142TelefoonBluetooth-apparatuur in de buurt en
toont vervolgens een lijst met appa‐
raten.
Selecteer uw apparaat uit de ge‐
toonde lijst. Afhankelijk van het tele‐
foonmodel bevestigt u het koppe‐ lingsverzoek of voert u de koppelings‐ code in op het toetsenblok van de mo‐
biele telefoon om de koppeling met
het Infotainmentsysteem tot stand te
brengen.
Om andere apparaten te koppelen,
drukt u in het scherm Apparaten
beheren op < om een pop-upmenu te
openen. Hier selecteert u
Toevoegen om andere apparaten op
dezelfde wijze te koppelen.
Herhaal zo nodig de procedure als het koppelen mislukt.
Mobiele telefoon
ontkoppelen van het handsfree-
telefoonsysteem
Wanneer de lijst met gekoppelde te‐
lefoons vol is, kan een nieuwe tele‐
foon alleen gekoppeld worden wan‐
neer een bestaande telefoon wordt
ontkoppeld.Let op
Bij het ontkoppelen van een telefoon
worden alle gedownloade contacten
en de belgeschiedenis in het tele‐
foonboek van het handsfree tele‐
foonsysteem gewist.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op TEL en selecteert u
Apparaat verwijderen .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op OK om het
verwijderen te bevestigen wanneer daarom wordt gevraagd.
CD35 BT USB - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op SETUP / TEXT en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐
stellingenmenu.Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst, druk op de centrale
draaiknop en selecteer Verwijderen.
NAVI 50 - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te verwijderen,
drukt u op 7, gevolgd door
ÿ INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer Bluetooth en Bluetooth-
apparatenlijst bekijken .
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en druk op ë om het
apparaat te verwijderen. Verwijder zo
nodig alle apparaten door op Opties
te drukken, gevolgd door Alles
verwijderen . Bevestig de keuze door
op OK te drukken.
NAVI 80 - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. dat een te‐
lefoon uit het geheugen van het
handsfree-telefoonsysteem wordt
verwijderd, gaat u naar het scherm
Apparaten beheren .
144Telefoonbedieningselementen van het
Infotainmentsysteem of het display
worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree-
telefoonsysteem gezonden. Afhanke‐ lijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele tele‐foon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies
afwijken.Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
● druk op 6TEL
- of -
● druk op TEL
- of -
● druk op 7, gevolgd door
y Telefoon op het displayscherm
(NAVI 50)
druk vanuit de startpagina op
MENU , gevolgd door Telefoon op
het displayscherm (NAVI 80)
Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan m of
druk op ! of # (op de knoppen op de
stuurkolom) om het volume van de
oproep te wijzigen.
CD35 BT USB - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u opSETUP / TEXT en selecteert u Tele‐
fooninstellingen uit het instellingen‐
menu, gevolgd door Volume.
Selecteer de gewenste optie (bijv.
Beltoonvolume ) en stel het volume af
met de centrale draaiknop.
Draai tijdens een oproep aan de vo‐
lumedraaiknop of druk op ! of # (op
de knoppen op de stuurkolom) om het volume van de oproep te wijzigen.
NAVI 50 - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op ] of <
van het Infotainmentsysteem om het
gespreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
NAVI 80 - Volumeregeling
Draai tijdens een gesprek aan X op
het Infotainmentsysteem om het ge‐
spreksvolume te wijzigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op ! of #.
Telefoon147Raadpleeg (NAVI 50) "Toetsenbor‐
den op het display bedienen" in het hoofdstuk "Algemene informatie"
3 133.
NAVI 80 - Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het In‐ fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐ den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Telefoonboek op het displayscherm.Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐
slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd.
Na de eerste koppeling van de tele‐
foon met het Infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw mo‐
biele telefoon. Druk op < om een pop-
upmenu te openen en selecteer
Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw fa‐
vorietenlijst toe te voegen, drukt u op
< en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Favorieten" in het hoofd‐
stuk "Inleiding" 3 25.Gesprekkenlijsten
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen num‐
mers, ontvangen oproepen, gemiste oproepen), selecteert u de relevante
optie, bijv. Recente oproepen uit het
menu Gesprekkenlijst . Selecteer het
gewenste contact en druk op OK om
het kiesproces te starten.
