
311
5Rijden
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 312
Lading en bagage .............. 324
Rijden met een 
aanhangwagen ................ 326
5-2. Rijprocedures
Startknop ........................... 327
Hybridetransmissie ............ 333
Richtingaanwijzer-
schakelaar ....................... 339
Parkeerrem ........................ 340
5-3. Bedienen van verlichting 
en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 341
AHS (Adaptive High 
Beam-systeem) ............... 345
Schakelaar mistlampen ..... 351
Ruitenwissers 
en -sproeiers.................... 3525-4. Tanken
Openen van 
de tankdop ....................... 355
5-5. Gebruik van de 
ondersteunende 
systemen
Toyota Safety Sense ......... 359
PCS (Pre-Crash 
Safety-systeem)............... 368
LDA (Lane Departure 
Alert met stuurregeling) ... 382
RSA (Road Sign Assist)..... 392
Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik................ 397
Rijmodusselectie-
schakelaar  ...................... 412
Snelheidsbegrenzer ........... 414
BSM (Blind Spot 
Monitor) ........................... 417
• De Blind Spot 
Monitor-functie............... 423
• De Rear Crossing 
Traffic Alert-functie ........ 427
Toyota Parking 
Assist-sensor ................... 432
Intelligent Clearance 
Sonar ............................... 443
S-IPA (Simple Intelligent 
Parking Assist-
systeem) .......................... 456
Ondersteunende 
systemen ......................... 491
5-6. Rijtips
Rijden in de winter ............. 498
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 311  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3425-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Dankzij  dit  systeem  kunnen  de  koplampen  en  de  parkeerlichten  vóór
gedurende  30  seconden  worden  ingeschakeld  wanneer  het  contact
UIT staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet,  de  hendel  naar  u  toe  en
laat hem los terwijl de lichtschake-
laar in de stand   staat.
Trek  de  hendel  naar  u  toe  en  laat
hem  weer  los  om  de  verlichting  uit
te schakelen.
■Dagrijverlichting
Om  uw  auto  overdag  beter  zichtbaar  te  maken  voor  andere  weggebruikers
wordt  de  dagrijverlichting  automatisch  ingeschakeld  als  het  hybridesysteem
wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar in
de stand  . Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
Follow Me Home-systeem
IO53PH031
De  werking  van  de  sensor  kan  in  nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de  sensor  heen  geplaatst  wordt  of  als  er
iets  op  de  ruit  wordt  aangebracht  waar-
door de sensor wordt afgeschermd. 
Hierdoor  kan  de  sensor  niet  op  de  juiste
manier  de  hoeveelheid  omgevingslicht
signaleren,  waardoor  het  automatische
koplampsysteem  mogelijk  onjuist  functio-
neert.
De werking van de airconditioning wordt mogelijk onderbroken.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 342  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3435-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
■Automatisch uitschakelsysteem verlichting 
●Wanneer  de  lichtschakelaar  in  de  stand 
 of  staat:  De  koplam-
pen worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand   staat: De koplampen en alle
verlichting  worden  automatisch  uitgeschakeld  als  het  contact  in  stand  ACC
of UIT wordt gezet.
Zet,  om  de  verlichting  weer  in  te  schakelen,  het  contact  AAN  of  zet  de  licht-
schakelaar een keer in de stand UIT of in de stand   en daarna weer in
de stand 
 of  .
■Automatische verticale koplampverstelling
De  koplamphoogte  wordt  automatisch  geregeld  op  basis  van  het  aantal
passagiers  in  de  auto  en  de  mate  van  belading  om  verblinding  van  andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■Zoemer verlichting
Een  zoemer  klinkt  als  het  contact  UIT  of  in  stand  ACC  wordt  gezet  en  het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■Energiebesparende functie 12V-accu
Om  te  voorkomen  dat  de  12V-accu  van  de  auto  ontladen  raakt  wanneer  de
lichtschakelaar  in  de  stand    staat  terwijl  het  contact  UIT  wordt  gezet,
schakelt  de  energiebesparende  functie  van  de  12V-accu  alle  verlichting  na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder  de  volgende  omstandigheden  wordt  de  energiebesparende  functie
van  de  12V-accu  eenmaal  uitgeschakeld  en  vervolgens  weer  geactiveerd.
