3
1
9 8
7 5 4
3
2
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
6
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto.............176
Lading en bagage ..............188
Rijden met een aanhangwagen ................189
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop).........................199
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop).........................203
Multidrive CVT ...................213
Handgeschakelde transmissie ......................218
Richtingaanwijzer- schakelaar .......................221
Parkeerrem ........................222
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ..................223
Schakelaar mistlampen .....229
Ruitenwissers en -sproeiers.........................231
Achterruitenwisser en -sproeier ..........................235
4-4. Tanken Openen van de tankdop ....237 4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense ......... 240
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) ......................... 244
LDA (Lane Departure Alert) .... 252
Automatic High Beam- systeem........................... 258
RSA (Road Sign Assist) .... 262
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Stop & Start-systeem (Smart Stop).................... 267
Cruise control .................... 280
Snelheidsbegrenzer .......... 285
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 289
Simple-IPA (Simple-Intelligent
Parking Assist) ................ 296
Roetfilter (alleen dieselmotor) ........ 311
Ondersteunende systemen......................... 313
4-7. Rijtips Rijden in de winter............. 319
4Rijden
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 3 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
431-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren v an de airbags zorgt een chemische
reactie in de ontstekingsmechanis men ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig ga s om de beweging van de inzittenden
te helpen beperken.
Onderdelen van het SRS-airbagsysteem
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Side airbags voor
Curtain airbags
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
Waarschuwingslampje SRS
Sensoren aanrijding opzij
(achter) Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers
Knie-airbag (indien aanwezig)
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 43 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
861-2. Antidiefstalsysteem
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en contro-
leer of alle portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie (indien aanwezig):
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de bui-
tenportiergreep aan.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Bij gebruik van de instapfunctie (indien aanwezig): Houd de buiten-
portiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
Super vergrendeling (alleen auto's met
rechtse besturing)
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden
geopend.
1
2
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 86 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
912. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
2
Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers
(Blz. 221)
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
(Lane Departure Alert)
( Blz. 252)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
achterlicht ( Blz. 223)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
( Blz. 289)
Controlelampje groot-
licht ( Blz. 223)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Simple-IPA
( Blz. 296)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem ( Blz. 258)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
TRC OFF
( Blz. 314)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
( Blz. 229)*1, 2Controlelampje
Traction Control
(Blz. 314)
Controlelampje
mistachterlicht
( Blz. 229)
*1Controlelampje
VSC OFF
(Blz. 314)
(Groen)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
( Blz. 280)*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS ( Blz. 244)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
SET ( Blz. 280)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Stop & Start-systeem
( Blz. 267)
(Groen)
(indien
aanwezig)
Controlelampje snel-
heidsbegrenzer
( Blz. 285)*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem ( Blz. 267)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 91 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
1082. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
◆Weergave instellingen
■ Gevoeligheid waarschuwing LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
De gevoeligheid van de waarschuwing van de LDA kan op 2 ver-
schillende niveaus worden ingesteld.
■ Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Hiermee kan het Toyota Parking Assist Sensor-systeem worden
geactiveerd/gedeactiveerd.
■ RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
Hiermee kan het RSA-systeem wo rden geactiveerd/gedeactiveerd.
■Regeling instrumentenverlichting
Hiermee kan de helderheid van de tellers worden ingesteld in de
nachtmodus
*
*
: Nachtmodus: B l z . 111
■
Overige instellingen
Hiermee kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd:
● Instellingen RSA (Road Sign Assist) setting (indien aan-
wezig) • Meldingsmethode (snelheidsoverschrijding/overige waarschu- wingen) Hiermee kan de meldingsmethode van de volgende
waarschuwingen worden ingesteld op geen melding/alleen
display/display en zoemer.
Waarschuwing snelheidsoverschrijding:
Waarschuwt de bestuurder als de op het verkeersbord voor de
snelheidslimiet op het multi- informatiedisplay weergegeven
snelheid wordt overschreden.
Overige waarschuwingen:
Waarschuwt de bestuurder als het systeem signaleert dat uw
auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een verkeersbord
voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
• Meldingsniveau snelheidsoverschrijding Hiermee kan worden ingesteld bij welke snelheidsoverschrij-
ding de waarschuwing snelheidsoverschrijding wordt geacti-
veerd als de op het verkeersbord voor de snelheidslimiet op
het multi-informatiedisplay weergegeven snelheid wordt over-
schreden.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 108 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
130
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de uitholling aan de zijkant
van de voorportiergreep) aan
om alle portieren te vergren-
delen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
gesloten is.
Ontgrendelen van alle
portieren
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 130 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de afstandsbediening een portier wordt geopend, zorgt de beveiligings-
functie ervoor dat de auto weer automatisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de instapfunctie of de afstandsbediening een portier wordt geopend,
zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisch wordt ver-
grendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elektronische sleutel wordt ech-
ter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de auto is. In dit geval blijft de auto
mogelijk ontgrendeld.)
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor op het oppervlak van de voorpo rtiergreep (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
■ Portierslotzoemer (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen met de instapfunctie of de
afstandsbediening wanneer een portier niet geheel gesloten is, klinkt er
gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het portier volledig om de zoemer
uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Alarm (indien aanwezig)
Door met de instapfunctie of de afstandsbediening de portieren te vergrende-
len, wordt het alarmsysteem ingeschakeld. ( Blz. 83)
■ Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop: Gebruik de mechanische sleu-
tel om de portieren te vergrendelen en ontgrendelen. ( Blz. 569)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
( Blz. 483)
Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page
132 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
1463-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de motor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, w aardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u hand-
schoenen draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgren-
deld.
● Wanneer is vergrendeld met de vergrendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( Blz. 144)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 146 Monday, March 16, 2015 12:05 PM