CD35 BT USB - Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen oproepen, gemiste oproe‐
pen) te kiezen, selecteert u de rele‐
vante optie, bijv. Gekozen nummers
uit het menu Geschiedenis . Selecteer
het gewenste contact en druk op de centrale draaiknop om het kiezen te
starten.
NAVI 50 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het In‐ fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
148Telefoonontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Terwijl het menu yTelefoon wordt
weergegeven, drukt u op S in de lin‐
kerbovenhoek en selecteert u
Gesprekkenlijsten uit de lijst.
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van de volgende opties op het display:
● yAlle : Toont een overzicht van
alle oproepen in de onder‐
staande lijsten.
● ú: Gekozen nummers.
● ù: Ontvangen oproepen.
● û: Gemiste oproepen.
Let op
Het aantal gemiste oproepen wordt
naast het symbool weergegeven.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. Selecteer
het gewenste contact uit de gekozen
lijst om het kiezen te starten.NAVI 80 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het In‐ fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐ den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Gesprekkenlijsten op het display‐
scherm.Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van de volgende opties op het display:
● Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐
ten.
● c: Ontvangen oproepen.
● c: Gemiste oproepen.
● a: Gekozen nummers.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. U kunt ook
op 4 of 1 drukken om in het display
omhoog of omlaag te bladeren.
Selecteer het gewenste contact uit de
gekozen gesprekkenlijst om het kie‐
zen te starten.
Let op
Druk indien nodig op < (om een pop-
upmenu te openen) en selecteer
Telefoongegevens bijwerken om de
gesprekkenlijsten bij te werken.
Telefoon149VoicemailboxR15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB,
CD35 BT USB - Voicemailbox
Wanneer de mobiele telefoon is ver‐
bonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het In‐
fotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 - Voicemailbox
Om voicemailberichten van de mo‐
biele telefoon via het Infotainment‐
systeem te beluisteren als de telefoon is verbonden, drukt u in de startpa‐
gina op MENU, gevolgd door
Telefoon en Voicemail op het display‐
scherm.
Het configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.Inkomende oproepen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Inkomende oproepen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram 7 op het
display (door aan OK te draaien
en deze in te drukken).
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram } op
het display (door aan OK te
draaien en deze in te drukken).
Wanneer een oproep wordt ontvan‐ gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐neer het nummer niet kan worden
weergegeven, wordt het bericht
Privénummer getoond.
CD35 BT USB - Inkomende oproepen
Neem het gesprek aan door kort op
7 (op de knoppen op de stuurkolom)
te drukken.
Het gesprek niet aannemen: ● houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom) of
● selecteer Weigeren op het dis‐
play (door de centrale draaiknop
te draaien en in te drukken)
Wanneer een oproep wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden
weergegeven, wordt het bericht
Onbekend getoond.
De beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem is afhankelijk van het te‐
lefoonmodel en de modus (stil, trillen
enz.).
150TelefoonOproep automatisch in de wacht
Om veiligheidsredenen wordt de
functie "Oproep automatisch in de
wacht" standaard ingesteld. Het is
raadzaam deze functie ingeschakeld
te laten.
Wanneer een gesprek binnenkomt,
wordt de beller via een bericht geïn‐
formeerd dat u rijdt. Het gesprek start automatisch en de duur van het ge‐
sprek wordt op het displayscherm van het Infotainmentsysteem weergege‐
ven. Neem de telefoon alleen op als
het veilig is om dat te doen.
Raadpleeg (CD35 BT USB) "Oproep
automatisch in de wacht in-/uitscha‐
kelen" in het hoofdstuk "Telefoonin‐ stellingen" om een automatische op‐
roep in de wacht uit te schakelen.
Wanneer automatisch gesprek in de
wacht uitgeschakeld is, kan een ge‐
sprek worden geweigerd door
Weigeren te selecteren of door 8 in‐
gedrukt te houden. Om de beller in de
wacht te plaatsen, selecteert u
Pauze ; de beller wordt via een auto‐
matisch bericht geïnformeerd dat hij
in de wacht staat.U kunt de functie "Oproep automa‐
tisch in de wacht" tijdelijk uitschake‐ len door Hervatten te selecteren of
7 in te drukken om de oproep aan te
nemen.
NAVI 50 - Inkomende oproepen
De oproep aannemen:
● Druk op Aannemen/Akkoord op
het displayscherm.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Druk op Weigeren/Niet
aannemen op het displayscherm.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een oproep wordt ontvan‐ gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat
geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden weergegeven, wordt het bericht
Onbekend /Onbekend nummer ge‐
toond.NAVI 80 - Inkomende oproepen
De oproep aannemen:
● druk op Aannemen op het dis‐
playscherm
● druk kort op 7 (op de knoppen op
de stuurkolom)
Het gesprek niet aannemen: ● druk op Weigeren op het display‐
scherm
● houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom)
Wanneer een oproep wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven. Wan‐
neer het nummer niet kan worden
weergegeven, verschijnt het bericht
Geen beller-id .
152Telefoon●m/m 3 : Gesprek doorschakelen
naar mobiele telefoon
● J3: Gesprek doorschakelen
naar de microfoon en luidspre‐
kers van de auto
● 7: Teruggaan naar vorige
scherm (bijv. Navigatie of Start‐
pagina)
NAVI 80 - Functies tijdens een
telefoongesprek
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een ge‐
sprek, waaronder:
● Oproep in de wacht zetten: Druk op < (om een pop-upmenu te
openen) en selecteer In de
wacht . Druk op Doorgaan om het
gesprek te hervatten.
● Gesprek doorschakelen naar mobiele telefoon: Druk op < (om
een pop-upmenu te openen) en
selecteer Handset.
In sommige gevallen wordt de te‐ lefoon tijdens het doorschakelen
van een oproep losgekoppeld
van het Infotainmentsysteem.● Oproep beëindigen: Druk op Oproep beëindigen .
● Terug naar vorige menu: Druk op
r .
Telefooninstellingen CD35 BT USB - Telefooninstellingen
Druk op SETUP / TEXT en selecteer
het menu Telefooninstellingen .Oproep automatisch in de wacht in-/
uitschakelen
Om "Oproep automatisch in de
wacht" in of uit te schakelen, opent u
het menu In wacht en selecteert u
Automatisch (de standaardinstelling)
of Handmatig .
In de automatische modus klinkt er
een toon om aan te geven dat er een
oproep in de wacht staat.Beltonen wijzigen
De autobeltoon of de telefoonbeltoon
kan worden gewijzigd voor binnenko‐ mende oproepen. Open het
Ringtone -menu en selecteer vervol‐
gens Auto of Telefoon .Let op
Afhankelijk van het telefoonmodel is
de beltoonoverdrachtfunctie wellicht niet beschikbaar.Standaard telefooninstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de te‐ lefooninstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
de draaiknop te draaien en in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging met de dis‐ playoptie wanneer daarom wordt ge‐
vraagd.Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
selecteert u Softwareversie
weergeven door de draaiknop te
draaien en in te drukken.
NAVI 50 - Telefooninstellingen
Standaard telefooninstellingen her‐
stellen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Telefoon153Selecteer Systeem, gevolgd door
Fabrieksinstellingen en Telefoon om
de standaardwaarden van de tele‐
fooninstellingen terug te zetten. Be‐
vestig de keuze door op OK te druk‐
ken.Softwareversie weergeven
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer Systeem, gevolgd door
Systeemversie om de softwareversie
weer te geven.
NAVI 80 - Telefooninstellingen
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Instellingen
op het displayscherm.
Maak een keuze uit de onderstaande
opties op het display:
● Apparaten beheren :
Raadpleeg (NAVI 80) "Een mo‐
biele telefoon koppelen" in het
hoofdstuk "Bluetooth-verbinding" 3 138.
● Geluidsniveaus :
Het gespreksvolume en de bel‐
toon van het handsfree-telefoon‐
systeem instellen.
● Voicemail :
Raadpleeg (NAVI 80) "Voice‐
mailbox" hierboven.
● Bluetooth in-/uitschakelen :
Raadpleeg (NAVI 80) "Bluetooth
activeren" in het hoofdstuk "Blue‐
tooth-verbinding" 3 138.
● Telefoongegevens automatisch
downloaden :
Kies deze optie door het vakje ☑ ernaast te selecteren.
Zodra de mobiele telefoon met
het Infotainmentsysteem is ge‐
koppeld en/of verbonden, kun‐
nen de contactlijst en de ge‐
sprekkenlijsten van de mobiele
telefoon naar het handsfree-tele‐
foonsysteem worden gedown‐
load.
Het delen van gegevens moet
eveneens worden toegestaan op
uw telefoon. Raadpleeg de be‐
dieningsinstructies voor uw mo‐biele telefoon of uw netwerkpro‐ vider.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn
aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).