Page 252 of 313
250Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting/ontste‐kingssysteem4Brandstofinspuiting/ontste‐
kingssysteem5–6Buitenspiegelverwarming/dief‐
stalalarmsysteem7Ventilatorregeling/motorregel‐
module/transmissieregelmodule8Lambdasonde/motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling achterklep12Adaptief rijlicht (AFL)/automati‐
sche verlichting13ABS14Achterruitwisser15Motorregelmodule16StartmotorNr.Stroomkring17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Stop-startsysteem29Elektrische handrem30ABS31Adaptieve cruise control32Airbag33Adaptief rijlicht (AFL)/automati‐
sche verlichting34Uitlaatgasrecirculatie
Page 261 of 313

Verzorging van de auto259overschrijden van deze tijd stopt het
koppelen en moet u opnieuw
beginnen.
Koppel de TPMS-sensoren als volgt: 1. Schakel de handrem in; op auto's
met automatische versnellings‐
bak zet u de keuzehendel op P.
2. Schakel het contact in. 3. Druk op MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatiemenu
voertuig op het Driver Information
Center te selecteren.
4. Draai het stelwieltje om naar het bandenspanningsmenu te schui‐
ven.
5. Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er
moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces ver‐ schijnen.
6. Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De cla‐ xon piept twee keer om aan te ge‐
ven dat de ontvanger in de inleer‐ modus staat.
7. Begin met de voorwiel aan de lin‐ kerzijde.8. Zet de inleertool bij het ventiel te‐ gen de wang van de band. Druk
daarna op de knop om de TPMS-
sensor te activeren. De claxon
piept ter bevestiging dat de sen‐
soridentificatiecode aan de positie
van dit wiel is gekoppeld.
9. Ga verder met het voorwiel rechts
en herhaal de procedure zoals be‐
schreven in stap 8.
10. Ga verder met het achterwiel rechts en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 8.
11. Ga verder met het achterwiel aan de linkerzijde en herhaal de pro‐
cedure in stap 8. De claxon piept
twee keer ter aanduiding dat de
sensoridentificatiecode aan de
achterband aan de linkerzijde is
gekoppeld en dat de procedure
voor het koppelen van de TPMS-
sensoren afgesloten is.
12. Schakel het contact uit.13. Breng alle vier de banden op de aanbevolen bandenspanning
zoals aangegeven op het etiket
bandenspanning.
14. Zorg dat de bandenlaadstatus volgens de geselecteerde span‐
ning is ingesteld 3 119.
Afhankelijkheid van temperatuur De bandenspanning hangt af van detemperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op. Bandenspannings‐
waarden op het etiket bandenspan‐
ningsinformatie en het overzicht ban‐
denspanningswaarden gelden voor
koude banden, d.w.z. bij 20 °C. Bij
elke 10 °C meer neemt de spanning
met zo'n 10 kPa toe. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Center ziet, is
de werkelijke bandenspanning. Bij
een afgekoelde band is deze waarde
iets lager, maar is de band niet lek.
Page 292 of 313
290Technische gegevensPrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNG
B16SHTB16SHL
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
––
220–
–Automatische versnellingsbak–197–––2083) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra
uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.MotorA18XELA18XERB16DTHB16DTJA20DTLA20DTTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem185
–195
––
193–
186183
–191
193Automatische versnellingsbak––––––3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra
uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Page 293 of 313
Technische gegevens291
Motor
A20DTH
121 kWA20DTH
96 kW
B20DTJB20DTHA20DTR
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem208
209–
––
––
208–
218Automatische versnellingsbak205192190205–3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra
uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Page 311 of 313

309Opbergvak middenconsole ..........71
Opbergvak onder passagiersstoel 70
Opgeslagen instellingen ...............24
Opklapbaar aflegvlak ...................94
Opschakelen............................... 114
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panoramadak .............................. 34
Parkeerhulp ............................... 202
Parkeerlichten ............................ 151
Parkeren .............................. 18, 170
Park pilot met ultrasoonsensoren 202
Partikelfilter ................................. 171
Pech ........................................... 271
Pedaal intrappen ........................114
Persoonlijke instellingen ............131
Pollenfilter .................................. 163
Portieren ....................................... 25
Portier open ............................... 118
Prestaties ................................... 290 Profieldiepte ............................... 260
Q
Quickheat ................................... 161
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 305
Rails en haken bagageruimte ......90Regelbare
instrumentenverlichting ...........152
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 304
Remassistentie .......................... 182
Rem- en koppelingssysteem .....113
Rem- en koppelingsvloeistof ......279
Remmen ............................ 179, 237
Remvloeistof .............................. 237
Reservewiel ............................... 267
Richtingaanwijzer ......................111
Richtingaanwijzers ..................... 150
Roetfilter ............................. 116, 171
Rolschermen ............................... 34
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......226
Rijregelsysteem .......................... 182
Rijverlichting ........................ 12, 117
S
Selectieve katalysatorreductie ....172
Service ...................... 163, 277, 278
Service-display .......................... 108
Service-indicatie ........................113
Service-informatie .............. 277, 278
Sjorogen ...................................... 90
Slepen ................................ 226, 271
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................261Snelheidsbegrenzer ...................187
Snelheidsmeter .......................... 106
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................237
Startbeveiliging ....................28, 117
Starten en bedienen ...................165
Starthulp gebruiken ...................270
Stoelpositie .................................. 38
Stoelverstelling ........................6, 39
Stoelverwarming ........................... 44
Stop/Start-systeem .....................167
Storing ....................................... 177
Storing elektrische handrem .......114
Storingsindicatielamp ................113
Stroomonderbreking ..................178
Sturen ......................................... 165
Stuurbedieningsknoppen .............99
Stuurbekrachtiging .....................115
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......236
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 99
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 220
Te laag brandstofpeil .................117
Toerenteller ............................... 106
Top-Tether-bevestigingsogen ......66
Traction Control .........................182
Traction Control-systeem UIT..... 116