4735-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Wanneer de auto bijna het
punt voor wegrijden heeft
bereikt, klinkt er een hoog
piepsignaal en wordt de
ondersteuningsregeling
beëindigd. Pak vervolgens
het stuurwiel vast en rijd naar
voren.
■Modus parkeerplaats fileparkeren verlaten
●Als tijdens de ondersteuningsregeling de bestuurder bepaalt dat hij/zij zich
op een positie bevindt van waaruit kan worden weggereden en hij/zij het
stuurwiel bedient, wordt de ondersteuningsregeling op die positie gestopt.
●De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt als er geen auto's
geparkeerd staan vóór de auto of als er te veel ruimte zit tussen de voor-
zijde van uw auto en de auto die vóór u geparkeerd staat.
●Bij het gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten werkt
afhankelijk van de omgeving de ondersteuningsmodus mogelijk niet.
14
OPMERKING
●Het detectiebereik van de sensoren (→Blz. 437) is beperkt. Controleer of
het gebied rondom uw auto veilig is. Breng, als de kans bestaat dat er iets
wordt geraakt, de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng
de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de
auto mogelijk iets zal raken.
●Controleer bij het wegrijden of het gebied rondom uw auto veilig is.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 473 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4795-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch achteruit inparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan wor-
den gebracht) om de functie goed te laten werken.
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan wor-
den gebracht) om de functie goed te laten werken. Breng de auto volledig
tot stilstand op het punt waarbij het midden van de parkeerplaats vrijwel
haaks op de auto staat en druk op de S-IPA-schakelaar.
●De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/
h of hoger is.
●De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde
auto's te signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen
begeleiding gegeven wanneer signalering niet mogelijk is (→Blz. 490).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden
bepaald. Daardoor kan de modus automatisch achteruit inparkeren niet
worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd,
werkt de modus automatisch achteruit inparkeren mogelijk niet.
●Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is
vóór de auto om de parkeerprocedure
uit te voeren, kan de beoogde parkeer-
plaats mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
1
2
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 479 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4805-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■Tips voor het gebruik van de modus automatisch achteruit inparkeren
●Laat een ruimte van ongeveer 1 m tus-
sen uw auto en de geparkeerde auto's
en rijd richting de beoogde parkeer-
plaats. Als de ruimte tussen uw auto en
de geparkeerde auto's te groot is, kun-
nen de zijsensoren voor en zijsensoren
achter de geparkeerde auto's mogelijk
niet signaleren.
●Stop op het punt waarbij het midden van
de beoogde parkeerplaats vrijwel haaks
op de auto staat. Druk bovendien pas op
de S-IPA-schakelaar wanneer de auto
volledig tot stilstand is gebracht.
OPMERKING
●Als er kuilen of hellingen in de weg zitten, kan de beoogde parkeerplaats
niet goed worden ingesteld. Daardoor wordt de auto mogelijk schuin of
deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in deze gevallen de
modus automatisch achteruit inparkeren niet.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte komt de auto dicht bij nabij gepar-
keerde auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal raken, breng de
auto dan tot stilstand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng
de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de
auto mogelijk iets zal raken.
●Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Pas de
positie van de auto indien nodig handmatig aan.
1 m
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 480 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4815-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan wor-
den bediend of wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uit-
geschakeld, enz., wordt een van de onderstaande meldingen
weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de juiste maatre-
gelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
<002800550003004c0056000300500052004a0048004f004c004d004e000300480048005100030056005700520055004c0051004a0003004c00510003004b0048005700030056005c005600570048004800500003004400440051005a0048005d004c004a00
11[
→Zet het contact UIT en start vervolgens
het hybridesysteem.
Laat, als de melding nogmaals wordt weerge-
geven, de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
→Zet het contact UIT, wacht een poosje en start
vervolgens het hybridesysteem weer.
Het hybridesysteem werkt niet.
→Schakel het hybridesysteem in.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor.
→Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
→Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De 12V-accu is verwijderd en weer geplaatst.
→Rijd gedurende ten minste 5 seconden
recht vooruit met een snelheid van ongeveer
35 km/h of hoger.
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger wordt dan 30 km/h.
→Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 481 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4865-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■
Sensoren
Signaleren de auto om de parkeerplaats te helpen bepalen.
Sensoren voorzijde
Zijsensoren achter
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
1
2
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de modus automatisch ach-
teruit inparkeren
Beoogde parkeerplaats
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking Assist-
modus
Beoogde parkeerplaats
1
1
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 486 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4895-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
WAARSCHUWING
●Gebruik het systeem in de volgende situaties niet, aangezien het systeem u
mogelijk niet goed kan ondersteunen bij het bereiken van de beoogde par-
keerplaats, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
• In een gebied waar geen parkeerplaatsen zijn
• Op een onverharde parkeerplaats zonder belijning, bijvoorbeeld op zand
of grind
• Op een parkeerplaats waarbij een helling of golving in de weg is
• Op een bevroren, met sneeuw bedekte of gladde weg
• Op asfalt dat door hoge buitentemperaturen zacht is geworden
• Als er een obstakel aanwezig is tussen de auto en het beoogde par-
keervak
• Gebruik van sneeuwkettingen
●Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen banden. Anders
werkt het systeem mogelijk niet goed. Neem voor het vervangen van de
banden contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●In de volgende situaties kan het systeem de auto mogelijk niet op de inge-
stelde locatie brengen.
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• De auto is zeer zwaar beladen
• De auto staat schuin doordat er bagage e.d. zich aan één kant van de
auto bevindt
• De parkeerplaats is voorzien van wegverwarming om te voorkomen dat
het wegdek bevriest
Laat in eventuele andere gevallen waarbij de instelde positie en de positie
van de auto erg verschillen de auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de modus par-
keerplaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren verlaten is een functie die wordt
gebruikt bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Deze
functie kan echter mogelijk niet worden gebruikt wanneer obstakels of
mensen worden gesignaleerd vóór de auto. Gebruik deze functie uitslui-
tend bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Wanneer
de stuurregeling in werking is, schakel dan het systeem uit met de S-IPA-
schakelaar of bedien het stuurwiel om de regeling te beëindigen.
●Als de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in de volgende gevallen
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de auto mogelijk een obstakel.
De functie voor het verlaten van de parkeerplaats wordt gebruikt in een
richting waar zich een obstakel bevindt, maar het obstakel wordt niet gesig-
naleerd door de zijsensoren (bijvoorbeeld wanneer de auto direct naast
een paal staat).
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 489 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
4905-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
WAARSCHUWING
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien de sensoren
mogelijk niet meer goed werken, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan,
enz. Anders werken de sensoren mogelijk niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren. De apparatuur werkt mogelijk niet goed als
gevolg van blootstelling aan een sterke waterdruk. Wanneer de bumper
iets raakt, werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van
een storing in de sensor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtigheid.
• Obstakels kunnen niet aan de zijkant worden gesignaleerd tot de scan
van de zijkanten is voltooid. (→Blz. 438)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels
zoals andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen niet
worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer
normaal werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer
lage temperaturen doordat de sensor is bevroren en hij daardoor moge-
lijk geen geparkeerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een
gebied waar het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een
claxon of sensoren van een ander voertuig, de motor van een motor-
fiets of de luchtremmen van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er te veel water op uw
auto terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuningsre-
geling start, zelfs wanneer er een geparkeerde auto op de beoogde
parkeerplaats staat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 490 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
5015-6. Rijtips
5
Rijden
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
■Bij het parkeren
Blokkeer bij het parkeren van de auto de wielen zonder de parkeerrem te
gebruiken. Als u de wielen niet blokkeert, kan de auto onverwachts in bewe-
ging komen, waardoor een ongeval kan ontstaan.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 501 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM