120NavigatieVertragingen beperken
Selecteer deze optie om de route te
plannen op basis van de nieuwste
verkeersinformatie.
Begeleiding uitschakelen
CD35 BT USB NAVI - Begeleiding
uitschakelen
Om de begeleiding tijdens het uitvoe‐
ren te stoppen, selecteert u Wis
route (of Route annuleren ) in het
hoofdmenu en bevestigt u. Om de be‐ geleiding te hervatten, selecteert u
Navigeer naar... en vervolgens
Recente bestemming .
NAVI 50 - Begeleiding uitschakelen
U kunt aan de gang zijnde routebe‐
geleiding stoppen. Druk hiervoor op
7 , gevolgd door yNAVI / ýNav ,
Route en dan op Route annuleren op
het displayscherm.
NAVI 80 - Begeleiding uitschakelen
Om de actuele begeleiding te stop‐
pen, drukt u op <, gevolgd door
Route verwijderen op het display‐
scherm.Bekijk kaart
CD35 BT USB NAVI - Bekijk kaart
Selecteer Bekijk kaart in het hoofd‐
menu of gebruik een van de richtings‐
toetsen op de bediening. Met de rech‐
ter schermtoets zoemt u in met de
omhoog- en omlaagtoetsen. Om de
opties te openen, drukt u op OK en
vervolgens op de rechter scherm‐
toets.Opties
Open de optie in de kaartweergave.
Met dit menu kan informatie worden
geselecteerd die in de kaartweergave wordt getoond. Om de weergave‐
voorkeuren voor nuttige plaatsen
(NP) te wijzigen, drukt u op de linker
schermtoets. Om de selectie te be‐
vestigen, drukt u op de rechter
schermtoets.Zoek
De kaart kan op een specifieke locatie
worden gecentreerd; druk op de lin‐
ker schermtoets en met dit menu kunt u de volgende items centreren:
● uw thuisadres
● een favoriet● een adres
● een recente bestemming
● een nuttige plaats
● uw huidige locatieCursorpositie:
Om de Cursorpositie: vanuit de kaart‐
weergave te openen, drukt u op OK.
Gebruik dit menu om:
● de kaart op de voertuiglocatie te centreren
● naar een punt op de kaart te na‐ vigeren
● naar een punt op de kaart te zoe‐
ken
● een punt op de kaart toe te voe‐ gen aan de favorieten
● een punt op de kaart toe te voe‐ gen aan de NP
● de voertuiglocatie te corrigeren
NAVI 50 - Bekijk kaart
U kunt op ieder gewenst moment naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART op het displayscherm.
122Navigatie● satellietbeeld als achtergrondvan de kaart
● GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties
Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart. Ge‐
bruik het toetsenbord om een naam in te voeren of bevestig de voorgestelde
naam.
Ga voor bediening van het toet‐
senbord naar (NAVI 80)
" Toetsenborden op het display
bedienen " in het hoofdstuk " Gebruik"
3 85.
Help!
CD35 BT USB NAVI - Help!
Help mij! gebruiken om een hulp te
vinden en daarmee contact op te ne‐
men. De volgende opties kunnen
worden geselecteerd:
Alarm- en hulpnummers
Het menu Alarm- en hulpnummers
biedt verschillende servicecentra:
● Dichtstbijzijnd politiebureau ,
● Dichtstbijzijnde dokter ,●Dichtstbijzijnd ziekenhuis ,
● Dichtstbijzijnd openbaar vervoer ,
● Dichtstbijzijnde garage ,
● Dichtstbijzijnde tandarts ,
● Dichtstbijzijnde apotheek ,
● Dichtstbijzijnde dierenarts .
Bij het selecteren van een service‐
centrum verschijnen de locatie en het
telefoonnummer. Selecteer het servi‐ cecentrum als een bestemming door
op de schermtoets te drukken.Rijd naar hulp
Gebruik het systeem voor navigatie via het wegenstelsel naar:
● Dichtstbijzijnde garage
● Dichtstbijzijnd ziekenhuis
● Dichtstbijzijnde dokter
● Dichtstbijzijnd politiebureau
● Dichtstbijzijnde apotheek
● Dichtstbijzijnde tandartsWaar ben ik?
Het systeem toont uw huidige locatie
(adres) en geeft de gps-coördinaten
(lengte-/breedtegraad).NAVI 50 - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? om nuttige informatie
over de huidige locatie te raadplegen of om naar nuttige plaatsen (NP) in de
buurt te zoeken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART .Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● huidige locatie (adres)
● lengtegraad
● breedtegraad
● hoogte
● Gps-status
Navigatie123Druk op Opties voor de volgende op‐
ties:
● Toevoegen aan favorieten
Raadpleeg (NAVI 50) "Invoer van de bestemming", "Favoriet toe‐
voegen en opslaan" voor meer
informatie 3 105.
● Landinformatie : Raadpleeg
"Landinformatie" hieronder.Landinformatie
Met deze functie kunt u de landinfor‐
matie en wettelijke voorschriften van
de huidige locatie opvragen.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● maximumsnelheden
● landcode (internationale toe‐ gangsnummer, bijv. +49)
● alarmnummer (bijv. 112)
● wettelijke voorschriften, bijv.:● vereiste voertuiguitrusting, zoals gevarendriehoek, ver‐
banddoos, brandblusser, re‐ servelampen, reflectievest
enz.
● wettelijke voorschriften voor koplampen
● maximaal toegestaan promil‐
lage
● wettelijke voorschriften voor sneeuwkettingen
● wettelijke voorschriften voor winterbandenHulp in de buurt
Deze functie stelt u in staat om te zoe‐
ken naar hulpverlening in de buurt
van uw huidige locatie.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Hulp in de
buurt op het displayscherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● Autoreparatie in de buurt (voer‐
tuigreparatieservice)
● Gezondheidszorg in de buurt
(medische en hulpdiensten)● Politie in de buurt (politiebu‐
reaus)
● Benzinestation/Werkplaats in de
buurt (Tankstations)
Selecteer de gewenste optie voor een
lijst met lokale nuttige plaatsen (NP).
Raadpleeg (NAVI 50) "Invoer van de
bestemming" voor informatie over
nuttige plaatsen (NP's) 3 105.
TomTom flitslocaties
CD35 BT USB NAVI
Het systeem kan veiligheidswaar‐
schuwingen of waarschuwingen voor
snelheidscontroles langs de route
weergeven. Voor opties selecteert u
TomTom Flitslocaties in het hoofd‐
menu:Meld flitslocatie
Wanneer het systeem een camera
niet aangeeft die zich op de route be‐ vindt, kunnen de details ervan hand‐
matig worden ingevoerd door Meld
flitslocatie te selecteren.
Het type camera moet worden inge‐
voerd (vast of mobiel). Het systeem
opent een kaartpagina en met behulp
van de richtingstoetsen plaatst u de
124Navigatierode markering op de locatie van de
camera en bevestigt u deze met de
schermtoetsen.
Bevestig het type camera. Wanneer
Flitslocatie snelheid wordt gekozen,
moet ook de maximumsnelheid wor‐
den ingevoerd en bevestigd.
Om het systeem camera's te laten in‐
tegreren die handmatig door andere
gebruikers zijn ingevoerd moet u ge‐
abonneerd zijn op de camera-upda‐
tes in TomTom HOME . De camera‐
waarschuwing wordt alleen actief na‐ dat de locatie is bevestigd door de
technische afdeling van TomTom.
Het snelmenu kan ook worden ge‐
bruikt om een camera te melden. Se‐
lecteer Meld flitslocatie . Voor het sys‐
teem moet het type camera worden ingevoerd en vervolgens aan welke
zijde van de weg de camera zich be‐ vindt. Bevestig met de rechter
schermtoets.Wijzig waarschuwings-voorkeuren
Gebruiken om de waarschuwingstijd
voor de camera en het geluid van de
waarschuwing te wissen of aan te
passen.Om camerawaarschuwingen (mo‐
biele camera, tolwegcamera enz.) toe te voegen, vinkt u de noodzakelijke
cameratypes aan. Selecteer het type
camera dat moet worden aangepast,
en gebruik vervolgens de zachte toet‐ sen om met ja of nee te bevestigen of de waarschuwing moet worden ver‐
wijderd. Wanneer Nee wordt geko‐
zen, voert u de waarschuwingstijd
voor de camera en OK in en met be‐
hulp van de zachte toets.
Selecteer het gewenste geluid om te
waarschuwen bij een naderende ca‐
mera. Test het geluid met behulp van
de linkse schermtoets en bevestig dit
met de rechter schermtoets.Alarmmeldingen uit
De camerawaarschuwingen kunnen
worden in/uitgeschakeld. Selecteer Alarmmeldingen uit in het hoofdmenu
wanneer de waarschuwingen inge‐ schakeld zijn of Alarmmeldingen aan
wanneer de waarschuwingen uitge‐ schakeld zijn.Let op
In bepaalde landen is het downloa‐
den en inschakelen van de camera‐
waarschuwingsoptie illegaal en kan dat resulteren in een vervolging.
Verkeersinformatie
CD35 BT USB NAVI -
Verkeersinformatie
Hiermee kan actuele verkeersinfor‐
matie worden ontvangen van lokale
bronnen. Verkeersinformatie kan het
volgende omvatten:
● ongevallen en ongelukken
● verkeersdrukte
● werk in uitvoering
● weersomstandigheden
● afgesloten rijstroken
De Verkeersinfo -service is niet be‐
schikbaar in alle landen en regio's.
Verkeersongevallen worden aange‐
geven met gesproken meldingen en
met symbolen op de kaart - zie "Sym‐
bolenoverzicht" 3 127.
128StemherkenningStemherkenningAlgemene aanwijzingen.............128
Bediening navigatie ...................130
Telefoonregeling ........................130Algemene aanwijzingen
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen.
Om te voorkomen dat tijdens een ge‐
sprek in de auto onbedoeld een van
de opgeslagen contacten wordt ge‐
beld, moet u eerst de stemherken‐
ningsfunctie activeren met 5 op de
stuurkolom.
Overzicht bedieningselementen 3 7.
CD35 BT USB De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies van de mobiele telefoon via gespro‐
ken instructies te bedienen.
Spraaklabels kunnen voor de contac‐
ten in het autotelefoonboek worden
gemaakt, waardoor u een contact
kunt bellen zonder de naam van de
beller of het nummer handmatig te
selecteren.Wanneer de functie niet goed werkt,
zal de stemherkenningsfunctie u vra‐
gen de gewenste opdracht te herha‐
len, of speelt deze de beschikbare op‐ ties af.
NAVI 50
De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem is be‐
schikbaar afhankelijk van de versie
en biedt u de mogelijkheid om be‐
paalde functies van een compatibele
smartphone via gesproken instructies
te bedienen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Telefoon"
in dit hoofdstuk 3 130.
Om te bevestigen dat een gekop‐
pelde en aangesloten smartphone
compatibel is met de stemherken‐
ningsfunctie, drukt u op 7, gevolgd
door ÿInstelling op het display‐
scherm.
Selecteer vervolgens Bluetooth en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken . In
de lijst staan de gekoppelde appara‐ ten en 5 verschijnt naast de naam van
de smartphone om compatibiliteit aan te geven.
130StemherkenningAls de stemherkenning is geacti‐veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is ge‐
reed voor een gespro‐ ken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevens
Bediening navigatie
NAVI 50 Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
Druk op 5 op de knoppen op de stuur‐
kolom; 5 verschijnt in rechterbene‐
denhoek van het display samen met informatie over het audiosysteem.
Let op
Tijdens het gebruik van de stemher‐ kenningsfunctie wordt het afspelen
van de audiobron onderbroken.
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u
( NAVI 50) "Hulp" in het hoofdstuk "Al‐
gemene informatie" raadplegen
3 128.
NAVI 80
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de stuurkolom om het
hoofdmenu Stembediening te ope‐
nen.
