Bedienen
Milieu-aanwijzing
Door de geschiktste versnelling te selecteren
kan de bes t
uurder brandstof besparen. Let op
Wanneer het koppelingspedaal wordt inge-
trapt, v er
dwijnt de indicatie van de aanbevo-
len versnelling. Inrijden en zuinig rijden
Inrijden Neem de aanwijzingen met betrekking tot het
inrijden
v
an de nieu w
e onderdelen in acht.
Motor inrijden
De nieuwe motor moet tijdens de eerste
1.500 (1000 mijl) kilometer worden ingere-
den. Tijdens de eerste bedrijfsuren ontstaat
er in de motor een hogere inwendige wrijving
dan later, wanneer alle bewegende delen op
elkaar zijn ingesteld.
De rijstijl tijdens de eerste 1.500 (1000 mijl)
kilometer is ook van invloed op de motorkwa-
liteit. Daarna moet tevens met een voorzich-
tig toerental gereden worden – vooral wan-
neer de motor koud is – om slijtage van de
motor te verminderen en de levensduur te
verlengen. Rij nooit met een te laag motor- toerental. Schakel altijd een versnelling terug
als de motor
"onregelmatig" werkt. Houd tot
1.000 kilometer (600 mijlen) rekening met
het volgende:
● Geef niet vol gas.
● Laat de motor niet op meer dan 2/3 van het
maximumtoer
ental draaien.
● Niet met aanhangwagen rijden.
Verhoog tus
sen de 1.000 en 1.500 kilometer
(600 en 1000 mijl) het vermogen geleidelijk
tot de maximumsnelheid en een verhoogd
motortoerental bereikt zijn.
Remblokken inrijden en nieuwe banden
● Velgen vervangen en nieuwe banden
››› p
ag. 302
● Informatie over de remmen ››› p
ag. 201 Milieu-aanwijzing
Wanneer u bij het inrijden voorzichtig rijdt,
wordt de l
evensduur van de motor langer en
het olieverbruik lager. Milieuvriendelijkheid
Bij de constructie, materiaalkeuze en fabrica-
g
e
van u
w nieuwe SEAT speelt milieubescher-
ming een beslissende rol. Constructieve maatregelen ten behoeve van
recyclin
g
● Demontage-vriendelijk ontwerp van verbin-
dingen.
● Ver
eenvoudigde demontage door modulai-
re cons
tructiewijze.
● Verbeterde herkenbaarheid van de grond-
stoffen.
● Aanduidin
g van kunststof delen en elasto-
meren vo
lgens ISO 1043, ISO 11469 en ISO
1629.
Materiaalkeuze
● Gebruik van recyclebare grondstoffen.
● Gebruik van compatibele kunststoffen bin-
nen een samenst
el, als de componenten die
hier deel van uitmaken niet op een eenvoudi-
ge manier gescheiden kunnen worden.
● Gebruik van hernieuwbare en/of recycleba-
re materi
alen.
● Vermindering van het aantal vluchtige com-
ponenten, inclus
ief de geur, van kunststof-
fen.
● Gebruik van CFK-vrije koelmedia.
Nalevin
g, op de voorgeschreven uitzonderin-
gen na (Bijlage II van de Richtlijn
2000/53/EG betreffende autowrakken) van
het verbod op gebruik van zware meta-
len: cadmium, lood, kwik, zeswaardig
chroom.
208
Aanwijzingen
Verzorging en reiniging van de
w ag
en, b uit
enzijde
Inleiding tot thema Door de wagen regelmatig te wassen en goed
te v
er
zorgen blijft de waarde van de wagen
behouden. Dit kan één van de voorwaarden
zijn voor het behoud van garantie-aanspra-
ken bij eventuele corrosie en lakschade aan
de carrosserie.
Bij elke technische dienst zijn geschikte ver-
zorgingsproducten verkrijgbaar. ATTENTIE
Verzorgingsproducten van de wagen kunnen
giftig en gev aarlijk
zijn. Als de verzorgings-
producten niet geschikt zijn of verkeerd ge-
bruikt worden, kunnen ze ongevallen, ernstig
letsel, brandwonden en vergiftigingen veroor-
zaken.
● Daarom mogen de verzorgingsproducten al-
leen goed afg
esloten in de originele verpak-
king bewaard worden.
● Neem de aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
● Bew
aar verzorgingsproducten nooit in lege
blikken waarin
voedingsmiddelen hebben ge-
zeten, lege flessen of andere verpakkingen
om verwarring te voorkomen.
● Houd alle verzorgingsproducten uit de
buurt
van kinderen. ●
Tijdens het g
ebruik kunnen er schadelijke
dampen ontstaan. Gebruik de verzorgings-
producten daarom alleen in de buitenlucht of
in goed geventileerde ruimtes.
● Gebruik nooit brandstof, terpentine, motor-
olie, aceton of
andere heel vluchtige vloei-
stoffen voor het wassen, verzorgen of
schoonhouden van de wagen. Deze zijn giftig
en snel ontvlambaar. ATTENTIE
Als u onderdelen van de wagen op de verkeer-
de m anier v er
zorgt en schoonhoudt, kan dit
de veiligheid van de wagen benadelen. Hier-
door neemt het risico op ernstig letsel toe.
● De onderdelen van de wagen mogen alleen
volg
ens de richtlijnen van de fabrikant wor-
den schoongemaakt en verzorgd.
● Gebruik goedgekeurde of aanbevolen ver-
zorging
sproducten. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m at
eriaal aan en kunnen het bescha-
digen. Milieu-aanwijzing
● Was de aut
o alleen op speciaal daarvoor
bedoelde wasplaatsen opdat het eventueel
door olie, vet of brandstof verontreinigde wa-
ter niet in het riool terechtkomt. In bepaalde gebieden is autowassen buiten zulke was-
plaat
sen
verboden.
● Geef de voorkeur aan milieuvriendelijke
producten.
● De r
esten van verzorgingsproducten horen
niet bij het hui
svuil. Neem de aanwijzingen
van de fabrikant in acht. Wassen van de wagen
Hoe langer insectenresten, uitwerpselen van
vogel
s, boomh
ars, straat- en industriestof,
teer, strooizout en andere agressieve stoffen
op de lak blijven zitten, hoe groter de scha-
delijke werking ervan is. Hoge temperaturen,
bijvoorbeeld door intensieve zonnestralen,
versterken de bijtende werking ervan. De bo-
demplaat van de wagen moet ook regelmatig
grondig worden gewassen.
Wasstraat
Let op de aanwijzingen op de poster bij de
wasstraat. Neem de gebruikelijke voorzorgs-
maatregelen voor het automatisch wassen
(alle ruiten sluiten, buitenspiegels inklap-
pen) om schade te voorkomen. Als er specia-
le onderdelen op de wagen gemonteerd zijn
(spoilers, bagagerek, antenne enz.), praat
dan eerst met de leidinggevende van de was-
straat ››› .
266
Verzorging en onderhoud
De wagenlak is zo sterk dat de wagen nor-
m aal
ge
sproken in automatische wasinstalla-
ties kan worden gewassen. De werkelijke slij-
tage waaraan de lak echter blootstaat is af-
hankelijk van het type wasstraat. SEAT raadt
wasstraten zonder borstels aan.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om
mogelijke bestaande wasrestanten van de
ruiten te verwijderen en te voorkomen dat de
ruitenwisserbladen gaan krassen ››› pag.
268, Ruiten en buitenspiegels schoonmaken .
Met de hand wassen
Als de wagen met de hand wordt gewassen,
eerst het vuil met ruim water laten weken en
vervolgens zo goed mogelijk afspoelen.
Daarna de wagen met een zachte spons, een
washand of een autoborstel met lichte druk
schoonmaken. Begin hiertoe bij het dak en
werk van boven naar beneden. Alleen bij
hardnekkig vuil shampoo gebruiken.
De spons of de washand vaak uitspoelen.
Wielen, dorpels en dergelijke als laatste
schoonmaken. Hiervoor een andere spons
gebruiken. ATTENTIE
Scherpe onderdelen van de wagen kunnen
verw ondin
gen veroorzaken.
● Bescherm uw handen en armen tegen
scherpe delen, b
ijvoorbeeld bij het schoon- maken van de bodemplaat of de binnenzijde
van de wielk
a
sten. ATTENTIE
Vanwege de vochtigheid (en sneeuw in de
w inter) r emt
de wagen na het wassen minder
goed, waardoor de remweg toeneemt.
● "Droog ze en verwijder het ijs" door voor-
zichtig te r
emmen. Doe dit zonder andere
weggebruikers in gevaar te brengen en zon-
der verkeersregels te overtreden. VOORZICHTIG
● De temper at
uur van het water mag niet ho-
ger zijn dan +60°C (+140°F).
● Was de wagen niet direct in de zon om
scha
de aan de lak te voorkomen.
● Gebruik geen ruwe sponsen of iets soortge-
lijks v
oor het verwijderen van de restanten
van insecten omdat u anders het oppervlak
zou kunnen beschadigen.
● Maak de koplampen nooit met een droge
spons of
doek schoon, maar gebruik een nat-
te doek of spons. Bij voorkeur zeepsop ge-
bruiken.
● Autowassen bij koud weer: wanneer u de
wagen met een s
lang afspuit, moet u erop let-
ten de waterstraal niet direct op de sloten of
de naden van de portieren of van het dak te
richten. De sloten en naden kunnen namelijk
bevriezen! VOORZICHTIG
Neem de volgende punten in acht voordat u
met uw w ag
en een automatische wasinstalla-
tie binnenrijdt, om schade aan de wagen te
voorkomen:
● Vergelijk de afstand tussen de wielen van
de wagen met de af
stand tussen de geleide-
rails van de wasstraat om de wielen en ban-
den niet te beschadigen!
● Schakel de regensensor en de functie Auto
Hold uit
voordat u met de wagen de wasstraat
inrijdt.
● Vergelijk de hoogte en de breedte van uw
wagen met de doorrijhoog
te en -breedte van
de wasinstallatie!
● Buitenspiegels inklappen. Buitenspiegels
die elektrisc
h ingeklapt kunnen worden mo-
gen niet met de hand, maar alleen elektrisch
in en uit worden geklapt.
● Om de lak van de motorkap niet te bescha-
digen onderst
eunt u de ruitenwisserbladen
nadat deze gedroogd zijn. Laat ze niet vallen!
● Vergrendel de achterklep om te voorkomen
dat de acht
erklep in de wasstraat onverwacht
geopend wordt. Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het autowassen met een hogedrukrei-
nig
er be
sli
st op de gebruiksaanwijzingen
voor de hogedrukreiniger. Let speciaal op de
druk en de afstand die de waterstraal ten »
267
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Aanwijzingen
opzichte van de carrosserie moet hebben
› ›
› .
Houd v
o l
doende afstand tot zacht materiaal,
zoals flexibele rubberen leidingen of isolatie-
materiaal, en tot de sensoren van de parkeer-
hulp De sensoren van de parkeerhulp bevin-
den zich in de achterbumper, en in geval van
uw wagen in de voorbumper ››› .
Ge bruik
in geen g
eval rondstraalsproeikop-
pen of vuilfrezen ››› .
ATTENTIE
Als u hogedrukreinigers verkeerd gebruikt,
kan dit l eiden t
ot permanente schade, zicht-
baar of niet, aan de banden en ander materi-
aal. Dit kan ernstige ongevallen tot gevolg
hebben.
● Zorg voor voldoende afstand tussen de rui-
tenspr
oeier en de banden.
● Maak de banden nooit met een rondstraals-
proeikop ("vui
lfrees") schoon. Zelfs wanneer
de spuitafstand betrekkelijk groot is en er
kort gespoten wordt, kunnen de banden -
zichtbaar of niet- hierdoor beschadigd wor-
den. ATTENTIE
Vanwege de vochtigheid (en sneeuw in de
winter) r emt
de wagen na het wassen minder
goed, waardoor de remweg toeneemt.
● "Droog ze en verwijder het ijs" door voor-
zichtig te r
emmen. Doe dit zonder andere weggebruikers in gevaar te brengen en zon-
der verk
eer
sregels te overtreden. VOORZICHTIG
● De temper at
uur van het water mag niet ho-
ger zijn dan +60°C (+140°F).
● Was de wagen niet direct in de zon om
scha
de aan de lak te voorkomen.
● De sensoren in de bumper moeten schoon
en ijsvrij blij
ven om de goede werking van de
parkeerhulp en het inparkeersysteem te kun-
nen garanderen. Bij het schoonmaken met
hogedrukreinigers of dampstralers alleen
kort direct sproeien en altijd een afstand van
meer dan 10 cm aanhouden.
● Maak bevroren of met sneeuw bedekte rui-
ten niet met een hog
edrukreiniger schoon.
● Autowassen bij koud weer: wanneer u de
wagen met een s
lang afspuit, moet u erop let-
ten de waterstraal niet direct op de sloten of
de naden van de portieren of van het dak te
richten. De sloten en naden kunnen namelijk
bevriezen! Ruiten en buitenspiegels schoonma-
k
en Ruiten en buitenspiegels schoonmaken
M
aak
de ruit en en b
uitenspiegels met een
universele glasreiniger op alcoholbasis
schoon. Droog de glazen oppervlakken met een scho-
ne zeem of met
een lap zonder pluisjes. Op
een zeem waarmee de lak is afgenomen blij-
ven smerige resten verzorgingsmiddel ach-
ter. Daarmee zouden de ruiten vuil gemaakt
kunnen worden.
Verwijder rubber-, olie-, vet- of kitresten met
een ruitenreiniger of siliconenverwijderaar
››› .
W a
sr e
sten verwijderen
Wasstraten en andere verzorgingsproducten
kunnen op alle glazen oppervlakken wasres-
ten achterlaten. Deze resten kunnen alleen
met een speciaal product of schoonmaak-
doekje verwijderd worden. Door resten was
op de voorruit kunnen de ruitenwissers gaan
bobberen. SEAT raadt aan na elke wasbeurt
de wasresten op de ruit met een doek te ver-
wijderen.
Om te voorkomen dat de ruitenwisserbladen
gaan krassen, kunt u het waterreservoir van
de ruitenwissers vullen met een ruitenreini-
gingsmiddel waarin was wordt opgelost. Let
bij het bijvullen van het ruitenreinigingsmid-
del op de aanwijzingen wat het mengen be-
treft. Vetverwijderingsmiddelen verwijderen
geen wasrestanten ››› .
Bij elk e t
echni
sche dienst zijn speciale reini-
gingsmiddelen of zemen ruitendoekjes ver-
krijgbaar. Om de wasresten te verwijderen
268