Alle  verlichting  gaat  20  minuten  nadat  de  energiebesparende  functie  van  de
12V-accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of gesloten
■Als  “Headlight  System  Malfunction  Visit  Your  Dealer”  (Storing  in  kop-
lampsysteem.  Ga  naar  uw  dealer)  op  het  multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er  is  mogelijk  een  storing  in  het  systeem  aanwezig.  Laat  de  auto  nakijken
door  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een andere  naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd. 
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: 
→Blz. 708)
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 343  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3455-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
●Past de helderheid en het verlichte gebied van het grootlicht aan op
basis van de rijsnelheid.
●Regelt  het  variabele  grootlicht
zo,  dat  het  gebied  rond  tegen-
liggers en voorliggers gedeelte-
lijk  niet  wordt  verlicht  terwijl
andere  gebieden  wel  verlicht
worden door het grootlicht.
Het  variabele  grootlicht  helpt  het
zicht  naar  voren  te  verbeteren  ter-
wijl  tegenliggers  en  voorliggers
minder worden verblind.
●Past  de  intensiteit  van  het  grootlicht  tijdens  het  rijden  in  bochten
aan, zodat het gebied in de richting waarin de auto draait helderder
wordt verlicht dan andere gebieden.
●Past het stralingsbereik van de dimlichten aan in overeenstemming
met de afstand tot een voorligger.
Het  Adaptive  High  Beam-systeem  gebruikt  een  camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit om de helderheid van de ver-
lichting  van  tegenliggers  en  voorliggers,  straatverlichting,  enz.
te beoordelen en, indien nodig, automatisch de verspreiding van
het licht van de koplampen te regelen.
Verlicht gedeelte door grootlicht
Verlicht gedeelte door dimlicht
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Adaptive High Beam-systeem
Vertrouw  niet  blindelings  op  het  Adaptive  High  Beam-systeem.  Rijd  altijd
voorzichtig,  houd  hierbij  de  omgeving  in  de  gaten  en  schakel  indien  nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 345  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3485-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
■Omstandigheden waarin de regeling van de lichtverspreiding van 
de koplampen automatisch verandert
●Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
*
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of
achterlichten.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
*: Als de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger is, wordt het gebied in de rich-
ting  waarin  de  auto  draait  helderder  verlicht  dan  andere  gebieden  tijdens
het rijden in bochten.
●Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het variabele
grootlicht  ingeschakeld  en  wordt  het  stralingsbereik  van  het  dimlicht  auto-
matisch  aangepast,  afhankelijk  van  de  locatie  van  tegenliggers en  voorlig-
gers:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of ach-
terlichten.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Als aan een van  onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt automa-
tisch geschakeld van grootlicht of variabel grootlicht naar dimlicht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 15 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers verandert snel en het grootlicht
kan de bestuurders van de andere voertuigen verblinden.
■Informatie werking camerasensor
●In  de  volgende  situaties  wordt  mogelijk  niet  automatisch  geschakeld  van
grootlicht naar variabel grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van
een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer  tegenliggers  opdoemen  uit  de  rechter  tegemoetkomende  rij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Er  wordt  mogelijk  niet  geschakeld van  grootlicht  naar  variabel grootlicht  als
een  tegenligger  wordt  gesignaleerd  die  zijn  mistlampen  aan  heeft  terwijl  de
koplampen uit zijn.
●Door  de  aanwezigheid  van  huisverlichting,  straatverlichting,  verkeerslichten
of verlichte billboards of andere borden wordt mogelijk geschakeld van groot-
licht  naar  variabel  grootlicht,  wordt  mogelijk  niet  geschakeld van  grootlicht
naar variabel grootlicht of wordt het niet verlichte gebied mogelijk gewijzigd.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 348  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3495-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
●De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in- of
uitschakelen  van  het  grootlicht  of  op  de  snelheid  waarmee  de  niet  verlichte
gebieden veranderen:
• De  helderheid  van  koplampen,  mistlampen  en  achterlichten  van  tegenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als  de  verlichting  van  een  tegenligger  of  voorligger  slechts  aan  één  kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De  toestand  van  de  weg  (stijgingspercentage,  bochten,  toestand  van  het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●De  regeling  van  de  lichtverspreiding  van  de  koplampen  kan  onverwacht  ver-
anderen.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.
●In  de  onderstaande  situaties  kan  het  systeem  de  helderheid  van het  omge-
vingslicht  mogelijk  niet  juist  signaleren.  Hierdoor  blijven  de dimlichten  moge-
lijk  branden  of  zorgt  het  grootlicht  mogelijk  voor  problemen  bij  voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handmatig
worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De camerasensor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
• De  helderheid  van  het  omgevingslicht  komt  overeen  met  die  van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
• Tegenliggers  hebben  de  koplampen  niet  ingeschakeld,  of  de  koplampen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
• De auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger.
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt gere-
den, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinkerwegen,
zandwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor de
auto.
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container
op een truck.
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
• De  auto  helt  naar  één  kant  over  door  bijvoorbeeld  een  lekke  band  of  ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekoppeld.
• Er  wordt  herhaaldelijk  en  op  een  abnormale  manier  geschakeld  tussen
dimlicht en grootlicht.
• De  bestuurder  meent  dat  andere bestuurders  of  voetgangers  last  hebben
van het grootlicht.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 349  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3525-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Ruitenwissers en -sproeiers
De  werking  van  de  ruitenwisser  wordt  geselecteerd  door  de  hendel
als volgt te bewegen:
Uit
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag 
In  de  stand  AUTO  werken  de  rui-
tenwissers  automatisch  wanneer
de  sensor  signaleert  dat  het
regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch  afgestemd  op  de  hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid. 
In de stand AUTO kan de sensorgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Bedienen van de ruitenwisserhendel
IO53PH037
1
2
3
4
5
6
7
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 352  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM 

3535-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Gelijktijdig  inschakelen  ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De  ruitenwissers  zullen  automa-
tisch  een  aantal  slagen  maken  als
de  ruitensproeiers  worden  inge-
schakeld.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Wisslag om druppelvorming te voorkomen
Na  enkele  slagen  volgt  een  pauze  en  maken  de  wissers  nog  een  slag  om  de
laatste druppels te verwijderen. Deze functie werkt echter niet tijdens het rijden.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
■Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN is, maken de ruitenwissers één wisbeweging om aan te geven dat
de stand AUTO is ingeschakeld.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
●Als de temperatuur van de regensensor 85°C of hoger is, of -10°C of lager
is,  werkt  de  automatische  functie  mogelijk  niet.  Zet  de  ruitenwisserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
<004f00480048005500030044004f005600030047004400570003004b004800570003004a004800590044004f0003004c0056000300520049000300470048000300560053005500520048004c00480055004e0052005300530048005100030051004c004800
570003005900480055005600570052005300570003005d004c[jn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen van de bediening van de AUTO-modus kunnen worden gewijzigd. 
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: 
→Blz. 708)
8
●De  regensensor  registreert  de  hoeveel-
heid neerslag. 
De  auto  is  voorzien  van  een  optische
sensor.  Deze  werkt  mogelijk  niet  goed
als  zonlicht  van  de  opkomende  of
ondergaande  zon af  en  toe op  de voor-
ruit  valt  of  als  er  insecten  o.i.d.  op  de
voorruit zitten.
IO53PH040
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book  Page 353  Wednesday, December 14, 2016  1:05 PM