-sensor kan aan en uit
worden gezet.
● De weergave van beeld en geluid voor de sensoren voor en mid-
den achter kan worden ingesteld.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Hoeksensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Binnenste sensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P of R staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in stand R staat.
■ Weergave Toyota Parking Assist-sensor
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd als de Toyota Parking Assist-
monitor in werking is, verschijnt er een waarschuwingsindicator rechts of links
boven in het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.
Instellen van de Toyota Parking Assist-sensor (auto's met navi-
gatiesysteem of multimediasysteem)
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 343 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bum-
per van de auto.
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaci-
teit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situa-
ties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal
het probleem oplossen.)
• Wanneer de sensor bevroren is. (Het ontdooien van de sensor zal het
probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge
van een bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of
dat obstakels niet worden gesignaleerd.
• De sensor is op een of andere manier afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid
regenwater.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er zijn sleepogen geplaatst.
• Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Er zijn niet-originele Toyota-onderdelen voor de wielophanging (verla-
gingsset, enz.) gemonteerd.
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesig- naleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden
en andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel
niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw
auto
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 344 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM