
266
ProaceVerso_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten
gebruiken.
Inschakelen van de eco-mode
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en worden de actieve functies
in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
- meer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu .
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Praktische informatie

276
ProaceVerso_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
OliefilterRoetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van niveaus .
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft
op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat ze anders nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu
de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Vervanging dient uitsluitend door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te worden uitgevoerd.
Praktische informatie

313
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
F1 10Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F4 15Claxon.
F5 20Ruitensproeierpomp voor/achter.
F6 20Ruitensproeierpomp voor/achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F13 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
selectiehendel, head-up display.
F14 5Alarm, noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F17 5Instrumentenpaneel.
F19 3Stuurkolomschakelaars.
F21 3Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F22 3Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F23 5
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F24 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F25 5Airbags.
F29 20Autoradio, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F31 15Autoradio (+ accu).
F32 1512V-aansluiting vóór.
F34 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F35 5Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F36 5Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
8
Storingen verhelpen

314
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
F1 3Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F5 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F7 10Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F12 3Inbraakalarm.
F17 1012V-aansluiting achter.
F18 5Noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F21 3Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
F22 3Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F23 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F24 5Stuurkolomschakelaars.
F25 5Hoogteverstelling koplampen.
F26 3
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F28 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
selectiehendel, head-up display.
F30A of B 15Autoradio (+ accu).
F31 5Airbags.
F33 1512V-aansluiting vóór.
F35 5Instrumentenpaneel.
F36 20Autoradio, touchscreen, CDs-speler, navigatiesysteem.
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Storingen verhelpen

496
ProaceVerso_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
180° te openen ................................................79
180° zicht naar achteren ............................... 255
Aanhanger ............................................. 19 4, 265
Aanhangergewichten ............................325, 326
Aanjager, regeling ......................................... 127
Aansluiten MirrorLink ............372, 374, 428, 430
Aansluiting 12V ............................................. 113
Aansluiting 230V ........................................... 114
ABS ............................................................... 159
Accessoires ........................................... 19 9, 267
Accu ...................................... 266, 276, 316 -320
Accucapaciteit ............................................... 320
Accu laden .................................................... 318
Achterbank ................................ 95, 98, 101, 109
Achterklep .......................... 56, 58, 81, 308, 309
Achterportieren ............................................... 79
Achterruit openen ........................................... 82
Achterruitverwarming ...........................132, 13 3
Achterstoel en -bank op rails ................ 101, 109
Achteruitrijcamera ......................................... 255
Achteruitrijcamera (op binnenspiegel) .........254
Achteruitrijlicht ..................................... 305, 308
Actieradius ...................................................... 40
Actieradius AdBlue
® ........................................ 33
Adaptieve snelheidsregelaar ................ 223, 232 AdBlue
® .....................................
24, 33, 278 -280
Additief AdBlue ....................................... 24, 280
Afmetingen .................................................... 323
Afstandsbediening .................. 45 - 47, 49, 52-54,
59, 60, 63, 65
Afstandsbediening, batterij .........51, 62, 63, 138
Afstandsbediening, batterij vervangen .....51, 6 2
Afstandsbediening synchroniseren ..........51, 6 2
Afstellen van de koplamphoogte ..................153
AFU ............................................................... 159
Afzetten van de motor ................................... 195
Airbags ............................................ 22, 168, 176
Airbags vóór .......................................... 16 9, 172
Airconditioning ................................ 11, 126, 129
Airconditioning, automatische ......................13 4
Airconditioning (handbediend) ....................125, 131, 13 4, 13 5
Airconditioning met gescheiden regeling ............................................... 131, 13 5
Alarmknipperlichten .............................. 15 8, 282
Alarmsysteem ................................................. 83
Algemeen menu ............................................ 477
Allesdragers .................................................. 268
Allesdragers monteren .................................268
Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................159
Antislipregeling ....................................... 23, 159
Apple
®-speler ............................... 389, 445, 485
Armleuning vóór .............................................. 91
ASR ............................................................... 159
Audio-aansluitingen ..............................113 , 114
Audiokabel ........................................... 388, 444
Automatische airconditioning met gescheiden regeling ................................... 127
Automatische ruitenwissers ..................15 4, 155
Automatisch grootlicht ..................................152
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten .................................... 15 8
Automatisch inschakelen verlichting ................................... 14 4, 147, 148
A
B
Automatisch
noodremsysteem ...................21, 239, 241-243
Autonome noodstopsysteem ..........21, 239, 242
Autoradio .........77, 148 -150, 152, 153, 156, 216,
222, 241, 243, 245, 247, 250, 253, 260, 473
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom .......................... 334, 422, 475, 476
AUX-aansluiting ........................... 388, 444, 484
Bagageafdekking .................................. 115 , 118
Bagagenet ..................................................... 11 6
Bagagenet voor hoge belading .............115 , 11 6
Bagageruimte .................................................. 81
Bagageruimte openen ........................45, 54, 81
Banden ............................................................ 11
Bandencompressor ...................................... 285
Banden, noodreparatie .................................285
Bandenreparatieset ...................................... 285
Bandenspanning .............11, 285, 290, 297, 327
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (TPWS) ........................ 20, 258, 260, 290, 297
Bandenspanningscontrole (met set) ............. 285
Bandenspanning te laag (detectie) ...............258
Bandreparatieset ................................. 284, 285
Bekerhouder ................................................. 115
Beladen ................................................... 11, 2 6 8
Trefwoordenregister