Geef na het geluidssignaal het com‐ mando " Bestemming " om een nieuw
adres in te voeren. Geef het com‐
mando " Adres" en geef vervolgens
alle gegevens van het nieuwe adres
(huisnummer, straatnaam, plaats/
stad).Het door het systeem herkende adres wordt weergegeven. Bevestig de be‐
stemming wanneer daar om wordt ge‐ vraagd om de begeleiding te starten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐ naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste
bestemming kunt selecteren.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Invoer van de bestem‐
ming" in het hoofdstuk "Navigatie"
3 105.
Telefoonregeling
CD35 BT USB Spraaklabels maken
Naast namen en nummers kunnen
spraaklabels worden gemaakt wan‐
neer nieuwe contacten aan het auto‐
telefoonboek worden toegevoegd.
Raadpleeg "Bediening" in het hoofd‐
stuk "Telefoon" 3 143.
134Telefoon9Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn vei‐ ligheidsvoorschriften opgesteld
waarvan u zich op de hoogte moet stellen voordat u de telefoon ge‐
bruikt.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
Telefoonbedieningselementen Bedieningselementen op het Infotain‐
mentsysteem of de stuurkolom:
● 6 TEL
- of -
● TEL
- of -
● yTELEFOON op het 7 startme‐
nuscherm (NAVI 50)
- of -
TELEFOON op het hoofdmenu‐
scherm (NAVI 80)
Druk hierop om het menu
Telefoon te openen.
Bedieningselementen op de stuurko‐
lom:
● 7, 8 : Gesprek aannemen, ge‐
sprek beëindigen/weigeren.
- of -
● MODE/OK : Gesprek aannemen,
gesprek beëindigen/weigeren,
een handeling bevestigen.
● 5: Stemherkenning activeren/
deactiveren.
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem kunnen sommige functies van
het handsfree-telefoonsysteem ook
met stemherkenning worden bediend 3 130.Bediening van displayscherm
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bediening van displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
CD35 BT USB - Bediening van
displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai aan de centrale
draaiknop.
● Handelingen bevestigen: Druk op de centrale draaiknop.
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
NAVI 50 - Bediening van
displayscherm
Naar het menuscherm Telefoon
gaan: druk op 7, gevolgd door
y Telefoon op het displayscherm.
Telefoon135De volgende submenu's zijn beschik‐
baar:
● Telefoonboek
● Gesprekkenlijsten
● Bellen
Druk op S in de linkerbovenhoek om
tussen submenu's te wisselen.
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Druk op R of S.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu/startpagina):Druk op r/7 .
NAVI 80 - Bediening van
displayscherm
Om het menu "Telefoon" te openen
vanuit de startpagina, drukt u op MENU , gevolgd door Telefoon op het
displayscherm.
De volgende submenu's zijn beschik‐ baar:
● Telefoonboek
● Gesprekkenlijsten
● Een nummer kiezen●Voicemail
● Instellingen
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Druk op 4 of 1.
● Handelingen annuleren ( en/of te‐
rug naar vorige menu): Druk op
r .
● Pop-upmenu openen (bijv. om contactpersonen toe te voegenaan een favorietenlijst): Druk op
< .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Toetsenborden op het display
bedienen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Toetsenborden op het display
bedienen
Binnen het numerieke toetsenbord op het displayscherm bewegen en te‐
kens erop invoeren: Draai aan en
druk op OK.Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken ←.
Druk op / om niet meer met het toet‐
senbord te werken en terug naar het
vorige scherm te gaan.
CD35 BT USB - Toetsenborden op
het display bedienen
Binnen zowel het alfabetische en het
numerieke toetsenbord op het dis‐
playscherm bewegen en tekens erop
invoeren: Draai aan de centrale draai‐ knop en druk deze in.
Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken ←.
Druk op / om niet meer met het toet‐
senbord te werken en terug naar het
vorige scherm te gaan.
NAVI 50, NAVI 80 - Toetsenborden
op het display bedienen
Gebruik de aanraaktoetsen op het
displayscherm om tekens in te voeren en tussen tekens te bewegen met het
numerieke toetsenbord.